Samenvatting: Heelkunde Thema 1 Het Leven

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van HEELKUNDE THEMA 1 HET LEVEN

• 1 OBSERVATIES EN INTERVENTIES BIJ EEN CHIRURGISCHE WONDE ..

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• LEG DE ZELFZORG EN INSPRAAK UIT WAT DIT VOOR JOU BETEKENT?

  Daarom is het belangrijk dat de zorgvrager zoveel mogelijk impact, inspraak en autonomie heeft tijdens de zorg. - Laat de zorgvrager zoveel mogelijk zelf doen, bv. - Vraag de zorgvrager om te verwittigen wanneer hij te veel pijn heeft, zodanig dat je hier rekening kan mee houden door eventjes te wachten, een pijnstiller te voorzien. - De zorgvrager kan inspraak krijgen bij de keuze van het eindverband. Hij kan melden wanneer zijn verband problemen geeft, losgekomen is of doordrenkt is met wondvocht.

• HOE GA JE HET COMFORT VERHOGEN?

  Het is belangrijk dat een zorgvrager ontspannen is tijdens de wondverzorging. Dit kan door: - een aangename, rustige omgeving te scheppen, eventueel te zorgen voor afleiding; - aan te voelen wanneer het beter is de zorgvrager in een aparte ruimte te verzorgen, bv. na borstamputatie. zv in aangepaste comfortabele houding installeren
  een goed steunende buikband verhoogt comfort bij ophoesten fluimen . de juiste kledij verhoogt comfort vb operatiehemd niet knellende nachtkledij op de wonde  aandacht voor privacy

• HOE GA JE ECONOMISCH EN ECOLOGISCH TEWERK?

  Niet méér steriele instrumenten, verbandstoffen, wondsets en ontsmettingsmiddelen gebruiken dan nodig voor een efficiënte wondverzorging.Time is money: kies voor een wondzorg die zo weinig mogelijk moet uitgevoerd worden. - Weet ook dat bij iedere wondzorg de kans op infectie groot is. - Weet dat de kans op aantasting van het granulatieweefsel bij iedere verbandwisseling en wondontsmetting reëel is. - Denk ook aan de kost van de klassieke verbandmiddelen en setjes bij een veelvuldige wondzorg.

• 1.1 DEFINITIE

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• WAT VERSTA JE ONDER WONDZORG?

  
  vVerschillende handelingen en methoden
  vBepaalde volgorde worden uitgevoerd Wonden steriel te verzorgen

• LEG EEN KRITISCH GEKOLONISEERDE WONDE UIT?

  Micro-organismen zijn aanwezig, vermenigvuldigen zich in levende weefsels en bereiken een concentratie die hoger is dan 105 bacteriën per gram. Bv.: wonden die niet helen.
  Bv.: wonden bij zorgvragers met algemene slechte toestand.
  Bv.: wonden gekoloniseerd met MRSA.=Methicillin-resistant Staphylococcus aureus

• WAT ZIJN DE KLINISCHE INFECTIETEKENEN VAN EEN GEINFECTEERDE WONDE?

  
  §Balans M.O. en verdedigingsmechanismen verstoord
  §Voordeel = voor de M.O. in de wonde  
  §Aanwezigheid klinische infectietekenen: 
  1.Aanwezigheid pus
  2.Rubor 
  3.Calor
  4.Dolor
  5.Tumor
  6.Eventueel systemtische symptomen (koorts, leukocystose) 

• 1.2 WAAROM EEN WONDZORG UITOEFENEN?

• WELKE INDICATIE INTERVENTIE BIJ EEN CHIRURGISCHE WONDE?

  Wonde en wondomgeving beschermen tegen M.O.
  Wonde beschermen tegen schadelijke invloeden
  Beschermen tegen verontreiniging en irritatie
  Wondheling te bevorderen
  
  Wonde draineren, steunen, rusten
  
  Hemostase bewerkstelligen
  Verpleegkundige interventies uitvoeren
  Observatie en controle van de wonde
  Comfort verhogen

• 1.4 1.4 BASISPRINCIPE BIJ WONDZORG

  Dit is een preview. Er zijn 42 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• SOM DE BASISPRINCIPES WONDZORG  OP?

  Hygiëne en asepsis
  Veiligheid
  Beleving van de zorgvrager
  Zelfzorg en inspraak
  Comfort  
  Ergonomie
  Economisch en ecologisch werken

• HOE GA JE BESMETTING TIJDENS WONDZORG VOORKOMEN?

  Hygiëne en asepsis
  vMicrobiële besmetting materiaal en weefsel voorkomen
  vHoe?
  vUitsluiten 
  vVerwijderen                van M.O. 
  vVernietigen 

• WELKE WONDE GA JE EERST VERZORGEN?

  vMinst bevuilde wonde eerst 
  vNiet besmette wonde eerst verzorgen
  vVlot en handig werken 
  vGepaste handhygiëne, geen juwelen