Statistiek - Kansrekening
7 belangrijke vragen over Statistiek - Kansrekening
Hoe werkt een kansrekening? (3 stappen)
Stelling kansrekening:
Het gooien van één 6 met een 1 dobbelsteen zien we als toeval maar we kunnen de kans berekenen dat dit voorkomet
Waarvan 5 uit 6 geen kans op het gooien van één 6
Maar wel 1 uit 6 dat je wel één 6 gooit
Wat is het percentage dat je wel één 6 gooit met 1 dobbelsteen?
5/6 x 1/6
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wanneer heb je meer kans dat je één 6 gooit?
Hoe meer dobbelstenen, hoe kleiner het percentage dat je het niet gooit
Wanneer kan je beter voorstellen dat je wel één 6 gooit?
Stelling 2 dobbelstenen:
Je hebt nu 3 dobbelstenen wat is het percentage kans dat je één 6 gooit
5/6 x 5/6 x 1/6 (x3)
Hoe kan je deze kansrekening vertalen naar een steekproef?
N=1 (kan je niet naar de hele populatie trekken)
N=200 (heb je een grotere kans dat het werkt voor de hele populatie, kan op toeval is kleiner)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden