Zee, leren en geheugen

13 belangrijke vragen over Zee, leren en geheugen

Welke 4 nivo's van analyse van leren en geheugen zijn er.


•1. Coderen van informatie (encoding)
•2. Opslag van informatie (storage)
•3. Ophalen van informatie (retrieval)
•4. Vergeten van informatie

Waaruit bestaat het Korte termijn geheugen (KTG)

Korte termijn geheugen:
1. directe/primaire geheugen:
  -bewustzijn voor het huidige moment;
  -maximaal 30 sec.;
  -digit span van 7 items;
  -actief denken
2. werkgeheugen:
  De herhaling van het directe geheugen (actief)

Waaruit bestaat het lange termijn geheugen (LTG)


1-Expliciete geheugen(bewust, declaratief)
-episodisch
-semantisch

2-Impliciete geheugen(onbewust, niet declaratief)
-vaardigheden
-priming
-conditionering
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de vuistregel aangaande codering van geheugen.

De hersencellen die actief zijn tijdens de waarneming van een stimulus blijven actief tijdens het korte termijn geheugen. En maken daarna deel uit van het engram(geheugenspoor) na opslag in het lange termijn geheugen.

Hoe ziet een model voor korte en lange termijn geheugen eruit in relatie tot informatie en opslag.

Input van de zintuigen via een soort filter (sensory buffer) wordt gecodeerd opgeslagen in het korte termijn geheugen. Dat wordt vast gelegd in het lange termijn geheugen en/of gaat naar het werkgeheugen.
Het lange termijn geheugen geeft input naar het werkgeheugen als informatie wordt opgehaald.
Vanuit zowel KTG als LTG gaat ook informatie verloren.

Welke rol speelt de prefrontale cortex in leren/geheugen.

De prefrontale cortex stuurt commando's naar de sensorische cortex om activiteit te handhaven zodat het ongevoelig voor afleiding wordt. Bijvoorbeeld kijken naar lampje en daarna het lampje met dezelfde kleur indrukken. Dezelfde neuronen moeten actief blijven van kijken tot drukken.

Hoe ziet de opslag van informatie (storage) eruit.

-Er is een overgang van KTG naar LTG via een intermediair stadium.
(Dit gebeurt in de mediale-temporale kwab)
-Er is versterking van de connecties tussen de corticale neuronen nodig.
-Eiwitsynthese is noodzakelijk.

Welke hersendelen zijn betrokken bij de overgang van KTG naar LTG ( nakijken !)

De mediale temporale lob.(consolidatieknop)
-hippocampus.
-entorhinale cortex
(ook; -perirhinale cortex en -para-hippocampale cortex.)

Welke rol speelt de hippocampus.

-Cruciaal voor uiteindelijke opslag van informatie.
Ook als tijdelijke geheugenbuffer (intermediale stadium tussen KTG en LTG)
-Belangrijke rol bij integratie van informatie .
-Voorziet ons van interne representatie van de omgeving.

De hippocampus koppelt verschillende circuits van corticale neuronen.

Wat is het standaard consolidatie model.

Een model waarin de opslag van informatie wordt beschreven. De hippocampus zorgt ervoor dat verbindingen worden gevormd in de corticale gebieden. Deze geheugen sporen worden door herhaalde activering van het hippocampale-corticale netwerk versterkt en geintegreerd met bestaand geheugen. De enthohrinale cortex speeld een rol tussen de hippocampus en de corticale delen.
De prefrontale cortex speelt een integrerende rol bij "reeds gemaakt" corticaal geheugen. Integreert met bestaand geheugen en zorgt ervoor dat er geen dubbele opslag komt.

Hoe werkt het ophalen (retrieval) van opgeslagen geheugen.

Er is reactivatie van dezelfde circuits van neuronen die actief waren bij codering via de hippocampus. (Van LTG naar KTG)
Sterk geconsolideerde herinneringen hebben de hippocampus niet meer nodig. Retrieval is een reconstructie van het verleden.
Context is van belang (voor het ophalen)

Wat zijn netwerken via de regel van Hebb.

Hij gaat uit van een assembly. (aantal neuronen met wederzijdse verbindingen). Deze worden geactiveerd door een stimulus en door reverberating activiteit worden de wederzijdse verbindingen versterkt. Als later een (deel) van de neuronen van de assembly wordt geactiveerd dan leidt dat tot herinnering van de hele stimulus.

Hoeveel neuronen heeft een mens en hoeveel verbindingen heeft een neuron.

Aantal neuronen; 40 miljard.
Aantal verbindingen 10.000 (soms 50.000)
Dus 100.000 miljard verbindingen. 100.000.000.000.000

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo