Erytropoese en algemene aspecten van anemie

12 belangrijke vragen over Erytropoese en algemene aspecten van anemie

Bij zuurstofgebrek in het weefsel, hoe werkt dan het DPG gebeuren

  1. DPG, H+ en CO2 kunnen de curve naar rechts doen verschuiven. Deze beweging zorgt ervoor dat de affiniteit van zuurstof voor het Hb doet afnemen, en dus sneller wordt afgestaan in het lokale (zuurstofarme, en 'zure') milieu
  2. Tevens zorgt sikkelcel (HbS) voor een rechtsverschuiving, en dus voor een lagere affiniteit voor O2, en minder makkelijke afgifte

Methemoglobine, pathofysiologie en consequentie

  1. IJzer in de heemgroepen bevat Fe3+ (geoxideerd ijzer) ipv Fe2+
  2. Kan worden veroorzaakt door NADH deficientie, diaphorase, of overerfbaarheid van Hb M (een afwijking op aminozuurniveau in het Hb dat de globinepockets aantast)
  3. Toxische methemoglobinemie wordt veroorzaakt door medicatie of toxische stoffen die het Fe2+ in heem oxideren in Fe3+, in al deze toestanden zal de patiënt tekenen van cyanose vertonen

Erytrocyt osmotische druk

5x zo hoge osmotische druk (door hoge eiwitcontent (Hb)), en heeft ATP nodig om de Na/K ATPase te laten fungeren (3 Na+ cel uit, 2K+ de cel in)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

RBC intracellulaire eiwitten

  1. alpha en beta Spectrine
  2. Ankyrine
  3. Actine
  4. protein 4.1


Afwijkingen in deze eiwitten kunnen de vormafwijking van de RBC dus ook verklaren (zoals erfelijke sferocytose, elliptocytose)

Ook afwijkingen in fosfolipiden en cholesterol concentratie kunnen afwijkingen veroorzaken;

Fosfolipiden en cholesterol verhoogd --- targetcellen (doelcellen?)

Cholesterol enkel verhoogd --- acantocyten

Anemie klinische symptomen (vermoeidheid, bleekheid, tachycardie, O2 dissociatiecurve, slagvolume) afhankelijk van:

  1. Tijd van verschijning (snel of langere tijd); snel ontstaan resulteert in een minder goede adaptatie van O2 dissociatie curve van hemoglobine en cardiovasculair systeem, en dus voor meer symptomen)
  2. Ernstigheid; milde anemie heeft vaak geen klinische symptomen
  3. Leeftijd; ouderen hebben minder goede compensatie (wat betreft cardiac output door slagvolume en tachycardie), wat de zuurstofbehoefte en dus het tekort minder goed opvangt dan bij jongere mensen
  4. Hb O2 dissociatiecurvel; resulteert in de vorming van 2,3 DPG in de ery's, resulterend in de rechtsverschuiving van de O2 dissociatiecurve, en dus een makkelijkere afgifte in het weefsel door de verlaagde affiniteit.

MCV tijdens geboorte en zwangerschap

Hoge MCV bij geboorte, dan flink verlaagd tot 70 fl op eenjarige leeftijd.

Tijdens zwangerschap ook verhoogd MCV kans, zonder foliumzuur of VitB12 deficientie aan ten grondslag ligt

Bij anemiën met een hemolytische component

  1. Is vaak LDH
  2. neutrofiele granulocyten
  3. trombo's
  4. bilirubine


Verhoogd

Haptoglobine verlaagd of onmeetbaar, als haptoglobine-hemoglobine complex

Afwezigheid reti respons

  1. Vitamine B12, foliumzuur of ijzerdeficientie
  2. Beenmergziekte (acute leukemie, hypoplasie, lymfoom, myeloom, TBC)
  3. Renale ziekten (en dus EPO gebrek)
  4. Verminderde O2 gebruik van weefsels (myxoedeem, eiwitdeficiëntie)
  5. Ineffectieve erytropoese (thalassemie major, megaloblastaire anemie, myelodysplasie, congenitale dyserythropoietische anemie
  6. Chronische inflammatie, of maligne aandoening

Morfologie middels digitale automatische microscopische diff

Kan essentieel zijn om een anemie te beoordelen op celgrootte en vorm
Tevens kunnen afwijkende leukocyten en trombocyten worden beoordeeld. Bijv. Normoblasten, blasten of granulocytaire precursors in het perifeer bloedbeeld aanwezig

IJzergebrek en vitamine B12 deficiëntie

Zowel microcytaire alsook macrocytaire anemie, dus zal uiteindelijk uitmiddelen tot normocytair, en daarmee niet afwijkend lijken

Echter, de redcell distribution width (RDW) zal fors verhoogd zijn, als gevolg van het forse verschil in ery volume, en dus daar zal een gemixt beeld waarneembaar zijn

Veranderingen in vorm en grootte van de erytrocyten

  1. Poikilocytosis (vorm)
  2. anisocytosis (grootte)

Beoordeling beenmerg erytropoiese M/E ratio

Myeloid/erytroid ratio, ofwel de granulocyte precursors ratio t.o.v. De erytroide precursors, is normaal 2.5:1 tot 12:1, maar bij deze ratio is effectief verlaagd bij een selectieve verhoging van de erytropoiese

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo