Samenvatting: Hc Financieel Management In De Publieke Sector

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 71 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van HC financieel management in de publieke sector

  • 1 inleiding

    Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat mis je bij fm als je te veel naar de instrumenten kijkt?

    Dan mis je de kijk op de mens, oftewel, hoe zij met deze technieken omgaan.
  • Op welke manier wordt een markt minder efficiënt?

    Een markt wordt minder efficient door:
    -marktfalen
    1. collectieve goederen (dijken,leger)
    2. marktmacht (kartel, monopoly)
    3. externe effecten (lasten voor derden)
    4. asymmetrische informatie
    -macro-economie (markt kan bijvoorbeeld op microniveau wel efficient zijn maar niet op macro door recessie)
    -verdeling/rechtvaardigheid (verzorgingsstaat)
    -paternalisme (de overheid bepaalt wat goed is voor de bevolking)


     
      
  • Op welke manieren kan de overheid ingrijpen?

    De overheid kan ingrijpen door: 
    1. regelgeving
    2. zelf produceren
    3. uitbesteding
    4. financiële prikkels 
    5. overdrachten (uitkeringen)
    6. overleg (bijvoorbeeld met SER)
  • Als de overheid probeert in te grijpen in marktfalen levert dit ook weer non-market failures op, welke?

    1. output is lastig te meten
    2. kwaliteit is moeilijk vast te stellen (bijv. in een ziekenhuis)
    3. vaak geen sprake van concurrentie
    4. wanneer problemen aanwezig zijn wordt beleid gemaakt, er is alleen geen duidelijkeheid wanneer het beleid weer stopt. 
    5. het formuleren van een probleem wordt beloond, maar de verantwoordelijkheid nemen wordt vaak niet gewaardeerd. 
    6. Er is een politieke conjunctuur gaande waarbij er vaak zure maatregelen aan het begin van een kabinet worden genomen en zoete maatregelen aan het einde.
  • Hoe kan het common-pool probleem worden opgelost?

    Dit kan worden opgelost door:
    1. Met een één partijstelsel is het mogelijk om een fiscal entrepeneur aan te stellen die centraal de belangen behartigd en spanningen doet afnemen
    2.  Door onderhandelingen kunnen de spanningen afnemen, in de politiek gebeurt dit door coalities.
  • Wat probeert het NPM teweeg te brengen in de publieke sector?

    Het NPM wil dat methoden en technieken uit de marktsector ook worden toegepast in de publieke sector, hierdoor zou de overheid veel efficienter kunnen werken. Een probleem is echter wel dat niet alles in marktsectoren te plaatsen is. Zou een arts bijvoorbeeld per gelukte operatie betaald moeten worden?
  • Wat zijn de gevolgen van het NPM?

    De gevolgen van het NPM zijn bijvoorbeeld dat:
    1. focus op efficiency
    2. planning en budgeteringstechnieken worden overgenomen uit het bedrijfsleven
    3. de publieke sector wordt prestatiegericht, maar dit is in sommige sectoren moeilijk in te voeren.
    4. er ontstaat meer concurrentie
    5. management stijlen worden overgenomen uit de marktsector
    6. contracten krijgen een veel sterker bindend karakter
    7. Veel taken worden geprivatiseerd
    8. De terminologie van ambtenaren verandert. Ambtenaren gebruikten nu bijvoorbeeld het woord 'target' 
  • Welke redenen zijn er om begrotingsfondsen in te voeren?

    Begrotingsfondsen:
    1. bieden bescherming van de uitgaven 
    2. bieden flexibiliteit
    3. andere beheersvorm. via een fonds kun je geld reserveren voor volgend jaar, anders is dit verboden
    4. een fonds biest de mogelijkheid tot spaarpot
    5. bij een fonds mogen derden ook mee doen, denk aan kleine bedrijven die subsidies krijgen, deze mogen zich niet bemoeien met de begroting 
    6. vanuit een fonds kan geld vrij besteedbaar naar andere lagere oveheden vloeien


    Uiteindelijk geldt alleen punt 4 als geldige reden, omdat de rest op andere manieren bereikt kunnen worden.
  • Welke nadelen kent het begrotingsfonds?

    1. groot risico dat de afweging niet optimaal is
    2. ingewikkeld vanwege doorsluizen van geld
    3. rigide of inflexibiliteit. Er wordt ook geld uitgegeven als het niet goed gaat met de economie
    4. er is geen transparantie meer.  (niet het geval in Nederland)
    5. uitgaven zijn afhankelijk van de inkomsten. Hoe meer geld wordt opgehaald, hoe meer geld wordt uitgegeven. 
    6. punt vijf wordt versterkt door conjunctuurschommelingen
  • Welke begrotingsfondsen kennen we in Nederland?

    1. sociale verzekeringen
    2. overige fondsen zoals een investeringsfonds, een fonds dat geld verdeelt tussen gemeenten en provincies. En het deltafonds en dijkbewaking
    3. diverse afgeschafte fondsen zoals AOW-spaarfonds, Fonds economische structuurversterking en btw compensatiefonds. 
LET OP!!! Er zijn slechts 71 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart