Samenvatting: Hc: Economie Van De Publieke Sector

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van HC: Economie van de Publieke Sector

  • 1 HC1: Public sector in an open economy and economic arguments for public intervention

  • 1.1.2 De economie en de overheid

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke redenen bestaan er voor overheidsingrijpen?

    • Het produceren van collectieve goederen: Een aantal producten worden niet verkocht op de markt, maar zijn wel nodig. Bijvoorbeeld = dijken en straatverlichting. Om ervoor te zorgen dat deze producten wel aangeboden worden, organiseert de overheid de verkoop van deze goederen. 
    • De macro-economische functie: Het overheidsingrijpen kan werkloosheid en inflatie in een land verminderen
    • De verdelingsfunctie: het overheidsingrijpen kan een eerlijkere verdeling van goederen en geld bewerkstelligen  
  • Hoe kan je de verdelingsfunctie uitleggen aan de hand van het voorbeeld van het hoger onderwijs?

    • Als dit aan de markt overgelaten wordt, zou de prijs van hoger onderwijs zo hoog liggen dat dit alleen door een kleine groep van de samenleving betaald kan worden. Door het overheidsingrijpen kan iedereen hoger onderwijs genieten. 
  • 1.1.3 Schaarste

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het grootste economische probleem?

    Het grootste economische probleem is schaarste.
  • 1.1.4 Power to tax

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat houdt de "power to tax" in?

    • De "power to tax" houdt in dat de overheid de mogelijkheid heeft om belastingen te heffen.
    • In Nederland is er op zowel lokaal als nationaal niveau de mogelijkheid om belastingen te heffen (= power to tax). Dit is in ieder land anders.
      • De provincies, gemeenten en waterschappen hebben de legitimiteit gekregen om met het geld van de Rijksoverheid hun eigen beleid uit te voeren. Ook hebben zij de ruimte om het beleid zelf te maken of in te vullen naar wensen vanuit hun eigen gemeente.
  • 1.1.5 De grootte van de overheid

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe meet je de omvang van de overheid aan de hand van eerste manier (number of workers)?

    • De eerste manier (number of workers) houdt in dat je alle mensen die werkzaam zijn bij de overheid bij elkaar optelt. 
      • Nadeel = er kan niet goed gedefinieerd worden wat er onder de term "ambtenaar" valt, aangezien docenten en zusters ook officieel onder de overheid vallen. Alleen bij de Belastingdienst werken al 30.000 mensen. 
  • Hoe wordt de grootte van de overheid daarom gemeten? Welke kanttekening moet hierbij worden geplaatst?

    • De grootte van de overheid wordt daarom gemeten door het aandeel van de overheid in het BBP (= Bruto Binnenlands Product).
      • Kanttekening = als een beleidsmaker iets wil bereiken kan dat door geld uit te geven, maar ook via regulatie. Dit is een onderdeel van overheidsinvloed, maar komt niet terug in het aandeel van het BBP.   
  • Wat is dus een nadeel van het BBP?

    • De overheid heeft verschillende instrumenten om een doel te bereiken. Het belastinginstrument komt naar voren in het BBP, maar het regulering instrument komt niet naar voren in het BBP.
    • Het vergelijken met landen is niet mogelijk, want het heffen van belasting wordt niet overal hetzelfde uitgevoerd. Daarom moet er gecorrigeerd worden om met landen te kunnen vergelijken. 
  • 1.2.1 Het belang van theorie in de Economie

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het belang van theorie/modellen in de Economie?

    • Theorie kan leiden tot de vorming van economische beleidsmodellen
    • Theorie kan een voorstel beoordelen
    • Theorie kan laten zien welke nadelen een model heeft
  • 1.2.2 Oorzakelijk verband vs correlatie

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Om vast te stellen dat een overheidsinterventie (X) zorgt voor het gewenste sociale effect (Y) moeten er aan drie condities worden voldaan. Welke zijn dit?

    • De oorzaak (X) moet voorafgaand (Y) komen, anders is er geen causaal verband tussen de twee variabelen.
    • De oorzaak en het gevolg moet correlatie vertonen. Een correlatie kan positief (X en Y veranderen in dezelfde richting) en negatief (X en Y veranderen in tegengestelde richting) zijn. Wanneer Y niet verandert, terwijl X dit wel doet, kan X niet de oorzaak zijn van Y.
    • Andere correlaties moeten worden beperkt.
  • 1.2.3 Experimentele studies

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is een experimentele studie?

    • Een experimentele studie is een manier ome en theorie toe te passen op een model of beleid. 
    • Om problemen tijdens het uitvoeren van een experiment te voorkomen, moet het onderzoek aan veel regels voldoen: bijvoorbeeld het random kiezen van een onderzoeksgroep. 

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart