Stoornissen in de taalontwikkeling, het leren lezen en rekenen
51 belangrijke vragen over Stoornissen in de taalontwikkeling, het leren lezen en rekenen
Welke twee typen taalproblemen zijn er?
2. Dyslexie
Welke taak discrimineert goed tussen kinderen met een SLI en controlekinderen?
Waarom scoren kinderen met een SLI slecht op non-woordrepetitietaken?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waar is de aard van de problemen van afhankelijk bij een SLI?
Welke vier vaardigheden meet een nonwoordrepetitietaak (NWR)?
2. Nieuwe fonologische representaties maken.
3. Tijdelijk opslaan van nieuwe fonologische representaties.
4. Articuleren van deze fonologische representaties.
Op welke leeftijd is de sensitiviteit van nonwoordrepetitietaken laag?
Wat zijn drie mogelijke oorzaken van een SLI?
2. Problemen in de fonologische waarneming (geldt ook voor dyslexie) en in de waarneming van snel op elkaar volgende akoestische signalen.
3. Mogelijk dat er meerdere gespecialiseerde en genetisch bepaalde systemen betrokken zijn bij een SLI.
Wat is een oorzaak van een SLI volgens Bishop?
Wat is volgens Benasich en Tallal een oorzaak van een SLI?
Wat is volgens Vughs et al. een oorzaak van een SLI?
Hoe scoren kinderen met een SLI op werkgeheugen taken en executieve functies taken?
Wat zijn twee criteria voor dyslexie?
2. Criterium van didactische residentie: het probleem blijft bestaan ook wanneer voorzien wordt in adequate remediërende instructie en oefening.
Wat zijn zes kenmerken van dyslexie?
2. Het is een taalprobleem.
3. Het is levenslang.
4. Het komt algemeen voor in de bevolking.
5. De stoornis heeft een biologische basis.
6. Het is een specifieke stoornis, dus te onderscheiden van andere leesproblemen, die bijv. het gevolg zijn van slechte of geen scholing.
Met welke problemen kent dyslexie comorbiditeit? (Onderscheid mannen en vrouwen).
Vrouw: comorbiditeit met internaliserende problemen (dystheme stoornis).
Tussen dyslexie en welke stoornis bestaat een genetische overlap?
Wat zijn vijf risico- en protectieve factoren in de omgeving (dyslexie)?
2. Hoeveelheid onderwijs
3. Kwaliteit onderwijs (directe methode, leren van metalinguistische vaardigheden)
4. Geletterdheid thuisomgeving
5. Adequate voeding
Wat betekent het als genen een hoog individueel risico en een laag populatierisico kennen?
Wat betekent het als genen een laag individueel risico en een hoog populatierisico kennen?
Welke drie onderliggende cognitieve processen spelen een rol bij het taal- en leesnetwerk?
2. Fonologische processen.
3. Semantische processen.
Welke vier hersendelen spelen een rol bij het lezen?
2. Posterieure deel van de middelste gyrus temporalis (MTG)
3. Gyrus angularis
4. Linker posterieure deel van de superieure gyrus temporalis (STG, Wernicke's area).
Wat is het verschil tussen normale lezers en dyslectici (volwassenen) wat betreft het gebruik van hersengebieden tijdens het lezen van test?
Tussen welke twee gebieden bestaat een disconnectie in de hersenen bij personen met dyslexie?
Wat zijn drie kerntekorten van dyslexie?
2. Verbaal korte termijn geheugen: problemen met ~
3. Serieel benoemen of RAN taken: problemen met het serieel benoemen of Rapid Automized Naming taken.
Wanneer zijn de drie kerntekorten van belang bij het leren lezen?
Welk hersengebied is betrokken bij het fonologisch bewustzijn?
Welk hersengebied is betrokken bij het fonologisch korte termijn geheugen?
Welke drie gebieden worden geactiveerd tijdens RAN (Rapid Automized Naming) taken?
2. Rechter posterieur STG
3. Rechter MTG
Wat stelt de rapid auditory processing theorie over dyslexie?
Hoe presteren kinderen met dyslexie op een RAN taak?
2. Kinderen met dyslexie waren minder accuraat en trager in reactietijd.
Wat stelt de cerebellaire theorie over dyslexie?
Wat zegt de magnocellulaire theorie?
Wat zegt de visual attention span theorie?
Hoe wordt de visuele aandachtspanne bij kinderen met dyslexie gemeten?
Hoe presteren dyslectici op de global report taak?
Wat is het mapping probleem?
Welke twee inconsistenties in de relaties tussen klank en symbool bestaan er?
2. Feedforward inconsistentie: lettercombinaties zijn hetzelfde, maar de klank is verschillend.
In welke taalomgeving leren kinderen snel lezen?
1. Een consistente orthografie (1:1 relatie tussen symbool en klank).
2. Een eenvoudige lettergreepstuur.
Wanneer wordt dyslexie gediagnosticeerd in een taal met consistente orthografieën?
Wanneer wordt dyslexie gediagnosticeerd in een taal met inconsistente orthografieën?
Welke abnormaliteiten in de hersenen werden gevonden wanneer beïnvloedde en niet beïnvloedde leden van de KE familie werden vergeleken?
Waar wordt een variant van het CNTNAP2 gen mee geassocieerd?
- Geassocieerd met autisme.
Wat is number fact retrieval alcalculia?
Wat is verbal memory alcalculia?
Welk specifiek proces wordt aangewezen als een mogelijk kern tekort bij dyscalculie?
Wat zegt de 'core-deficit of numerosity' hypothese van Butterworth over de oorzaak van dyscalculie?
Welke twee vaardigheden vallen onder number sense?
2. Approximate: verschillen in grotere aantallen grof te kunnen schatten.
Wat stelt de 'mapping' hypothese van Ansari over de oorzaak van dyscalculi?
Hoe is het SNARC effect zichtbaar in de hersenen bij gewone kinderen en bij kinderen met dyscalculie?
Kinderen me dyscalculie: geen relatie tussen numerieke afstand en activiteit IPS.
2. Activiteit in de PFC hangt negatief samen met de numerieke afstand (IPS-neuronen reageren sneller dan PFC-neuronen). Hoe dit is bij kinderen met dyscalculie is niet bekend.
Kinderen met dyscalculie vertonen geen SNARC effect.
Wat is oppervlakte dyslexie?
Wat is diepe dyslexie?
Wat stelt de 'phonological deficit' hypothese over de oorzaak van dyslexie?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden