Signaltransduction
11 belangrijke vragen over Signaltransduction
Wat is het effect van een agonist/stimulator uitgescheiden door een endotheelgebonden plaatje op de plaatjes in de circulatie?
Wat is het effect (3x) van de stijging van het Ca++ gehalte in een bloedplaatje na activatie door een antagonist?
2) Activatie van de alphaIIbbeta3/integrine/fibrinogen receptor wat leidt tot aggregatie.
3) Granule release.
Hoe zorgt ADP voor verdere activatie van bloedplaatjes?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe zorgt collageen intracellulair voor verdere activatie van bloedplaatjes?
Welke antagonist receptoren op plaatjes zijn gekoppeld aan een Gq eiwit en waarvoor zorgt signalering via deze receptoren?
Welke antagonist receptoren op plaatjes zijn gekoppeld aan een Gi eiwit en waarvoor zorgt signalering via deze receptoren?
Leg uit dat collageenbinding aan GPVI niet leidt tot plaatjesactivatie.
Leg uit dat collageen zorgt voor activatie van zijn eigen receptor.
Benoem de vier manieren waarop plaatjes extrensiek kunnen worden geremd:
2) L-arginine-nitric-oxide pathway: NP verhoogy cGMP en remt cAMP hydrolyse.
3) Ecto-ADPase: ADP en ATP wordt weggehouden bij de plaatjes.
4) PH12 kan de Gi receptor binden (ipv ADP) en dit verhoogt het cAMP.
Benoem de twee manieren waarop plaatjes intrensiek kunnen worden geremd:
2) RGS remt de G-eiwitten.
Welke synthetische remmers kunnen worden gebruikt voor het remmen van bloedplaatjes?
2) Clopidogrel: remt P2Y1 en voorkomt verlagen van cAMP.
3) alfaIIbbeta3 antagonists verhinden Fg binding en aggregatie.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden