Samenvatting: Health Psychology Syllabus | j Fleer
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Health psychology syllabus | j. Fleer
-
1 the science of psychology
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1. Leg uit wat er in wetenschappelijke studies bedoeld wordt met ‘common sense’ en wat een gevolg kan zijn van common sense denken.
Common sense is wanneer een persoon doet/kiest wat zij denken dat het vanzelfsprekende is.
Een gevolg van common sense denken is iets vanzelfsprekend achten / geloven wat volgens de wetenschap niet waar is.
-
Definieer en beschrijf de verschillen tussen een psycholoog en psychiater
-Psycholoog: hebben vaak een universitaire degree in een gedrags- gerelateerde discipline.
-Psychiaters zijn gespecialiseerd in de oorzaken en behandelingen in psychische stoornissen.
Psychiaters mogen medicijnen voorschrijven, want zijn arts.
-
Psychologen zijn werkzaam binnen verschillende takken van de psychologie. Noem 5 soorten takken binnen de psychologie en leg uit waar psychologen zich binnen een betreffende tak mee bezig houden.
- toegepaste psychologie: helpt mensen om echte (wereld?) problemen op te lossen of psychische problemen.
-werken met patienten/clienten
-helpen organisaties
- Onderzoeks psychologen: onderzoeken fysieke, emotionele, sociale, cognitieve en biologische basissen van menselijk denken en gedrag.
-gezondheidspsychologie: bestuderen op welke manieren levensstijl en gedrag ziekte en gezondheid beinvloeden
-cross-culturele psychologie: bestuderen de impact van cultuur op gedrag.
-klinische psychologie: bestuderen de oorzaak en behandeling van psychische stoornissen en aanpassingsproblemen
-sociale psychologie: effect van mensen op het gedrag van anderen.
-cognitieve psychologie: bestuderen aandacht, geheugen
-
Wat zijn de verschillen tussen het dualisme van Rene Descartes en het empirisme van John Locke en David Hume?
- Dualisme (descartes): je hebt een mechanisch lichaam en een ondeelbare onmaterialistische geest die samen een interactie hebben.
- Empirisme (Locke en Hume): de waarheid kan ontdekt worden dmv observatie en experience
-
2 learning and behaviour
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Onder welke twee voorwaarden vindt reinforcement plaats?
reinforcement is een bekrachtiging, het verhogen van de waarschijnlijkhied van het opnieuw optreden van een gedrag dat direct aan de bekrachtging vooraf gaat.
een reinforcer moet moet gelijk na het vertoonde gedrag komen.
als het gedrag al in is gezet voor de stimulus heeft de reinforcer geen zin.
-
1. Wat is de rol van belonen en van straffen bij het leren van gedrag?
aversive stimulus: een negatieve stimulus, waardoor organisme respons gaat geven waardoor hij dit voorkomt in de toekomst. gedrag word afgezwakt.
appetitive stimulus: gedrag wordt versterkt.
gedrag versterkt bij geven van appetitive stimulus en beeindigen van aversive stimulus
gedrag zwakt af als aversive stimulus ontstaat en appetitive stimulus stopt.
-
3 social cognition and attidues
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Beschrijf hoe mensen zich een indruk vormen van hun sociale omgeving.
Sociale cognitie : hoe de mens denkt over, reageert op, en de werld waarneemt.
Dit wordt beinvloed door:
-impressievorming ; de manier waarop we informatie integreren van iemands karaktereigenschappen tot een beeld van diegene. (hoe staat iemand bekend, central traits (zijn belangrijke karaktereigenschappen) en peripheral traits)
-zelf-concepten: je perceptie van je eigen individualeit in de context van gebeurtenissen die belangrijk zijn om te definiëren wie je bent (cultuur, familie, self concept is meestal gemaakt onafhankelijk van anderen)
-attributieproces: kijken waar de oorzaken liggen van iemands gedrag
-
Wat is een vooroordeel en een stereotype?
vooroordeel:een mening die niet op feiten is gebaseerd.
sterotype: overdreven beeld van een groep mensen dat vaak niet (volledig) overeenkomt met de werkelijkheid
Je spreekt van een vooroordeel als je een oordeel over iemand geeft, dat niet op kennis van zaken berust.Als een vooroordeel gaat over een bepaalde groep mensen, spreekt men van een stereotype (bijv. Duitsers drinken altijd veel bier). -
4 ‘Functional somatic symptoms and syndromes’
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
Leg uit wat er verstaan wordt onder een functioneel somatisch syndroom en geef twee voorbeelden.
functioneel somatisch syndroom zijn somatische symptomen die zels na extensieve medische onderzoeken onverklaarbaar blijven, dus geen identifiable disease.‘Functionele symptomen’ neemt niet aan dat dit door psychogenese komt maar alleen door een verstoring van een lichamelijke functie.
Voorbeelden van functionele somatische syndromen zijn fibromyalgie ( spier en gewrichtspijn) en chonische vermoeidheid.
-
Leg uit wat het verschil is tussen medische en psychiatrische syndromen en geef voor elk soort syndroom een voorbeeld
Medische syndromen: markeert patronen van somatische symptomen, vaak met betrekking tot bepaalde lichamelijke systemen. Vb. Chronische pijn, prikkelbare darm syndroom
psychiatrische syndromen : markeren psychologische processen en het aantal somatische symptomen die het geeft. Vb. Angst, depressie, somatoforme (lichamelijke klachten waarvoor geen somatische oorzaak (lichamelijke ziekte) gevonden is.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden