Samenvatting: Hc 32-33

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van HC 32-33

• 1 Kanker

  Dit is een preview. Er zijn 31 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de term voor een goedaardige en wat voor een kwaadaardige tumor?

  Goedaardig: benign (bijv. wrat)

  Kwaadaardig: maligne 

• Wanneer is iets een kwaadaardige (maligne) tumor?

  Invasie omliggend weefsel

  Meestal metastaserend
  Moeilijk te bestrijden
  Bijv. adenocarcinoom of condrosarcoom

• Noem een paar soorten tumoren. Wat houden ze in?

  Carcinoom: epitheel
  Sarcoom: spier of bindweefsel
  Leukemie/lymphoma: hemopoïetische cel (witte bloedcellen en hun voorlopers)
  Neurale tumor: neuroblastoma, gloom/glioma

• Noem twee voorbeelden die als bewijzen werden aangediend om aan te tonen dat tumoren uit één cel ontstaan.

  Philadelphia chromosoom: Bij patiënten met CML (leukemie) hebben alle tumoren een mutatie, namelijk een translocatie, op precies dezelfde locaties op chromosoom 9 en 22, terwijl deze locatie verschilt tussen patiënten onderling.
  X-chromosoom inactivatie: Bij vrouwen zijn in cellen in een weefsel verschillende X-chromosomen inactief. In een tumor blijkt echt dat in alle cellen hetzelfde X-chromosoom inactief is.

• Hoe weten we dat het niet één mutatie is die verantwoordelijk is voor het ontstaan van een tumor?

  Dan zou de kans om kanker te ontwikkelen onafhankelijk moeten zijn van de leeftijd, maar in werkelijkheid wordt die kans groter naarmate je ouder wordt. Dit komt overeen met het idee dat kanker veroorzaakt wordt door een toenemende opeenstapeling van willekeurige mutaties in een enkele lijn van cellen.

• Wat voor invloed heeft de blootstellingsperiode aan een carcinogeen (bijv. 2-naphtylamine)?

  Langere periode van blootstelling: kanker 'begint' eerder en meer kans op kanker

• Hoe ontstaat een carcinoom? (Bijv. in baarmoederhalsepitheel)

  De verhouding tussen delende en gedifferentieerde cellen slaat om. Normaal gesproken beperken de delende cellen zich tot de basale laag. Bij neoplasie trekken de delende cellen steeds meer het epitheel in, waar normaal alleen gedifferentieerde cellen zitten. Wanneer het tot een carcinoom komt, moeten de delende cel door de basale lamina heen breken.

• Waarvoor staat de afkorting PAP en wat is de PAP-test?

  PAP = Papanicolaou

  De PAP-test is een test waarbij een aantal cellen van het oppervlak van de baarmoeder wordt afgeschraapt en bekeken onder de microscoop.

• Hoe zouden gezonde cellen eruit moeten zien?

  Goede gedifferentieerd en een sterk gecondenseerde kern.

• Hoe ziet een invasieve carcinoom eruit?

  Ongedifferentieerde cellen, weinig cytoplasma, veel kern