Hemolytische anemiën

13 belangrijke vragen over Hemolytische anemiën

Beenmerg kan productie hoevaak vervoudigen

6 maal, enorme reticulocytose, anemie zal pas op de voorgrond treden bij een levensduur van RBC van 30 dagen (door ineffectieve erytropoiese)

Hemolytische anemiën, welke typen

  1. Intrinsiek defect
  2. Verworven, 'extracorpusculair', 'environmental'


Uitzondering hierop is paroxysmaal nocturnale hemoglobinurie, die in zekere zin verworven is, maar door een intrinsiek defect (membraandefect) van de RBC gekarakteriseerd is

Laboratoriumbevindingen (onderverdeeld in 3 groepen)

  1. Verhoogde RBC afbraak
    1. Bilirubine verhoogd, ongeconjugeerd verhoogd, met conjugatiemogelijkheid, ongeconjugeerd ook gebonden aan albumine
    2. urobilinogeen in urine verhoogd
    3. stercobiline verhoogd
    4. haptoglobine afwezig door het gevormde haptoglobine-hemoglobine complex --> clearance door RES
  2. Verhoogde RBC productie
    1. reticulocytose
    2. beenmerg erythroïde hyperplasie
  3. Beschadigde RBCs
    1. Morfologie (microcytose, macrocytose)
    2. Osmotische fragiliteit, autohemolyse
    3. RBC survival verkort
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Intravasale vs extravasale hemolyse

Intravasale hemolyse; directe lysis van de RBC (danwel door complement-geactiveerde antilichamen, of door MAC complex) in de circulatie, resulterend in de afgifte van hemoglobine en het haptoglobine-hemoglobine complex

Extravasale hemolyse; RBC wordt in milt of het RES gehemolyseerd, resulterend in hemoglobine omzetting in bilirubine in het RES

Erfelijke sferocytose (epidemiologie, pathogenese, symptomen, hematologische bevindingen, onderzoek/behandeling)

  1. Meest voorkomende erfelijke hemolytische anemie in EU
  2. Vaak veroorzaakt door defecten van ankereiwitten met lipide bilayer
  3. Resulteert in verminderde biconcaviteit, en dus een sferocyt. Sferocyten kunnen in het splenische microcirculatie niet passeren, en zullen daar gehemolyseerd worden
  4. Milde geelzucht, in het bijzonder met associatie Gilbert's, splenomegalie, gallstenen, aplastische crise (door Parvo)
  5. Hematologisch vertonen deze patiënten vaak een anmie, met microsferocyten, de sferocyten ehbben een verhoogde osmotische fragiliteit (sneller gelyseerd)
  6. Directe coombs negatief --> sluit autoimmuun uit. Bij een splenectomie zal er verminderde hemolyse zijn, en met name een verhoogd Hb

G6PD deficientie (glucose-6-fosfaat dehydrogenase)

  1. Defect in erytrocyt membraan
  2. NAPD productie facilitatie in de RBC
  3. NADP is nodig voor glutathion productie
  4. Bij een G6PD deficiëntie zal de RBC kwetsbaar zijn voor oxidatieve stress
  5. X-chromosomaal, vrouwen die heterozygoot zijn hebben de helft van de activiteit
  6. Zorgt voor malaria Falciparum

G6PD deficientie; symptomen

  1. Meestal asymptomatisch
  2. Indien aanwezig in alle cellen, dan is er sprake van acute hemolytische anemie bij verhoogde oxidatieve stress zoals bijv: medicatie, infecties, fava beans
  3. De hemolytische anemie is intravasaal en acuut, waarbij hemoglobinurie wordt waargenomen
  4. Andere symptomen; neonatale geelzucht
  5. Heel af en toe; congitnale non sferocytaire hemolytische anemie

Glycolytische defecten (pyruvaat kinase deficiëntie)

  1. Rigide celvorming door verminderde ATP productie
  2. 2,3 DPG verhoogd, en rechtsverschuiving van de O2 dissociatiecurve
  3. Symptomen: Vaak last van icterie, en galstenen
  4. Labbeeld: hemolytische anemie, poikilocytose, doornappelcellen
  5. Vaak polytransfusé
  6. Splenectomie kan de hemolytische anemie verzachten

Autoimmuun hemolytische anemiën; definitie en diagnose

  1. Antilichaamontwikkeling tegen eigen erytrocyten
  2. Positieve screening op de directe antiglobuline test (DAT), ofwel de directe Coombs test
  3. Kan onderverdeeld worden in een warme of koude type, naar gelang de reactie sterkst verloopt bij 37 graden of 4 graden celsius

Warme autoimmuun hemolytische anemie; mechanisme?

  1. RBCs gecaot met immuunglobuline, hoofdzakelijk IgG, alleen of samen met complement, worden vaak middels de Fc receptor van de macrofagen in het RES herkend.
  2. Daardoor zullen de cellen gedeeltelijk de gecoate membraan verliezen, en sferisch worden, om zo hetzelfde volume te houden
  3. Hierna worden ze met name in de milt, prematuur gedegenereerd

Warme AIHA; symptomen

  1. Kan voorkomen bij alle leeftijden, beide geslachten
  2. Milt is vaak vergroot; splenomegalie
  3. Vaak remissie van ziektebeeld
  4. Kan voorkomen in samenhang met ander ziektebeeld, of methyldopa gebruik
  5. Wanneer geassocieerd met een dioptaische trombocytopenie, is dit genoemd het Evans' syndroom
  6. Secundair aan SLE, zijn de cellen vaak gecoat met zowel IgG alsook complement

Warme AIHA; behandeling

  1. Behandelen onderliggende oorzaak (SLE, ITP, methyldopa gebruik)
  2. Corticosteroïden
  3. Splenectomie bij mensen waarbij corticosteroïd gebruik niet leidt tot een acceptabele Hb niveau (met lichte hemolyse?)
  4. immunusuppressie indien bovenstaande maatregelen niet werken (denk aan cyclofosfamide, cyclosproine, chlorambucil, azathioprine)
  5. Monoclonale antilichamen tegen CD20 (B-cellen), rituximab
  6. Foliumzuur wordt gegeven in ernstige anemiën
  7. Bloedtransfusie

Koude AIHA; mechanisme

  1. Hoofdzakelijk IgM dat in de periferie bindt aan het oppervlak van de erytrocyten, waar de lichaamstemperatuur koeler is
  2. IgMs zijn zeer efficient in het activeren van complement, en dus resulteren in een intravasculaire en extravasculaire hemolyse
  3. Complement is vaak alleen gevonden op de ery's, omdat het IgM wordt weg ge-elueert gezien de warmere temperatuur
  4. Vaak alle koude AIHA is het antlichaam reactief tegen het I antigeen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo