Theoretische achtergronden van klinische diagnostiek - Conclusie: naar een gedisciplineerde en pluralistische praktijkvoering
3 belangrijke vragen over Theoretische achtergronden van klinische diagnostiek - Conclusie: naar een gedisciplineerde en pluralistische praktijkvoering
In de diagnostiek is op twee domeinen consesus gedaan. Op welke twee domeinen is dat?
1. op de kwalitatief verantwoorde diagnostiek waar men zich op zou moeten richten
2. over de normen die men kan aanleggen mbt beoordeling van gedrag
Wat is het biopsychosociaal zoekschema? noem 8 onderdelen
het is de ordening van de werkelijkheid die gebruikt wordt bij het selecteren van informatie
het omvat:
1. factoren die gedrag zouden kunnen versterken
2. de beleving van het kind en betrokkenen
3. het verloop van de ontwikkeling tot nu toe
4. gezinsfunctioneren
5. meegemaakte gebeurtenissen
6. aanwezigheid symptomen bij gezingsleden en behandeling daarvan
7. soort hulp dat men verwacht
8. soort hulp die men afwijst
Er zijn 5 verschillende definities voor 'normaal gedrag'. Welke zijn dit?
1. Normaal als afwezigheid van stoornissen
2. Normaal als statistisch gegeven (grootste deel van populatie= normaal)
3. normaal als ideale toestand (jezelf ontplooien en ontwikkelen --> cultureel bepaald)
4. Normaal als succesvolle adaptie
5. Normaal: praktische criteria: combi van begrip normaliteit en adaptie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden