Stoornissen in de emotieregulatie
37 belangrijke vragen over Stoornissen in de emotieregulatie
Welke zes basisemoties worden onderscheiden?
2. Woede
3. Walging
4. Somberheid
5. Vrolijkheid
6. Verrassing.
Om welke twee redenen wordt gedacht dat emoties aangeleerd zijn?
2. Omdat de basisemoties universeel gevonden worden.
Wat stelt de 'discrete emotions theory' van Izzard?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke drie aspecten onderscheid de 'discrete emotions theory' van Izzard?
2. Emotie gebruik.
3. Emotie regulatie.
Wat is emotie kennis volgens de 'discrete emotions theory' van Izzard?
Wat is emotie gebruik volgens de 'discrete emotions theory' van Izzard?
Wat is emotieregulatie volgens de 'discrete emotions theory' van Izzard?
Welke drie dimensies kent de dimensionele benadering van emoties van Davidson?
2. Arousal (intensiteit)
3. Approach-avoidance (emoties motiveren acties en doelen)
Welke twee biologische systemen zijn van belang wat betreft emoties?
2. Regulerende processen die bepalen hoe de emotie wordt waargenomen en verwerkt (emotieregulatie).
Wat zijn drie belangrijke aspecten van emotiewaarneming?
2. Emotionele cues die waargenomen worden, worden gekoppeld aan herinneringen.
3. Associaties die door emotionele cues worden geactiveerd beïnvloeden de interpretatie en evaluatie van deze cues.
Wat is de neurale basis voor visuele en auditieve emotiewaarneming?
Welke hersenstructuur is verantwoordelijk voor de snelle neurale reacties op emotionele stimuli?
Welke twee gescheiden en simultane neurale paden worden onderscheiden in de emotiewaarneming?
2. Hoge route: langzaam, maar precies en doelbewuster.
Hoe verlopen de lage en hoge route van emotieverwerking?
Welke twee manieren van emotie leren worden onderscheiden?
2. Expliciet emotie leren (emotioneel geheugen)
Welke hersenstructuren zijn betrokken bij het impliciet en expliciet emotie leren?
Expliciet emotie leren: amygdala, hippocampus, OPFC, ACC.
Uit welke zes stappen bestaat een aangeleerde angstreactie (emotionele conditionering)?
2. Thalamus > amygdala (snel).
3. Thalamus > cortex (langzaam)
4. Amygdala reageert snel op de stimulus.
5. Een sterk reagerende amygdala blokkeert de cortex.
6. Geautomatiseerde respons.
Wat betekenen de temperamentskenmerken high en low reactivity?
Low reactivity = hoge drempel voor reacties op onbekende stimuli.
Hoe is high reactivity zichtbaar in de hersenen?
Wat zijn twee effecten van angst op het brein?
- Veranderen onze waarneming van emotionele cues (aandachtsbias)
- Bepalen hoe we met beloningen omgaan.
Welk hersensysteem is betrokken bij angst?
Welke systemen maken deel uit van het corticolimbisch systeem?
2. Ventraal PFC: controle activiteit van de amygdala.
- Ventrolaterale PFC: bewuste emotieregulatie
- Ventromediale PFC: onbewuste emotieregulatie
Wat is de uncinate fasciculus?
Wat is negatieve functionele connectiviteit tussen de VPFC en de amygdala?
Hoe verloopt de ontwikkeling van de uncinate fasciculus? En hoe hangt dit samen met angst?
Hoe verloopt het verband tussen activiteit van de amygdala en leeftijd?
Op welke twee manieren heeft de omgeving effect op het corticolimbisch systeem?
2. Sociale steun is een moderator van de relatie tussen verhoogde activiteit van het corticolimbisch netwerk en een angststoornis.
Welk voorbeeld van een gen x omgeving interactie wordt er genoemd in het artikel van Swartz & Monk (2014) over de effecten van angst op het brein?
Wat meet het dot-probe paradigma?
Hoe presteren volwassenen en jeugdigen met een angststoornis op een dot-probe taak?
Een korte presentatie van de stimulus (boze gezichten) leidt tot een aandachtsbias richting het boze gezicht. Individuen met een angststoornis hebben een zwakke connectiviteit tussen de amygdala en PFC, waardoor de PFC de snelle reactie van de amygdala minder goed kan reguleren.
Een lange presentatie van de stimulus (boze gezichten) leidt tot een aandachtsbias weg van het boze gezicht.
Hoe is de verwerking van beloningen verstoord in individuen met een angststoornis?
Welke twee processen zijn verstoord in het brein in individuen met een Major Depressive Disorder? (Volgt uit artikel van Tseng et al., 2014).
2. Verwerking van gezichtsemotie.
Anhedonie is een kenmerk van depressie. Waar is dit kenmerk een gevolg van volgens het artikel van Tseng et al. (2014)?
Hoe is de verstoorde waarneming van beloningen bij mensen met MDD zichtbaar in het brein?
2. Minder sterke reactie ACC en OFC.
3. Sterke activatie dlPFC en mediale PFC.
Hoe is de gezichtsemotie verwerking verstoord in volwassenen met een depressie?
Hoe is de verstoorde verwerking van gezichtsemotie bij individuen met een depressie terug te vinden in het brein?
Verhoogde amygdala activiteit voorspelt depressieve symptomen en negatieve gevoelens en slechtere emotieregulatie.
Peuters en kleuters hebben een verhoogde amygdala activiteit bij droevige gezichten.
Adolescenten hebben een verminderde reactie van de nucleus accumbens na het zien van blije gezichten.
Welke twee processen zijn verstoord in het brein in individuen met een bipolaire stoornis? (Volgt uit het artikel van Tseng et al., 2014)
2. Cognitieve controle
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden