Samenvatting: Hc 4
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van HC 4
-
1 HC4 Opbouw van gen
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Benoem op volgorde hoe een gen op DNA niveau eruit ziet
1.Promotor regio- TATA box
- transcriptie startplaat aan het einde van de promotor (vlak na de promotor)
Exon 1- 5' UTR
Translatie startcodon
Intron 1
4.Exon 2
5.Intron 2Enhancer /silencer
Exon 3
7.Intron 3
8.Exon 4Translatie stopcodon- 3' UTR
Poly-A -tail
-
2 HC4 Transcriptie
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat betekent het voor RNA dat het enkelstrengs is?
Dat het op allerlei manieren kan vouwen.
Nonconventioneel (van buiten) en conventioneel(tussen) -
Wat houdt forward en reverse DNA strengen in?
Dit geeft aan vanaf waar geteld wordt (dit is willekeurig). Zowel de forward en de reverse streng kunnen worden afgelezen. Dit verschilt per gen. Voor één specifiek gen is dit wel altijd hetzelfde. -
In welke volgorde worden ribonucleotiden gebonden?
Altijd van 5' naar 3'. De matrijsstreng wordt gevolgd van 3' naar 5'. -
3 HC4 Initiatie
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat doet het enzym RNA polymerase II? En waarin verschilt dit van DNA polymerase?
Katalyseert dereactie waarbij twee ribonucleotiden aan elkaargebonden worden (dus dat is een phosphodiester verbinding)
- Bij DNA polymerase wordt een primer gebruikt en wordt proofreading gebruikt. RNA polymerase gebruikt dit niet. -
Hoe zien basale transcriptiefactoren eruit?
Ze zijn opgebouwd uit domeinen.
–DNA bindend domein (DBD ): aanDNA sequentie binden
–Transactiverend domein (TAD ): aan andere eiwitten binden -
Waar bestaat TFIID uit? En wat is een belangrijke functie van TFIID?
TBP (TATA binding proteins)TBP - assosiated factors (TAF's )
Functie: zorgt voor disortation -> is een landmark voor andere basale transcriptiefactoren -
Welke 2 strengen bestaan er en wat doen ze, in het proces van transcripie?
1. Codering (de ribonucleotiden die gebonden worden aan de template streng zijn hetzelfde als die van de codering streng)
2. Template (daar worden nieuwe RNA nucleotiden aan gebonden, dus hier zijn de nucleotiden complement aan) -
Noem twee verschillen tussen vorming van een nieuwe streng bij DNA replicatie en RNA vorming.
1. Kortere strengen worden gevormd bij transcriptie
2. Er zijn geen primers nodig bij transcriptie -
4 HC4 RNA wordt mRNA
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
Als het mRNA is gevormd hou je nog veel 'restproducten' over. Hoe kan het dat deze niet in de cytosol terecht komen?
Er is heel selectief transport vanuit de nucleus naar de cytosol; dit wordt geregeld via de Nuclear pore complexes.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden