Erytropoïese

18 belangrijke vragen over Erytropoïese

Wat is kenmerkend voor de erytropoïese qua positie van de cellen in het beenmerg?

Kenmerkend voor de erytropoïese is dat de cellen in het beenmerg in groepjes bij elkaar liggen = erytroïde nesten of eilandjes. De overige cellen in het beenmerg liggen veel meer verspreid.

Wat gebeurt er tijdens de rijping van een erytrocyt met de grootte en structuur?

- De grootte van de cel neemt af.
- De structuur van het kernchromatine wordt steeds dichter (pakt steeds meer samen, wordt grover) = pyknosis.
- De verhouding tussen kern en cytoplasma neemt af (nucleus/cytoplasma of NC/ratio), doordat de grootte van de kern afneemt, terwijl de hoeveelheid cytoplasma toeneemt. Uiteindelijk verdwijnt de kern helemaal.
- De kleur van het cytoplasma verandert van donkerblauw (duidt op veel RNA in cytoplasma, een zure verbinding) naar licht bruin/roze (door hemoglobine), doordat de hoeveelheid RNA afneemt, terwijl de hoeveelheid gesynthetiseerd hemoglobine toeneemt.

Wat zijn de kenmerken van een pro-erytroblast (pronormoblast)?

- Vrij groot (14-19 µm)
- Iets ovaal
- Diep-basofiel (donkerblauw) cytoplasma zonder korrels
- Grote ronde kern met fijne chromatinestructuur
- Eén of meer nucleoli
- Komen in lage frequentie in het beenmerg voor (~2% van alle beenmergcellen)
- Eerste morfologisch herkenbare cel in de erytroïde lijn.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de kenmerken van een basofiele erytroblast?

- Kleiner dan pro-erytroblast (12-17 µm)
- Nog steeds basofiel (donkerblauw) cytoplasma.
- Kern is wat kleiner, iets dichter van structuur
- Geen nucleoli meer
- Iets hogere frequentie in beenmerg (~5-10% van alle beenmergcellen)

Wat zijn de kenmerken van een polychromatische (mesochromatische) erytroblast?

- Kleiner dan basofiele erytroblast (12-15 µm)
- Cytoplasma kleur tussen blauw en oranjebruin (door start synthese hemoglobine)
- Kern is kleiner, met grovere chromatine-structuur
- Eveneens 5-10% van alle beenmergcellen

Wat zijn de kenmerken van een orthochromatische erytroblast?

- Rijpste stadium van de kernhoudende erytropoïetische cellen (normoblasten).
- Kleiner dan polychromatische erytroblast (9-12 µm), maar groter dan erytrocyt.
- Cytoplasma bruinroze (zelfde kleur als bij erytrocyt).
- Kern is kleiner, met grove en geklonterde chromatine structuur.
- Omvat ~10% van alle beenmergcellen.

Wat zijn de kenmerken van een reticulocyt?

- Onrijpe erytrocyt
- Bevat al 90% van de hoeveelheid hemoglobine die een rijpe erytrocyt bevat.
- Bevat geen kern meer met nucleair DNA, maar nog wel een beetje RNA in het cytoplasma (zodat de cel nog een beetje hemoglobine kan synthetiseren, ~10%)
- Iets groter dan een erytrocyt (7-10 µm)
- Lichte, grijsblauwe kleur
- Komen zowel in het beenmerg als in het bloed voor
- Nadat een reticulocyt in het bloed terecht is gekomen wordt het RNA verwijderd (rijpt uit in de milt).
- Het aantal reticulocyten in het bloed is een maat voor de activiteit van de erytropoïese.

Hoe kunnen de de cellen van de erytropoïese zichtbaar worden gemaakt?

Met behulp van een MGG kleuring (May-Grünwald-Giemsa kleuring).

Is RNA aantoonbaar met de MGG-kleuring?

Nee, voor de kleuring van RNA zijn speciale kleuringen vereist.

Hoe lang duurt de erytropoïese?

- Onder normale omstandigheden duurt iedere celdeling ongeveer een dag. Bij behoefte aan erytrocyten kan de snelheid sterk toenemen.
- Het duurt ongeveer 7 dagen voordat een pro-erytroblast gedifferentieerd is tot een reticulocyt in het beenmerg: 3-4 dagen van celdelingen tot orthochromatische erytroblast, daarna 2-3 dagen differentiatie tot reticulocyt.
- Een reticulocyt blijft nog 1-2 dagen in het beenmerg, waarna afgifte aan het bloed plaatsvindt.
- In het bloed rijpt de reticulocyt uit gedurende 1-2 dagen, voordat al het RNA verdwenen is.

Tot welk differentiatiestadium van de erytropoïese zijn in beenmerg nog mitosefiguren te verwachten?

Er zijn nog celdelingen tot een orthochromatische erytroblast, waardoor tot dat stadium mitosefiguren te verwachten zijn. Daarna vindt er alleen nog differentiatie plaats tot een reticulocy en erytrocyt, maar hierbij worden geen mitosefiguren meer gevormd doordat er geen celdeling meer plaatsvindt.

Tot welk differentiatiestadium van de erytropoïese is nog RNA aantoonbaar in het cytoplasma?

Bij reticulocyten is nog RNA aantoonbaar in het cytoplasma. Nadat een reticulocyt in het bloed terecht is gekomen wordt het RNA uit de cel verwijderd door de milt. Dit duurt 1-2 dagen. Erytrocyten bevatten geen RNA meer.

Welke cytokine speelt een centrale rol in het reguleren van de erytropoïese.

Erytropoïetine (EPO)

Waar en wanneer wordt het cytokine erytropoïetine (EPO) geproduceerd?

- EPO wordt geproduceerd in de nieren.
- De nieren bevatten cellen die gevoelig zijn voor de zuurstofspanning in het bloed: synthese van EPO vindt plaats bij een lage zuurstofspanning (bv. te weinig hemoglobine = anemie/bloedarmoede, te weinig inademing van zuurstof in hooggebergte).
- EPO kan niet in voorraad worden opgeslagen, alles wordt direct gemaakt zodra er behoefte aan is (negatieve feedback).

Wat is de functie van het cytokine erytropoïetine (EPO)?

EPO stimuleert de proliferatie en differentiatie van de BFUe en CFUe tot normoblasten, reticulocyten en tenslotte erytrocyten, waardoor er meer hemoglobine wordt gevormd. Hierdoor zal de zuurstofspanning in het bloed stijgen, waardoor de aanmaak van EPO weer wordt verminderd (negatieve feedback).

Welke cellulaire effecten heeft EPO?

EPO is een groeifactor die bindt aan de receptor op het membraan van de late BFUe en CFUe, waardoor er dimerisatie plaatsvindt, gevolgd door fosforylering en signaaltransductie welke de celcyclus stimuleert. Hierdoor worden de cellen gestimuleerd tot proliferatie en differentiatie tot normoblasten, reticulocyten en tenslotte erytrocyten.

Waarom zal een tekort aan vitamine B12 en/of foliumzuur zich het eerst manifesteren door een gestoorde aanmaak en abnormale morfologie van bloedcellen en niet van andere cellen in het lichaam?

Dagelijks worden er vele erytrocyten geproduceerd, waarbij de vele celdelingen gepaard gaan met een grote synthese van DNA. Hiervoor zijn vooral vitaminen (vitamine B12 en foliumzuur) nodig. Een tekort aan vitamine B12 en/of foliumzuur zorgt voor een gestoorde DNA-synthese, waardoor de erytrocyten niet kunnen worden gevormd en dus een tekort aan erytrocyten ontstaat (anemie).

Welke stoffen zijn noodzakelijk voor de synthese van hemoglobine?

Aminozuren en metalen (vooral ijzer). Een tekort aan deze stoffen zal leiden tot een tekort aan hemoglobine (anemie).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo