Hartfalen medicatie
17 belangrijke vragen over Hartfalen medicatie
Metoprolsuccinaat retard start
Wat te doen bij diuretica bijwerking: normo of hypovolemische hyponatriemie
- verlaag dosis of stop diureticum zo mogelijk
- zo nodig vochtbeperking
- eventueel tijdelijk natriumsuppletie
Bij excerperend hartfalen kan dosis reductie nodig zijn van
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Noem 4 contra indicaties van betablokkers
- 2e of 3e Atrioventricular blok
- sick sinus syndroom zonder pace maker
- sinus bradycardie (< 50 /min)
- COPD is geen CI en de meeste mensen met ASTMA verdragen ook goed (cardioselectieve) betablokkers
Indicatie A2 antagonisten
- bij patiënten met systolisch hartfalen die met optimale behandeling met ACE -remmers, diuretica en bètablokkers niet klachtenvrij zijn (NYHA klasse 2-4)
- of als alternatief voor de behandeling met een aldosteronantagonist.
- A2 antagonisten worden gegeven in plaats van ACE-remmers aan patiënten die hinderlijke hoest als bijwerking ondervinden van ACE-remmers
Contra indicaties A2 antagonisten
- dezelfde als bij ACE-remmers behalve angio oedeem (2 tijdige nierarteriestenose, aortaklepstenose, serumkalium > 5 mol/l, egFR < 10 ml/min, zwangerschap
- patiënten met combinatie ACE-remmer en een aldosteronantagonist in gebruik
- ernstig gestoorde nierfunctie en verhoogd kalium
- aortaklepstenose kan ernstige hypotensie optreden
Bijwerkingen A2 antagonisten
Bij Patienten met sinusritme en systolisch hartfalen kan behandeling met digoxine worden overwogen als
Contra indicaties voro digoxine gebruik
- 2e 3e graad Atrioventriculair blok zonder pacemaker + voorzichtigheid bij sick sinus syndroom
- hyper of hypo kaliemie
Plaats combinatie hydralazine en isosorbidedinitraat bij systolisch hartfalen
- zelden in Europa wordt deze combi gebruikt
- kan worden gebruikt als alternatief voor ACE-remmers, A2 antagonisten bij patiënten die beide niet verdragen en bij negroïde patiënten
Negroïde mensen en ACE-rememrs, A2 antagonisten
Behandeling diastolisch hartfalen
- gecombineerde systolische en diastolische disfunctie = behandeling volgens systolisch hartfalen
- van geen enkele behandeling is tot op heden overtuigend aangetoond dat deze de morbiditeit en mortaliteit bij patiënten met diastolisch hartfalen verminderd
Beleid bij diastolisch hartfalen:
- diuretica bij vochtretentie
- adequate behandeling van hypertensie (er is geen afdoende bewijs dat een bepaald antihypertensivum de voorkeur verdient)
- adequate vermindering van de hartfrequentie bij een tachycardie
- bijkomende morbiditeit (myocardinfarct) wordt behandeld conform de desbetreffende richtlijnen
Overige medicamenteuze behandeling bij hartfalen
- orale anticoagulantia (cumarines) --> Patienten komen in aanmerking voor behandeling met cumarine dan wel een plaatjesaggregatie remmer (CHAD-VASC)
- statines --> hartfalen is geen reden voor start van cholesterolsyntheseremmer. Indien patiënten met hartfalen een staten gebruiken voor een andere indicatie wordt deze behandeling voortgezet
- calciumantagonisten die als antihypertensivum worden voorgeschreven dienen bij systolisch hartfalen te worden vervangen door bijv ACE-remmers, A2 antagonisten of bètablokkers. Wanneer met deze middelen onvoldoende controle van de bloeddruk of angina pectoris wordt bereikt kunnen zo nodig alleen langwerkende dihydropyridines veilig worden toegepast (nifedipine retard)
Devices, percutane behandeling en chirurgie
Zulke aandoeningen kunnen zich ook ontwikkelen bij het voortschrijden van het hartfalen. Daarom zijn naast de 3 maandelijkse controles ook regelmatige (jaarlijkse) herhalingen van ECG en echocardiografie nodig en eerder bij onverklaarde snelle achteruitgang van het hartfalen, collaps en aanwijzingen voor brady of tachycardie.
Iemand met systolisch hartfalen en optimale therapie waarbij op het ECG een QRS>120 ms ontstaat en er geen sprake is van atriumfibrilleren
LVEF <35% een intracardiale defibrillator (=ICD) Beide devices kunnen gecombineerd worden (CRT-D).
Meest voorkomende ritme stoornis bij hartfalen
uitlokkende factoren moeten worden opgespoord en indien mogelijk gecorrigeerd (bijv elektrolytenstoornissen, hyperthyreoïdie, alcoholgebruik, mitralisklepafwijking, acute aschemie, acute pulmonale aandoening, infectie, ongecontroleerde hypertensie.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden