Startpagina / Samenvattingen / Class notes - Hematologie/Klinische immunologie / kleuring-geteld-neutrofielen

Telling en differentiële telling van leukocyten en Immunologische classificatie van bloedcellen

19 belangrijke vragen over Telling en differentiële telling van leukocyten en Immunologische classificatie van bloedcellen

Waar bevinden de granulocyten, monocyten en lymfocyten zich in een 2D-plot?

Granulocyten (voornamelijk neutrofielen, beetje eosinofielen en basofielen): grootte FSC en grootte SSC --> rechtsboven.

Monocyten: grootte FSC en kleine SSC --> rechtsonder.

Lymfocyten: kleine FSC en kleine SSC --> linksonder.

Wat is een fluorochroom / fluorophore?

Een molecuul dat door aanstraling door licht met een bepaalde golflengte kan worden geëxiteerd en vervolgens licht met een lagere energie en dus een hogere golflengte uitstraalt (bv. FITC, TRITC, PE).

Hoe werkt een dichromatische spiegel?

Bevindt zich in de fluorescentie microscoop achter de lichtbron en het excitatie filter. De spiegel reflecteert het excitatie licht met een korte golflengte richting het sample en laat het emissie licht met een langere golflengte door vanaf het sample naar het emissie filter en uiteindelijk de detector.

Wat is een voordeel en een nadeel van de directe methode van de immunofluorescentie?

Voordeel = meerdere eiwitten van interesse kunnen tegelijkertijd worden gedetecteerd door verschillende antilichamen met verschillende fluorescente labels te gebruiken.

Nadeel = signaal is lager, want geen signaal versterking door gebruik van secundair antilichaam (er kunnen namelijk meerdere secundaire antilichamen binden aan hetzelfde primaire antilichaam).

Hoe werkt de indirecte methode van de immunofluorescentie?

Antilichamen die specifiek reageren met de aan te tonen eiwitten worden aan het preparaat toegevoegd. Deze primaire antilichamen hebben geen label. De overtollige primaire antilichamen worden weggespoeld, waardoor alleen de gebonden antilichamen overblijven. Daarna worden gelabelde secundaire antilichamen toegevoegd die binden aan de gebonden primaire antilichamen. Deze secundaire antilichamen bevatten een fluorescent label, waardoor de specifieke eiwitten worden gekleurd als deze aanwezig zijn.

Wat zijn CD markers?

Cluster of differentiation, antigenen op de celmembraan van leukocyten. Elke leukocyt heeft andere CD markers.

Geef van de volgende CD markers aan op welke cellen ze voorkomen: CD2, CD3, CD4, CD5, CD7, CD8, CD19, CD20, CD22, CD25.

CD2 = T-lymfocyt
CD3 = T-lymfocyt
CD4 = T-helpercel
CD5 = T-lymfocyt
CD7 = T-lymfocyt
CD8 = Cytotoxische T-cel
CD19 = B-lymfocyt
CD20 = B-lymfocyt
CD22 = B-lymfocyt
CD25 = Geactiveerde B- of T-lymfocyt

Hoe kan het aantal leukocyten in het bloed worden geteld en gedifferentieerd?

Vroeger: handmatige telling onder microscoop (difje).
Nu: elektronische telling
- Hematocytometer = automated cell counter
- Optisch principe
- Impedantie principe

Wat is een hematocytometer (automated cell counter)?

Lijkt op een flowcytometer: meet FSC en SSC zonder fluorescente detectoren. Leukocyten in het bloed worden geteld doordat de erytrocyten eerst specifiek worden gelyseerd met een detergens.

Hoe werkt het optisch principe?

- Op basis van lichtverstrooiing: meten van FSC en SSC door de cellen 1 voor 1 langs een laser te voeren en detector meet het verstrooide licht.
- Alleen onderscheid mogelijk tussen granulocyten (veel neutrofielen en beetje eosinofielen en basofielen), monocyten en lymfocyten --> 3 groepen.

Hoe kan er bij de optische methode voor worden gezorgd dat er toch 5 populaties kunnen worden verkregen?

Combineren met cytochemische kleuring: myeloperoxidase kleuring (MPO).

Hoe werkt de myeloperoxidase kleuring?

- Myeloperoxidase zit vooral in granulen van neutrofielen (zet substraat en H2O2 om in hypochloriet --> maakt membranen van bacteriën kapot).
- Bij myeloperoxidase kleuring wordt een speciaal substraat toegevoegd dat door de neutrofielen wordt omgezet in een gekleurde verbinding --> kleurt specifiek de neutrofielen.
- Eosinofielen en basofielen worden niet gekleurd.
- Basofielen worden in een apart kanaal geteld met een detergens dat alleen de basofielen intact laat (fysisch).

Hoe werkt de impedantie methode (Coulter principe)?

- Op basis van elektrische geleiding: Cellen hebben hoge weerstand en geleiden elektriciteit slecht.
- Cellen worden 1 voor 1 langs een kleine telopening gezogen --> onderbreking van spanning --> signaal.
- Elk signaal is een cel: hoe hoger het signaal, hoe groter de cel.
- Alleen onderscheid mogelijk tussen granulocyten (veel neutrofielen en beetje eosinofielen en basofielen), monocyten en lymfocyten --> 3 groepen (lymfocyten zijn klein, granulocyten zijn groter en monocyten zijn het grootst).

Hoe kan er bij de impedantie methode voor worden gezorgd dat er toch 5 populaties kunnen worden verkregen?

Combineren met fysisch-chemische kleuring: DNA kleuring met propidium iodide (PI-kleuring).

Hoe werkt de propidium iodide (PI) kleuring (Abbott)?

- Eerst worden de erytrocyten (en erytroblasten) gelyseerd.
- Daarna PI kleuring: kleurt DNA zwart, maar kan niet door intact celmembraan heen.
Erytrocyten kleuren niet, want geen DNA.
Leukocyten kleuren niet, want intact celmembraan.
Erytroblasten kleuren wel, want gelyseerd en DNA

PI kleuring kleurt specifiek de erytroblasten.

Hoe kan je van een geteld percentage van een bepaald type leukocyt de standaard deviatie berekenen?

SD = wortel ( (A * (100-A)) / N )

A = geteld percentage van een bepaald type leukocyt
N = totaal aantal getelde leukocyten

Hoe kan het 99% betrouwbaarheidsinterval (CI) worden berekend?

99% BI = 3 x SD

Hoe kunnen de ondergrens en bovengrens van het 95% BI worden berekend?

Ondergrens = A - 95% BI
Bovengrens = A + 95% BI

A = geteld percentage van een bepaald type leukocyt

Wanneer zijn twee samples significant verschillend van elkaar (sample versus referentie)?

CI-correlatie = wortel ( (2* SD1)^2 + (2* SD2)^2 )

Als CI-correlatie kleiner dan het absolute verschil tussen beide gevonden percentages (A) = samples zijn significant verschillend.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Hematologie/Klinische immunologie

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Telling en differentiële telling van leukocyten en Immunologische classificatie van bloedcellen

19 belangrijke vragen over Telling en differentiële telling van leukocyten en Immunologische classificatie van bloedcellen

Waar bevinden de granulocyten, monocyten en lymfocyten zich in een 2D-plot?

Wat is een fluorochroom / fluorophore?

Hoe werkt een dichromatische spiegel?

Wat is een voordeel en een nadeel van de directe methode van de immunofluorescentie?

Hoe werkt de indirecte methode van de immunofluorescentie?

Wat zijn CD markers?

Geef van de volgende CD markers aan op welke cellen ze voorkomen: CD2, CD3, CD4, CD5, CD7, CD8, CD19, CD20, CD22, CD25.

Hoe kan het aantal leukocyten in het bloed worden geteld en gedifferentieerd?

Wat is een hematocytometer (automated cell counter)?

Hoe werkt het optisch principe?

Hoe kan er bij de optische methode voor worden gezorgd dat er toch 5 populaties kunnen worden verkregen?

Hoe werkt de myeloperoxidase kleuring?

Hoe werkt de impedantie methode (Coulter principe)?

Hoe kan er bij de impedantie methode voor worden gezorgd dat er toch 5 populaties kunnen worden verkregen?

Hoe werkt de propidium iodide (PI) kleuring (Abbott)?

Hoe kan je van een geteld percentage van een bepaald type leukocyt de standaard deviatie berekenen?

Hoe kan het 99% betrouwbaarheidsinterval (CI) worden berekend?

Hoe kunnen de ondergrens en bovengrens van het 95% BI worden berekend?

Wanneer zijn twee samples significant verschillend van elkaar (sample versus referentie)?

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Granulopoïese, monopoïese en lymfopoïese

Class notes - Hematologie/Klinische immunolo…

Overheidsfinanciën

Van de BV en de NV

Schets van het Nederlandse arbeidsrecht

Internationaal publiekrecht in vogelvlucht

De diagnostische cyclus

Corporate governance

Rechtshandeling en overeenkomst

Recht van de Europese Unie

Industriële productie : het voortbrengen van…

Seksuologie

Geschiedenis van het privéleven : bronnen en…