Samenvatting: Hemtlgie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hemtlgie
-
4 Fysiologie
-
4.1 Erytrocyten
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waar ontstaan erytrocyten?FoetusVolwassenen
Erytrocyten onstaan uit stamcellen:Hematopoëtische (bloedvormende) stamcellen (HPSC )
Foetus: Lever
Volwassenen: Beenmerg
Van holle botten- Borstbeen
- Wervels
- Bekken
-
5 Hemostase
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
Laat hier meer flashcards zien -
Hemostase= ?3 fasesStolsel afbraak
= het totale proces dat ervoor zorgt dat de bloeding gestelpt wordt bij een beschadiging van een bloedvat
Doel:Preventie van bloedverlies. Het zorgt er dus voor dat bloedingen wordt gestopt
3 fases
1.Vasoconstrictie (vaatsysteem)
Primaire hemostase
2.Aggregatie (bloedplaatjessysteem)
= waarbij trombocyten (=bloedplaatjes) geactiveerd worden en gaan samenklonterenSecundaire hemostase
3.Coagulatie (stollingssysteem)
= waarbij een coagulatie cascade leidt tot vorming fibrinenetwerk
Stolsel afbraak
4.Fibrinolyse -
AnticoagulantiaAcetylsalicylzuur (aspirine)ClopidogrelHeparineFenprocoumonStreptokinase
NSAID: Acetylsalicylzuur (aspirine)- = trombocyten aggregatie remmer = blokt COX-1
- remt het samenklonteren van trombocyten
- remt het enzym COX-1 (cyclo-oxygenase-1)
- Zet arachydonzuur naar tromboxaan
- Tromboxaan zorgt dat GP 2b/3a op het celmembraan komt
- Aspirine remt COX-1 waardoor de witte bloedplaatjes geen receptor op celmembraan laten zien waardoor fibrine niet meer vast gepakt kan worden > geen trombus vorming
-
5.1 Primaire hemostase
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hemostase fase 1: Vasoconstrictie= ?DoelActivatie factor (reflex & 2 stofjes die vrijkomen)
= vaatsysteem = samentrekking van gladde spierweefsel van de vaatwand direct na beschadiging bloedvat
Doel
VerminderingBloedverlies Bloedstroming (trombocyten en stollingsfactoren kunnen beter hun werk doen om de bloeding ter plekke te stelpen)
Hoe groter het trauma hoe heftiger en langer de vasoconstrictie aanhoudtActivatie factorLokale factoren uit beschadigd weefsel dat zorgt voor vasoconstrictie:- Reflex:
Vaatspasme Stoffen die vrijkomen: Endothelin, TromboxaanA2
EZ:Tromboxaan A2 = bloedplaatjes botsen tegen beschadigde wand > leidt tottrombocytactivatie > uit actieve trombocyten komen stoffen vrij > enzym COX-1 > zet archidonzuur om in tromboxaanA2 -
GP-2b/3a receptorOp welke celFunctie
GP-2b /3a receptor- Op actieve trombocyten
- Bindt aan fibrine
- = trombocyten aggregatie
EZ: 1 = er is maar 1 Willem-Alexander = von Willebrand factor
EZ: GP-2b /3a = bindt 2 trombocyten aan elkaar - Op actieve trombocyten
-
5.2 Secundaire hemostase
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke stollingsfactor zet protrombine om in trombine?
Stollingsfactor Xa (samen met cofactor Va)- Zet protrombine om in trombine
EZ: X = 10 is midden
EZ: 2 voor (IX = 9, VIII = 8,) en 2 na (XI = 11, XII = 12) de X beschermen de 10 -
5.3 Fibrinolyse
-
FibrinolyseWelke stof lost opWelke stof wordt hierdoor omgezetCascade die volgtWie voert afgebroken resten af
= zorgt ervoor dat stolsel wordt opgelost en bloedbaan weer helemaal vrij komt
1. Oplosser t-PA komt vrij- Tissue plasminogeen activator
- Zodra stolsel gevormd is wordt dit uitgescheiden
2. t-PA zet plasminogeen om in plasmine- Stolsel bestaat uit veel plasminogeen eiwitten
- Na paar dagen is t-PA concentratie hoog genoeg
3. Plasmine lost fibrine netwerk op- Oplossen van: fibrine netwerk, factor V, VIII, XII, protrombine
Afgebroken resten worden afgevoerd doorEosinofielen Macrofagen
-
5.4 Stollingsmedicatie
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.4
Laat hier meer flashcards zien -
Vitamine K-antagonisten (VKA)= ?SoortenWerkingToedieningsmethode, werkingsduurIndicatie
= VKA =antistolling
Soorten "couma-"- Coumarin, coumadin, dicoumarol
- Warfarin
Mechanisme
Remt tijdens coagulatie cascade van secundaire hemostase de vorming van een fibrine netwerk- Remt enzym die vitamine-K activeert (= vitamine
K-epoxide -reductase in levercellen) Stollingsfactoren IX, X, II, VII worden geactiveerd door actieve vitamine K- Er is geen actieve vitamine-K om deze te activeren
Toedieningsmethode - Oraal
- Langzame werking (optimale werking na 3-4 dagen)
Indicatie Diep-veneuze trombose (naDVT voor 3-6 mnd)Tromboseprofylaxe bij hart operatie (ter preventie van veneuzetrombo-embolie bij mechanischehartklepprothese )
-
Vitamine K afhankelijke stollingsfactoren
Vitamine-K -afhankelijkestollingsfactoren - IX, X, XII, II
1972
Activatie
Dezestollingsfactoren kunnen in de lever alleen goed gemaakt worden als er voldoende vitamine K aanwezig is- Inactieve vitamine-K wordt actief gemaakt door enzym
- Actieve vitamine-K > activeert stollingsfactor
-
Vitamine K-antagonisten (VKA)Interactie risico'sContra-indicatie
Interactie: Verhoogd bloedingsrisico
Net gebruiken icm- NSAID's (versterkt werking VKA)
- Aspirine (aspirine remt primaire en VKA remt secundaire hemostase > tegelijk = verhoogd kans bloedingen)
- Antibiotica
- Miconasol (tegen schimmelinfectie)
- SSRI's
Contra-indicatie- Zwangerschap (voorkeur heparines!!)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden