Stoornissen in het sociale gedrag

51 belangrijke vragen over Stoornissen in het sociale gedrag

Wat zijn twee kernsymptomen van autisme (DSM5)?

1. Hardnekkige problemen in de sociale communicatie en sociale interactie.
2. Repetitief en beperkt (restricted) gedrag.

Wat zijn vier mogelijke genetische oorzaken van autisme?

1. Polygenetisch: groot aantal kandidaatgenen (vergroten het risico).
2. Beschadigingen DNA: microdeleties (niet overdraagbare erfelijke eigenschappen).
3. Epigenetische processen: (micro)RNA (in- en uitschakelen van genen, ontwikkeling dendrieten, gevoelig voor omgevingsinvloeden)
4. Genetische susceptibiliteit (overgevoeligheid voor bepaalde omgevingsinvloeden).

Wat zijn vier overige factoren die geassocieerd worden met autisme?

1. Prematuriteit of laag geboorte gewicht.
2. Intra-uteriene infectieziektes.
3. Leeftijd ouders.
4. Fysische omgeving (bv. valproïnezuur of Depakine).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Vanaf wanneer kan autisme worden vastgesteld?

Autisme kan voor het 2e levensjaar vastgesteld worden (maar lang niet in alle gevallen).

Welke zes hersengebieden worden in fMRI-onderzoek als afwijkend gevonden bij autisme?

1. Amygdala (betrokken bij fear conditioning)
2. Fusiform gyrus (gezichtswaarneming)
3. Superior temporal sulcus (waarneming biologische bewegingen, zoals kijkrichting, lopen, deel mirror neuron system)
4. Hippocampus
5. Cerebellum
6. Frontale cortex

Hoe verloopt de hersenontwikkeling bij ASS?

Bij de geboorte: kleine schedelomtrek.
Vanaf 12 maanden: explosieve hersengroei (early brain overgrowth). Vooral frontaal.
Latere levensjaren: afvlakking hersengroei.
Volwassenen: ongeveer 25% marcofalie.
Volumereductie.

Welke drie gebieden ervaren vooral volumereductie later in de ontwikkeling bij ASS?

1. Frontaal
2. Basale ganglia
3. Mediale temporale schors (hippocampus en amygdala)

Wat zijn vier mogelijke oorzaken voor de afwijkende hersengroei bij ASS?

1. Deregulatie celgroei.
2. Apoptose.
3. Synapseliminatie en/of witte stof
4. Afwijkingen in de opbouw neuraal netwerk (connectivity dysfunction)

Wat zijn de ontwikkelingstrajecten van witte en grijze stof bij ASS?

- Ontwikkeling witte stof is vertraagd.
- Ontwikkeling dikte grijze stof volgt geen u-vormig traject.

Wat zijn drie neurofysiologische verschillen die gevonden worden bij ASS?

1. Verminderde P300 response op nieuwe stimuli.
2. Meer variabiliteit in metabole activiteit in verschillende hersengebieden (wijst op slechte gecoördineerde verweking van informatie tussen hersengebieden).
3. Waarneming van boze of angstige gezichten geeft geen amygdala of Fusiform Gyrus activiteit.

Worden er in de neurotransmittersystemen afwijkingen gevonden bij ASS?

Nee

Wat zijn vier neuropsychologische verschillen die gevonden worden bij ASS?

1. Primaire tekorten in perceptie: zoals gezichtwaarneming, waarneming en interpretatie emotionele expressies, melodische aspecten auditieve stimuli.
2. Tekorten in sociale cognitie: zoals sociale oriëntatie, joint attention, imitatie (vooral betekenisloze activiteiten), theory of mind, empathie.
3. Tekorten in episodisch geheugen (geen problemen in semantisch geheugen).
4. Tekorten in alle executieve functies (werkgeheugen, shifting, planning, inhibitie).

In welke vier categorieën zijn theorieën over ASS ingedeeld?

1. Sociaal-cognitieve theorieën.
2. Domein-algemene theorieën.
3. Perceptueel-cognitieve theorieën.
4. Neurobiologische theorieën.

[CT] Wat voor soort theorie is de connectivity theory (CT)?

Een neurobiologische theorie.

[CT] Wat stelt de connectivity theory?

Dat het autisme brein zich kenmerkt door atypische verbindingen tussen hersengebieden die relevant zijn voor sociale cognitie en gedrag:
- Overmaat aan verbindingen binnen een hersengebied.
- Te weinig verbindingen tussen hersengebieden.

[CT] Wat is volgens de connectivity theory het gevolg van de aytpische verbindingen tussen hersengebieden die relevant zijn voor sociale cognitie en gedrag?

Problemen met meervoudige sensorische integratie en ontwikkeling van sterk gespecialiseerde gebieden die detailwaarneming bevorderen.

[SMT] Wat stelt Dawson over autisme?

Autisme is een fundamentele stoornis in de sociale communicatie.

[SMT] Wat is het sociale brein?

Het sociale brein is een netwerk in de hersenen dat sociaal gedrag aanstuurt. De ontwikkeling van sociale communicatie is afhankelijk van de ontwikkeling van het sociale brein.

Wat zijn drie tekorten in de sociale oriëntatie bij ASS?

1. Geen duidelijke voorkeur voor kijken naar gezichten.
2. Reageren minder op roepen van de naam.
3. Kijken minder vaak naar de ogen en meer naar andere delen van het gezicht.

Waar is joint attention de basis voor?

Voor de taalontwikkeling.

Welk tekort in joint attention is zichtbaar in ASS?

Mensen met ASS laten geen of laat ontwikkelde joint attention zien.

Hoe verloopt de ontwikkeling van aandacht voor andermans emoties in typisch ontwikkelende kinderen? (t/m 2 jaar)

6 maanden: interesse in emotionele gezichtsexpressies (neutraal, blij of droevig).
9-12 maanden: social referencing
2 jaar: reageren emotioneel op verdriet van een ander door troosten, helpen of meehuilen.

Wat is er verstoord in de aandacht voor andermans emoties in kinderen met ASS?

Kinderen met ASS zijn minder gevoelig voor de emotionele staat van een ander (ERP; response is vertraagd).

Hoe verloopt de ontwikkeling van imitatie in typisch ontwikkelende kinderen (t/m 2 jaar)

Neonaten: imiteren van gezichtsexpressies
1 jaar: imiteren van objecthandelingen en gebaren
1-2 jaar: deferred imitation

Wat zijn vier voordelen van imitatie?

1. Vergroot sociale verbinding en ik-besef.
2. Bevordert een theory of mind.
3. Is van belang in symbolisch spel, vriendschapsrelaties en taal.
4. Is van belang bij het delen van emoties.

Hoe verloopt imitatie bij ASS?

Kinderen met ASS laten geen spontante imitatie zien.

Wat zijn twee mogelijke verklaringen voor de verstoorde sociale communicatie bij kinderen met ASS?

1. Afwijkingen in algemene cognitief-perceptuele processen:
a. Bindingprobleem (integreren van kenmerken van een stimulus).
b. Problemen in vormen van prototypen.
c. Specifieke neurologische afwijking in een hersengebied gespecialieerd in de verwerking van sociale informatie, bijv. de fusiform gyrus of STS.
2. Sociaal-motivationeel systeem: sociale stimuli worden niet als belonend ervaren.

[SMT] Wat stelt de Social Motivation Theory over ASS?

Dat de verklaring voor verstoorde sociale communicatie bij kinderen met ASS ligt in een verstoring van het sociaal-motivationeel systeem: sociale stimuli worden niet als belonend ervaren.

[SMT] Op basis van welke drie bevindingen is de Social Motivation Theory gebaseerd?

1. Het kijken naar gezichten van mensen is minder belonend.
2. Defect in het dopamine-beloningssysteem (=actief bij sociale beloningen, inclusief oogcontact).
3. Afwijkingen in de productie van Oxitocine en vasopressine (= neuropeptiden).

[SMT] Oxytosine en vasopressine spelen een rol bij alle drie de fasen van sociale ontwikkeling (zie verder). Bij welke vier aspecten spelen oxytosine en vasopressine concreet een rol?

1. Herkenning van de sociale partner.
2. De ontwikkeling van een sociale band.
3. Beïnvloeden ook het DA-systeem en het Opioïde systeem (bijv. vrijmaking van endorfine).
4. Bevorderen het sociale geheugen (koppeling sociale input aan het beloningssysteem).

[SMT] Wat zijn drie fasen van de ontwikkeling van sociaal gedrag?

1. Appeptive fase (biologisch, dopaminerge systeem van beloningsprocessen dat sociaal gedrag bevordert).
2. Consumerende fase (opioïde gemedieerde beloningsprocessen die sociaal gedrag versterken).
3. Consoliderende fase (affiliatieve herinneringen bevorderen de totstandkoming van sociale banden).

[SMT] Wat is de appetitieve fase?

Sociale stimuli werken als ongeconditioneerde stimuli, die toenaderingsgedrag versterken.

[SMT] Wat is de consumerende fase?

Wanneer een individu vlakbij een sociale partner komt zullen een reeks van cues sociaal gedrag uitlokken. Dit gedrag zorgt voor de vrijmaking van opiumachtige stoffen in verschillende hersengebieden en veroorzaken een prettig en kalmerend effect. Dit bevordert weer prosociaal gedrag en herhaling van dit gedrag op lange termijn.

[SMT] Wat is de consoliderende fase?

De fase waarin stabiele emotionele en sociale banden ontstaan. Ontstaat door middel van klassieke conditionering: associaties tussen prettige ervaringen en omgevingsstimuli waardoor de beloning voorspelbaar wordt.

[SPT] Wat zegt de social perception theory? (artikel Pelphrey)

Autisme wordt verklaard vanuit afwijkingen in de sociale perceptie.

[SPT] Welke drie afwijkingen in de sociale perceptie komen naar voren bij ASS?

1. Waarnemen van gezichten en ogen.
2. Waarnemen van emotionele expressies.
3. Waarnemen van menselijke bewegingen.

[SPT] Welke drie hersensystemen spelen een rol bij ASS volgens de sociale perception theory?

1. Sociale perceptie systeem (eerste stadia van sociale informatieverwerking)
2. Spiegelneuronensysteem (waarnemen van intenties van anderen)
3. Theory of Mind systeem (mentaliseren)

[SPT] Wat is de rol van de superior temporal sulcus?

De STS is extra gevoelig voor vocale stimuli en spraak. En is betrokken bij de waarneming en herkenning van intentionele bewegingen van handen, gezicht, ogen en lichaam (mentaliseren, biologische beweging).

[SPT] Wat is de rol van de fusiform gyrus?

Gezichtswaarneming en herkenning.

[SPT] Wat is de rol van de laterale occipito-temporale cortex?

Waarneming en herkenning van het menselijk lichaam.

[SPT] Wat is de rol van de amygdala en het limbische systeem?

Amygdala: filteren van emotionele betekenis van sensorische input. Fear conditioning.
Limbische systeem: emotieherkenning. Opslag emotionele herinneringen in lange termijngeheugen.

[SPT] Wat is de rol van de orbitofrontale en ventrolaterale prefrontale cortex?

Emotiewaarneming, koppelen van beloning aan gedrag.

[STP] Wanneer is het spiegelneuronensysteem actief?

Actief tijdens het observeren van imiteren van menselijke (intentionele) handelingen.

[STP] Wat blijkt uit onderzoek naar het spiegelneuronensysteem bij ASS?

Dat deze waarschijnlijk niet gestoord is.

[STP] Welke twee knooppunten in de hersenen zijn betrokken bij het Theory of Mind systeem?

1. Temporo-parietal junction
2. Mediaal-prefrontale cortex

Wat zijn vier voorwaarden waar een goede theorie over autisme aan moet voldoen?

De theorie moet uitgaan van een primaire psychologische beperking die:
1. De drie symptomen van autisme kan verklaren, maar ook het samengaan met een verstandelijke beperking.
2. Aanwezig is voordat de symptomen van autisme zich openbaren, dus heel vroeg in de ontwikkeling.
3. Aanwezig is in alle individuen met autisme.
4. Specifiek zijn voor autisme, dus niet aanwezig bij andere stoornissen.

[IDT] Wat stelt de invariantie-detectie theorie?

Autisme is een stoornis in het invariantie-detectieproces, waardoor actiemogelijkheden moeilijk waar te nemen zijn.

[IDT] Wat zijn invarianties?

Impliciet waarneembare regelmatigheden in de informatiestroom.

[IDT] Hoe ontdekken mensen invarianties?

Het is een perceptueel leerproces waarin perceptie-actie koppelingen essentieel zijn. Door actieve exploratie ontdekken baby's invarianties in de omgeving.

[IDT] Wat zijn vier conclusies van een onderzoek naar statistisch leren?

1. Volwassenen met een verstandelijke beperking kunnen visueel statistische patronen waarnemen.
2. Volwassenen met ASS zijn niet in staat om visueel statistische patronen waar te nemen.
3. Volwassenen met ASS kijken langer naar de visuele stimuli: tragere informatieverwerking.
4. De resultaten zijn consistent met de invariantie-detectietheorie.

Wat is een kern kenmerk van autisme volgens het artikel van Pelphrey?

Sociale disfunctie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo