ODD/CD en ADHD

36 belangrijke vragen over ODD/CD en ADHD

DBD is een heterogene groep. Op basis van welke vier kenmerken kan deze groep in subtypen worden verdeeld?

1. Vroege vs. late starters.
2. Proactieve vs. reactieve agressie
3. Onopvoedbaar vs. opvoedbaar type
4. Aan/afwezigheid van Callous-Unemotional (CU) traits

Wat zijn drie kenmerken van CU traits (psychopathische trekken)?

1. Gebrek aan empathie.
2. Gebrek aan schuldgevoelens.
3. Oppervlakkige emoties.

Wat zijn zes kenmerken van kinderen met DBD met CU traits?

1. Vertonen al vroeg probleemgedrag (child-onset).
2. Zijn meer gewelddadig dan anderen.
3. Ervaren weinig emotionele stress.
4. Zijn ongevoelig voor straf (reward-oriented).
5. Vertonen reactieve en proactieve agressie.
6. Sterk genetische basis.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn vier kenmerken van kinderen met DBD zonder CU traits?

1. Vertonen pas later probleemgedrag (adolescent-onset).
2. Ervaren soms hoge niveaus van stress.
3. Problemen met emotieregulatie.
4. Vertonen vooral reactief/impulsief probleemgedrag.

Welke drie ontwikkelingspaden richting CD worden onderscheiden door Frick & Viding (2009)?

1. Adolescent-onset type.
2. Kindertijd-onset type met CU-trekken: fearless.
3. Kindertijd-onset type zonder CU-trekken: fearful.

Hoe verloopt het ontwikkelingspad richting adolescent-onset CD volgens Frick & Viding (2009)?

Het adolescent-onset type toont mogelijk een overdrijving van de normale rebellie in de adolescentie.

Hoe verloopt het ontwikkelingspad richting kindertijd-onset CD met CU trekken volgens Frick & Viding (2009)?

Deze kinderen vertonen een temperament stijl die gekenmerkt wordt door lage-emotionele arousal (dit heeft een sterk genetische basis) die interfereert met de normale ontwikkeling van empathie en een geweten.

Hoe verloopt het ontwikkelingspad richting kindertijd-onset CD zonder CU trekken volgens Frick & Viding (2009)?

Deze kinderen vertonen verhoogde niveaus van emotionele arousal en cognitieve tekorten gerelateerd aan ineffectief ouderschap wat kan leiden tot emotieregulatieproblemen.

Wat zijn volgens Blair et al. (2014) drie neurocognitieve tekorten in kinderen met DBD?

1. Verminderde empathische responsiviteit op stresssignalen.
2. Gebrekkige besluitvorming.
3. Verhoogde dreigingsgevoeligheid.

In welk type DBD (met of zonder CU) komt verminderde empathische responsiviteit op stresssignalen vooral voor? Welke hersendisfunctie onderligt dit neurocognitieve tekort?

Dit komt alleen voor in kinderen met DBD met CU trekken. Is te wijten aan disfunctioneren van de amygdala.

In welk type DBD (met of zonder CU) komt gebrekkige besluitvorming vooral voor? Welke hersendisfunctie onderligt dit neurocognitieve tekort?

Kan voorkomen in beide typen. Is te wijten aan disfunctioneren van het striatum en de OFC.

In welk type DBD (met of zonder CU) komt verhoogde dreigingsgevoeligheid vooral voor? Welke hersendisfunctie onderligt dit neurocognitieve tekort?

Komt alleen voor in kinderen met DBD zonder CU trekken. Te wijten aan een hyper responsief dreigingscircuit (amygdala - hippocampus - PAG).

Wat vinden fMRI studies aan amygdala activiteit in reactie op een angstige gezichtsexpressie in kinderen met DBD zonder CU-trekken?

Verhoogde amygdala activatie.

Welke twee systemen kunnen geactiveerd worden in reactie op stress?

1. Autonome zenuwstelsel.
2. Endocrien systeem.

Via welke hersenstructuren worden de stresssystemen geactiveerd?

Amygdala ( < > prefrontale cortex: OFC/vmPFC) --> hypothalamus --> autonome zenuwstelsel / endocrien systeem.

Speelt opvoeding een rol in de ontwikkeling van CU trekken? Is oudertraining wel effectief bij kinderen met CU trekken?

Review Waller et al. (2013): vooralsnog geen sterk bewijs voor CU als moderator in effecten van opvoeding / oudertraining.

Welke twee problemen spelen zowel bij ADHD als DBD?

1. Aandacht problemen
2. Inhibitie problemen

Welk hersengebied wordt sterk geassocieerd met ADHD?

Er wordt wel gezegd dat ADHD een stoornis van de prefrontale cortex is. De voornaamste functie van de prefrontale cortex is namelijk het uitoefenen van controle over gedrag.

Matthews et al. (2014) stelt een model voor met meerdere ontwikkelingspaden richting ADHD. Welke twee paden onderscheid hij?

1. Top-down
2. Bottom-up

Matthews et al. (2014) stelt dat de symptomen van aandacht en impulsiviteit van ADHD op het gedragsniveau verschillende onderliggende oorzaken kunnen hebben in de hersenen en de cognitie. Wat is hierin verstoord in het top-down ontwikkelingspad?

Cognitie: gebrekkige cognitieve controle, gebrekkige respons inhibitie.
Hersenniveau: dorsaal frontostratiaal circuit.

Matthews et al. (2014) stelt dat de symptomen van aandacht en impulsiviteit van ADHD op het gedragsniveau verschillende onderliggende oorzaken kunnen hebben in de hersenen en de cognitie. Wat is hierin verstoord in het bottom-up ontwikkelingspad?

Cognitie: motivatie/beloningen, niet in staat tot uitstellen
Hersenniveau: orbitofrontostratiaal circuit.

Wat zijn vier functies van het striatum?

1. Motoriek
2. Planning
3. Oriëntatie
4. Hogere cognitieve processen

Er zijn drie dopaminepaden in de hersenen. Wat zijn de functies van deze paden?

1. Mesocortical tract: planning en controle.
2. Mesolimbic tract: motivatie.
3. Nigrostratial tract: motoriek.

Bij welk pad uit het model van Matthews (multiple pathway model voor ADHD) speelt dopamine een rol?

Bij beiden paden. Dopamine geproduceerd in het VTA speelt via het mesocrtical tract (planning en controle) en mesolmbic tract (motivatie) een rol.

Welke derde cognitieve tekort wordt in onderzoek nog genoemd als aanvulling op cognitieve controle en beloning verwerking?

Timing.

Welk hersencircuit speelt een rol bij timing?

Het frontocerebellar circuit.

Hoe komen executieve functie stoornissen voor in ADHD en DBD?

- Executieve functiestoornissen zijn met name vastgesteld bij kinderen en jeugdigen met ADHD, maar komen ook voor bij DBD.
- ADHD is geassocieerd met tekorten in werkgeheugen, planning en cognitieve flexibiliteit.
- DBD is geassocieerd met tekorten in responsinhibitie en affectregulatie. Emotieregulatie problemen zijn meer specifiek voor DBD dan voor ADHD.

Welke hersengebieden zijn betrokken bij affectieve empathie?

Limbisch systeem en OFC.

Welke hersengebieden zijn betrokken bij motor mimicry?

Hersenstam, limbisch systeem en frontale gebieden.

Wat is de aard en oorzaak van een empathiegebrek bij DBD met CU trekken?

Dit gebrek is affectief van aard. De oorzaak is een basale ongevoeligheid voor stresssignalen (angst en verdriet) door afwijkingen in de amygdala.

Wat is de aard en oorzaak van een empathiegebrek bij DBD zonder CU trekken?

Dit gebrek is affectief (mogelijk ook cognitief) van aard. De oorzaak is vijandigheid, negatieve attributies, angst in combinatie met regulatieproblematiek, mogelijk gerelateerd aan afwijkingen in prefrontale gebieden.

Jongeren met gedragsproblemen vertonen gebrekkige besluitvorming. Wat is het specifieke probleem, en hoe is dat gerelateerd aan hersenactiviteit?

Jongeren met gedragsproblemen tonen tekorten in het signaleren van negatieve voorspellingsfouten, zichtbaar in een gebrekkige activatie van het striatum en de ventromediale prefrontale cortex.

Welke hersenstructuren worden geassocieerd met vermijdings- en toenaderingsgedrag?

De amygdala wordt geassocieerd met vermijdingsgedrag, de nucleus accumbens met toenaderingsgedrag. De prefrontale cortex projecteert naar beide subcorticale gebieden (waarschijnlijk door de ACC), en zorg voor top-down regulatie van emotionele processen.

Aan welke gedragssymptomen van ADHD wordt een disfunctie in de emotieregulatie gerelateerd?

Aan de onoplettendheid symptomen: emotieregulatie is sterk gerelateerd aan werkgeheugen.

Aan welke gedragssymptomen van ADHD wordt een disfunctie in emotionele inhibitie gerelateerd?

Aan de hyperactieve en impulsieve symptomen.

Hoe is het toenaderings- en vermijdingsgedrag onder individuen met ADHD?

Individuen met ADHD tonen een gedrag gekenmerkt door excessief toenaderingsgedrag en een tekort in vermijdingsgedrag.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo