Histologie hart
13 belangrijke vragen over Histologie hart
Waar is iedere spiercel door omgeven?
Daaromheen zit dan weer een laag reticulair bindweefsel gemaakt door fibroblasten (collageen III)
Welke type spierweefsel is het meest doorbloed? En hoe zie je dit aan het spierweefsel?
Hoeveel kernen hebben skeletspiercellen, hartspiercellen en gladspiercellen?
Hart -> 1 kern
Gladspier -> 1 kern
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is een rode spiercel? En waar kun je dit vinden?
- Type van skeletspierweefsel.
- Zijn er sterk doorbloed en moeten dus hemoglobine kunnen binden. Dit kunnen zij omdat er veel myoglobine aanwezig is.
- Kunnen langdurige contraheren
Dit zit bijvoorbeeld in de rug
Wat is een witte spiercel? En waar zit het?
Waar bestaat een myofibril uit? En wat ligt er om een myofibril?
Een sarcoplasmatisch reticulum (ER) -> wordt omgeven door T-tubulus (staat in contact met het sarcoplasma = dus daar kunnen vloeistoffen etc door heen verplaatsen)
Waar bestaat een A-band uit?
Wat is een sarcomeer?
Wat is de Z-lijn?
Wat is de H-band?
Wat is de I-band?
Sarcomeer = 1 volledige lengte van myosine met aan weerszijde een gedeelte actine tot de aanhechting van een andere actine = contractiele eenheid
Z-lijn = aanhechting tussen twee actines
H-band = binnen de A-band een lichte opening (dus in de myosine)
I-band = het lichte gedeelte van twee actines aan elkaar
Wat zijn de terminale cisterna?
3 buizen naast elkaar = 1 t-tubulis en 2 sarcoplasmatische reticulum
Waarom heeft de hartspiercel (in vergelijking met een skeletspiercel) een onder ontwikkelt sarcoplasmatisch reticum?
Is de bloeddruk hoog of laag in capillairen? En waar bestaan capillairen uit?
Ze bestaan alleen uit een tunica intima. Daarnaast liggen er pericyten in = soort kringspier
Wat biedt tegenstand tegen de bloeddruk in de vaten?
Wat voor soorten capillairen zijn er? En welke zitten waar?
Gevensterde: kunnen door endotheel cellen heen :poriën van 60-80mm. Vloeistoffen en peptide kunnen erdoorheen. Rest niet want die kunnen niet door de basale lamina heen.
Sinusoiden: discontinue capilairen: hebben een groot lumen en dus een langzame stroom van bloed. Daardoor goede uitwisseling van voedingstoffen en opname van lichaamsvreemde cellen.
Waar bevinden zich sinusoiden capillairen?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden