Proporties & inferentie - Proporties
4 belangrijke vragen over Proporties & inferentie - Proporties
Wat zijn de uitgangspunten voor proporties?
- Een grote steekproef
- Centrale limietstelling: steekproefproporties zijn normaal verdeeld
- We hebben hier dus geen steekproefverdeling van gemiddelden, maar een steekproefverdeling van proporties
- Dus: altijd in plaats van gemiddelden proporties.
- We hebben ook een betrouwbaarheidsinterval, maar nogmaals: niet voor gemiddelden, maar voor proporties. "De kans op iets"
- Pu = meestal weet je deze niet; want deze probeer je juist te schatten; als je deze niet weet gebruik je 0,5; omdat we dan zo
conservatief mogelijk zijn voor deze test; dus zo streng mogelijk toetsen voor die brandbreedte rondom die proportie die we proberen te schatten.
Een voorbeeld =
N = 1000
16% stemt voor VVD (25 zetels)
- Dus: ps = 16% = 0,16
Bereken het betrouwbaarheidsinterval voor proporties.
- N = 1000
- Ps = 16% = 0,16
1.96√(0,25:1000) = 0,03.
- Dus: met 95% zekerheid kunnen we zeggen dat tussen de 13-19% van de kiezers voor de VVD zal stemmen.
Benoem de 5 stappen van significantie voor een two sample case
- Assumpties
- Onafhankelijke aselecte steekproeven
- Nominaal meetniveau; want het gaat over proporties
- t-toets voor proporties
- Formuleren van de hypothese
- H0; Er is geen verschil tussen beide populaties
- Bepaal het kritieke gebied
- z-verdeling (bekijken alleen een grote N)
- Bereken de toets-statistiek
- Beslissing en (inhoudelijke) conclusie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe ziet de formule van een two sample case proporties eruit?
- De toets-statistiek = je berekent eerst de standaarddeviatie van de populatie, maar deze weet je niet, dus bereken je apart.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden