Morfologische afwijkingen van leukocyten en Pathologie van de leukopoïese - benigne aandoeningen

29 belangrijke vragen over Morfologische afwijkingen van leukocyten en Pathologie van de leukopoïese - benigne aandoeningen

Wat is het ezelsbruggetje van voorkomen van leukocyten in het bloed?

Never let monkeys eat bananas

Neutrofielen (70%) - lymfocyten (25%) - monocyten (6%) - eosinofielen (3%) - basofielen (<1%)

Welke morfologische afwijkingen door insluitsels kunnen voorkomen in granulocyten?

- Vacuolen
- Toxische korreling
- Lichaamspjes van Döhle
- Hypogranulatie
- Auerse staven
- Abnormale insluitsels

Wat is toxische korreling?

Variatie in kleuring van de korrels binnen dezelfde granulocyt.

Verdwijnen als preparaat te lang in EDTA heeft gestaan.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn lichaampjes van Döhle?

Lichtblauwe/grijzige insluitsels tegen de rand van de cel met opgehoopt materiaal uit de ribosomen.

Wanneer komen lichaampjes van Döhle voor?

Bij bacteriële infecties en toxische situaties (sepsis),
chemotherapie, myelodysplastisch syndroom en myeloïde leukemie.

Wat zijn Auerse staven?

Helderroze, naaldvormige insluitsels in myeloblasten en promyelocyten met dezelfde inhoud als normale granules.
- Meestal 1 of 2 per cel, maar takkenbos kan ook voorkomen.

Wanneer komen abnormale insluitsels voor?

Bij May-Hegglin: basofiele insluitsels die lijken op lichaampjes van Döhle.

Bij Chédiak-Higashi syndroom: zeer grote donkerpaarse insluitsels.

Wat is anomalie van Pelger-Huet?

- Erfelijke (autosomaal dominant) kernafwijking aan granulocyten
--> te weinig segmenten.
- Geeft geen symptomen.
- Heterozygoot: brilvormige kern
- Homozygoot: geen segmentatie

Wanneer komt pseudo Pelger-Huet voor?

Myelodysplastisch syndroom en myeloide leukemie
(net als hypogranulatie)

Waarom wordt linksverschuiving niet meer vaak bepaald in het lab?

Er is discussie of staafkernige neutrofielen onrijp zijn of niet en hoeveel cellen er aanwezig moeten zijn om te kunnen spreken van linksverschuiving.

Beter is absolute aantal neutrofiele granulocyten te tellen.

Welke morfologisch afwijkingen van lymfocyten kunnen voorkomen?

- Atypische lymfocyten
- Gumprechtse schollen

Wanneer komen atypische lymfocyten voor?

Bij de ziekte van Pfeiffer (mononucleosis infectionsa) - infectie met EBV (epstein-Barr virus): virus infecteert B-cellen --> activatie cytotoxische T-cellen tegen virus --> verhoogd aantal B-cellen en T-cellen.

Hoe kan de ziekte van Pfeiffer worden gediagnosticeerd?

Via het aantonen van heterofiele antilichamen: antilichamen die reageren met erytrocyten van andere soorten.
- Antilichamen worden uit bloed van patiënt geïsoleerd en wordt aan bloed van bv. een paard toegevoegd:
- Agglutinatie --> heterofiele antilichamen aanwezig in patiënt
- Geen agglutinatie --> geen heterofiele antilichamen aanwezig in patiënt.

Wat zijn Gumprechtse schollen?

Kapotgestreken roze cellen ontstaat tijdens het maken van het bloeduitstrijkje (niet gezond).

Wat is de referentiewaarde voor het aantal leukocyten in het bloed?

4 - 10 * 10^9 / L

Hoe kan er onderscheid worden gemaakt tussen een infectie (reactief) en een leukemie (autonoom)?

Met een alkalische fosfatase kleuring (AP-kleuring).

Hoe werkt de alkalische fosfatase kleuring (AP-kleuring)?

AP verhoogd --> infectie (leukemoide reactie)
AP verlaagd --> leukemie

Wat is neutrofilie en wanneer komt het voor?

Neutrofilie is een verhoogd aantal neutrofielen in het bloed (> 7,5 * 10^9 / L) door teveel aanmaak of versnelde afgifte.
Komt voor bij:
- Reactief: bacteriële infecties (leukemoïde reactie) --> zowel verhoogd aantal als verlaagd aantal neutrofielen kan voorkomen bij infectie.
- Autonoom: leukemie.
- Trauma, hartinfarct, tumoren, brandwonden

Gaat bijna altijd gepaard met linksverschuiving en dus morfologische afwijkingen van de neutrofielen (meer staafkernige).

Wat is neutropenie en wanneer komt het voor?

Neutropenie is een verlaagd aantal neutrofielen in het bloed (< 2 * 10^9/L) door te weinig aanmaak of teveel afbraak (immuunneutropenie door auto-antistoffen).
Komt voor bij:
- Infecties --> zowel verhoogd aantal als verlaagd aantal neutrofielen kan voorkomen bij infectie.
- Gebruik van medicijnen

Wat is eosinofilie en wanneer komt het voor?

Eosinofilie is een verhoogd aantal eosinofielen in het bloed (> 0,5 * 10^9/L).
Komt voor bij:
- Allergie of parasitaire infecties

Wat is eosinopenie en wanneer komt het voor?

Eosinopenie is een verlaagd aantal eosinofielen in het bloed (< 0,05 * 10^9/L).

Wat is basofilie en wanneer komt het voor?

Basofilie is een verhoogd aantal basofielen in het bloed (> 0,15 * 10^9/L).
Komt bijna nooit voor (niet bij allergie!).

Wat is monocytose en wanneer komt het voor?

Monocytose is een verhoogd aantal monocyten in het bloed (> 0,90 * 10^9/L).
Komt voor bij bacteriële infecties (tuberculose), lymfomen en leukemie.

Wat is monopenie en wanneer komt het voor?

Monopenie is een verlaagd aantal monocyten in het bloed (< 0,15 * 10^9/L).
Komt voor bij hairy cell leukemia (vorm van CLL).

Wat is lymfocytose en wanneer komt het voor?

Lymfocytose is een verhoogd aantal lymfocyten in het bloed (> 4 * 10^9/L).
Komt voor bij virusinfecties (EBV - ziekte van Pfeiffer, CMV - Herpes, Rubella - rode hond, HIV - AIDS).

Wat is lymfocytopenie/lymfopenie en wanneer komt het voor?

Lymfocytopenie is een verlaagd aantal lymfocyten in het bloed (< 1 * 10^9/L).
Komt minder voor dan te weinig granulocyten.
Komt voor bij: behandeling met corticosteroïden (onderdrukken ontsteking), lekkage uit darm of lymfevaten en AIDS --> verlaagd aantal CD4+ T-helpercellen.

Welke gestoorde granulocytenfunctie syndromen zijn er?

Primair:
- Chédiak-Higashi syndroom
- Chronische granulomateuze ziekte
- Erfelijke myeloperoxidase deficiëntie

Secundair:
- Premature (te vroeg geboren) kinderen
- Ondervoeding
- Brandwonden

Wat is erfelijke myeloperoxidase deficiëntie?

Een genetische ziekte waarbij de granules van de granulocyten (vooral neutrofielen) geen myeloperoxidase bevatten --> geen omzetting van substraat en H2O2 in hypochloriet --> geen afbraak van celmembranen van bacteriën --> probleem bij afbraak van gefagocyteerd materiaal.

Wat is het gevolg van een destructie van de bijnierschors (ziekte van Addison) ten aanzien van de concentratie eosinofiele granulocyten?

Bijnierschorshormoon (cortisol) verhindert het vrijgeven van eosinofielen uit het beenmerg. Bij destructie van de bijnierschors kan dit niet worden verhindert --> meer eosinofielen in het bloed, dus een eosinofilie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo