Samenvatting: Herhaling
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Herhaling
-
Luchtwegen Astma/COPD Herhaling
Dit is een preview. Er zijn 38 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 26/04/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Uit welke 3 gebieden bestaat de neus/keel holte
Nasofarynx: loopt van neusholte tot harde gehemelte;
Orofarynx: loopt van harde gehemelte tot Epiglottis (strotklepje);
Hypofarynx: loopt van epiglottis tot Larynx (strottenhoofd). -
Welke 3 Congea (neusschelpen) zitten in de neusholte?
Conchea Nasalis Superior: bovenste neusschelp;
Congea Nasalis Media: middelste neusschelp;
Congea Nasalis Inferior: onderste neusschelp. -
Wat is de functie van de Congea?
Bevochtiging ingeademde lucht;
Opwarming/koelen ingeademde lucht;
Filteren ingeademde lucht door Cilia (trilhaartjes). Stofdeeltjes opgevangen door slijm, doorgeslikt. -
Wat is de functie van de Sinus sfenoidalis?
Dit is het reukepitheel. -
Waar begint de onderste luchtwegen?
Vanaf onderkant Larynx tot en met de longen. -
Ademhaling is een onvrijwillig proces. Hoe komt de inspiratie (inademing) tot stand?
- Borstademhaling: gebruik van buitenste tussenribspieren; de mm. interostales externi;
- Buikademhaling: Aanspannen diafragma. Diafragma plat zich af richting buikholte, pleura parietalis (buitenste longvlies) is met diafragma vergroeid gaat mee naar beneden, negatieve druk in pleuraholte neemt toe. Door onderdruk wordt de pleura viceralis (binnenste longvlies) neerwaarts gezogen, longen ontplooien zich. Door ontplooien longen komt negatieve druk in Alveoli (longblaasjes) t.o.v. druk omgeving. Door drukverschil stroomt lucht naar Alveoli. Dit is de inspiratie.
-
Ademhaling is een onvrijwillig proces. Hoe komt de Expiratie (uitademing) tot stand?
Ontspannen diafragma. -
Waar vind gasuitwisseling plaats?
Gastuitwisseling vind plaats in de Alveoli. Via de alveolarie capilairen stoomt er bloed langs de alveoli. Alveoli hebben een dunnen wand, gasuitwisseling is hierdoor mogelijk. Difussie vindt plaats. Zuurstof uit ingeademde lucht wordt via de alveoli afgegeven aan het bloed en koolstofdioxide uit het bloed wordt afgegeven aan de alveoli zodat deze weer uitgeademd kan worden. -
Hoe komt er zuurstof in het bloed?
Zuurstofrijke en koolstofdioxide arme bloed stroomt via de venae pulmoalis (longader) terug naar li. atrium (linker harthelft) waar het de systemische circulatie wordt ingepompt. Zo komt het bij de weefsels. Bij de weefsels wordt het zuurstof weer opgenomen en koolstofdioxide afgegeven. Zuurstof arm bloed gaat via de vena cava inferior of vena cava superior naar re. atrium waarna het via re. ventrikel naar de vena pulmonalis bij longen komt. -
Bij welke patiënten wordt dyspnoe het meest gezien?
95% COPD;
72% Hartfalen;
70% Longkanker;
35% palliatieve fase kanker.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden