Samenvatting: Hematologie/klinische Immunologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hematologie/Klinische immunologie
-
Granulopoïese, monopoïese en lymfopoïese
Dit is een preview. Er zijn 49 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10/09/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Welke organen vallen onder hematologie?
Primaire lymfoïde organen:
- Beenmerg: productie van T- en B-lymfocyten, granulocyten, monocyten, erytrocyten en trombocyten + opleiding van B-cellen (negatieve selectie).
- Thymus: opleiding van T-cellen (positieve selectie = T-cel moet binden aan lichaamseigen MHC + negatieve selectie = T-cel mag niet binden aan lichaamsvreemde peptiden).
- Lever en milt: foetale bloedaanmaak.
Secundaire lymfoïde organen:
- Lymfeknopen: immuunrespons in de lymfevaten.
- Milt: immuunrespons in het bloed (witte pulpa) + afbraak van erytrocyten (rode pulpa).
- MALT: immuunrespons in de slijmvliezen:
Amandelen (tonsillen): immuunrespons in de keel.
Platen van Peyer: immuunrespons in de darm. -
Wat gebeurt er met teveel aan vocht in de interstitiële ruimte?
Wordt afgevoerd via de lymfevaten naar het hart toe via de grote borstbuis (ductus thoracicus), gestuwd door samentrekking van omliggende skeletspieren en terugstroming wordt voorkomen door kleppen. -
Wat is sinusoïdaal endotheel?
Endotheel van capillairen in het beenmerg, hebben veel ruimte tussen de endotheelcellen, zodat uitgerijpte stamcellen het beenmerg kunnen verlaten zodat nieuwe bloedcellen in het bloed terechtkomen. -
Wat is compartimentalisatie binnen het beenmerg op basis van plaats?
- Erytrocyten en macrofagen worden gemaakt romdom de bloedvaten.
- Granulocyten worden gemaakt ver van de bloedvaten vandaan. -
Welke typen stamcellen zijn er?
- Totipotente stamcel: alle cellen (ook extra embryonaal, bv. placenta).
- Pluripotente stamcel: alle kiembladen (ook embryonaal, maar niet extra embryonaal zoals placenta).
- Multipotente stamcel: heel aantal cellen.
- Oligopotente stamcel: paar celtypen.
- Unipotente stamcel: 1 celtype
- Induced pluripotente stamcel (iPS): stamcellen in het lab gemaakt. -
Wat gebeurt er met een stamcel een een cytokine (groeifactor) als ligand bindt op de receptor van de stamcel?
- Stamcel gaat prolifereren en differentiëren.
- Gedifferentieerde stamcel verliest expressie voor cytokine receptor.
- Gedifferentieerde stamcel verliest expressie adhesiemoleculen: laat los van stromacellen (matrix) en gaan bewegen.
- Uitgerijpte stamcellen kunnen door de sinusoïdale capillairen in het bloed komen (door beenmerg-bloedbarrière). -
Wat stimuleert IL-5?
Interleukine 5 stimuleert de differentiatie tot eosinofiele granulocyten. -
Wat stimuleert GM-CSF?
Groeifactor voor donoren, zorgt voor meer aanmaak van stamcellen.
- GM-CSF stimuleert de ontwikkeling van CFU-GM (myeloblast) naar neutrofielen en monocyten. -
Wat stimuleert IL-8?
Interleukine 8 stimuleert de migratie van rijpe neutrofielen uit de bloedvaten. -
Wat is de functie van IL-4?
Interleukine 4 activeert een type II immuunrespons via T-helper 2 cellen (betrokken bij allergie).
- Bevindt zich in granules van basofiele granulocyten.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Hematologie/klinische Immunologie
-
Granulopoïese, monopoïese en lymfopoïese
-
Telling en differentiële telling van leukocyten en Immunologische classificatie van bloedcellen
-
Morfologische afwijkingen van leukocyten en Pathologie van de leukopoïese - benigne aandoeningen
-
Gastles HLA typering
-
Immuundeficiënties
-
Bloedgroepen en bloedvoorziening