Introductie H&G (B1)

25 belangrijke vragen over Introductie H&G (B1)

Noem vier uitgangspunten van de biologische psychologie.


  1. Bij de conceptie wordt de erfelijke bagage, het DNA, van een mens vastgesteld welk de gedragsmogelijkheden van de mens bepalen.
  2. Gedrag, gedachten, emoties en motieven hangen altijd samen met biologische processen. Gedrag kan worden veroorzaakt door een virus, erfelijk gen, celafwijking, teveel of tekort aan hersen- en lichaamsstofjes zoals neurotransmitters en hormonen.
  3. Zonder hersenen in gedrag onmogelijk.
  4. De mens is het product van een langdurige evolutionaire geschiedenis.

Geef een omschrijving van psychologische adaptaties.

Psychologische adaptaties zorgen ervoor dat onze gedragsmogelijkheden gereduceerd worden tot een beperkt aantal reacties. Deze adaptaties zijn complex, bestaan uit verschillende onderdelen, zijn functioneel gespecialiseerd, talrijk, snel, automatisch en onbewust.

Hoe onderscheiden we adaptaties van eigenschappen die niet bijdragen aan de overleving en voortplanting?

- Ze zijn complex van aard;
- bestaan uit verschillende onderdelen;
- werken automatisch;
- hebben een duidelijke functie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat betekent seksuele selectie volgens Darwin?

Deze theorie gaat ervan uit dat dieren die niet goed zijn aangepast, toch overleven door de seksuele selectie. Bepaalde kenmerken, hoe onhandig ook, doen het goed bij het andere geslacht en worden op die manier doorgegeven.

Tekens van goede genen leiden tot reproductief succes.

Geef een omschrijving van wat seksueel dimorfisme is.

De seksuele selectie heeft meer invloed op het uiterlijk en gedrag van mannetjes dan van vrouwtjes. Het verschil noemen we seksuele dimorfisme.

Het houdt verband met de hoeveelheid tijd en energie die M/V in het nageslacht stoppen.

Seksuele selectie selecteert andere eigenschappen dan natuurlijke selectie. Waarin resulteert seksuele selectie zich over het algemeen bij dieren?

  • Mannetjes die groot, sterk en agressief zijn of
  • een imposant uiterlijk hebben en
  • kieskeurig zijn in vrouwtjes

Hoe zit de seksuele selectie bij mensen in elkaar?

Mannen vertonen gedrag dat in deze theorie past, ze zijn namelijk vaker competitiever, agressiever en tonen hun succes aan de hand van grote horloges, maatpakken etc. Maar ook op subtielere wijzen kunnen mannen indruk proberen te maken op vrouwen, door bijvoorbeeld het voeren van goede gesprekken of door goed te kunnen koken.

Vrouwen besteden ook veel tijd aan hun uiterlijk. Denk aan make-up, hoge hakken en kleurrijke kleding.

Waar wist Darwin nog niets over toen hij zijn ideeën over de selectiedruk op erfelijke eigenschappen publiceerde?

Darwin wist na het publiceren van zijn ideeën nog niets over het biologische mechanisme van erfelijkheid.

De theorie van Darwin is ook verder uitgewerkt voor gedrag. Welk principe is hieruit ontstaan? En leg uit wat het betekent.

Ethologie: onderzoek naar de adaptieve waarde van diergedrag.


Vragen die gesteld werden zijn vanuit de ethologie:
- Wat is de directe oorzak van gedrag?
- Hoe ontwikkelt gedrag zich?
- Wat is de functie voor overleving?
- Wat is de evolutionaire geschiedenis van gedrag?

Konrad Lorenz (Oostenrijkse bioloog) was een van de grondleggers van de ethologie. Welk concept/voorbeeld van adaptief gedrag voegde hij toe aan de theorie van Darwin?

Konrad Lorenz voegde het concept van 'imprinting' toe aan de theorie van Darwin. Imprinting is het aangeboren gedrag waarbij jonge dieren een sterke band vormen met de eerste bewegende objecten die ze na hun geboorte zien. Dit helpt hen om zich aan te passen en te overleven in hun omgeving door snel te leren en sociale banden te vormen met soortgenoten. P.77



Zoals Gerda het uitlegt: Imprenting is genetisch geprogrammeerd, snel leerproces binnen een kritische periode.

Welke theorie voegde Bill Hamilton toe aan de theorie van Darwin? En leg uit wat deze theorie inhoudt.

Bill Hamilton voegde de theorie van de inclusieve fitness toe aan Darwin's theorie. Deze theorie stelt dat organismen niet alleen hun eigen genen doorgeven, maar ook genen die ze delen met verwanten. Het gaat dus om een directe en indirecte voortplantingssucces van een individu.

Het gaat niet alleen om het reproductieve succes van een individu zelf, maar ook om diens bijdrage aan de ontwikkeling van genetische verwanten (zoals een jonger broertje of zusje, neefje of nichtje).

Wat betekent vergelijkende psychologie?

Vergelijkende psychologie vergelijkt gedrag en mentale processen van verschillende diersoorten (tussen mens en dier) om overeenkomsten en verschillen te begrijpen.

Wat houdt de cognitieve archeologie in?

Op basis van fossielen en andere vondsten uit het verleden proberen we een beeld te vormen van het leven van onze voorouders.

Waar richt de evolutionaire psychologie zich op?

Evolutionaire psychologie richt zich vooral op de universele kenmerken van de menselijke geest (p. 83).

Waar dient de witte stof voor in onze hersenen? En waar bevindt deze zich in de hersenen?

De witte stof in de hersenen helpt bij het doorgeven van signalen (informatieoverdracht) en bevindt zich onder de grijze stof, het zit aan de binnenkant van je hersenen. Het bestaat uit verbindingen tussen de zenuwcellen (neuronen). Om deze verbindingen heen zit een wit isolatielaagje (myeline), vandaar de naam witte stof.

Hoeveel verbindingen kan één cel hebben?

Eén cel kan duizenden verbindingen hebben, afhankelijk van de complexiteit van het neuron. Soms heeft een cel er wel 150.000.

Wat zijn de uitgangspunten van de evolutionaire psychologie?

  1. De hersenen zijn (net als andere onderdelen van het lichaam) de uitkomt van een evolutionair proces.
  2. Ieders geest heeft kenmerken die ook terug te vinden zijn bij andere mensen. Deze worden door natuurlijke selectie doorgegeven van generatie op generatie omdat ze helpen bij overleving dan wel voortplanting.
  3. De universele kenmerken van de menselijke geest (psychologische adaptaties) zorgen ervoor dat onze gedragsmogelijkheden gereduceerd worden tot een beperkt aantal acties.

Wat is het verschil tussen natuurlijke en seksuele selectie?

Het proces van natuurlijke selectie wordt als volgt omschreven: individuen die zich niet goed aanpassen aan zijn omgeving zullen minder nakomelingen produceren en hun kenmerken zullen aan minder nakomelingen doorgegeven worden.

Seksuele selectie bevoordeelt eigenschappen die gunstig zijn voor de paring.
Voorbeeld: bij een groep herten is de verdeling 50/50. 50 mannetjes en 50 vrouwtjes. Voor de mannetjes is de seksuele selectie veel sterker, omdat ze zich moeten onderscheiden van de andere mannetjes om op te vallen bij de kieskeurige vrouwtjes.


Het verschil tussen natuurlijke en seksuele selectie is dus het overleven (Survival of the Fittest) en nakomelingen.

Wat is een psychologische adaptatie?

In theorie zijn de gedragsmogelijkheden die we tot onze beschikking hebben oneindig, op elk moment van de dag. Psychologische adaptaties zorgen ervoor dat onze gedragsmogelijkheden gereduceerd worden tot een beperkt aantal reacties.

Wat houdt de 'massive modularity hypothesis' in?

Psychologische adaptaties zijn talrijk, verlopen snel, automatisch en onbewust. (p. 86)

'Seksuele selectie leidt dus tot andere eigenschappen dan natuurlijke selectie' Geef hier een aantal voorbeelden van.

Over het algemeen resulteert seksuele selectie in mannetjes die groot, sterk en agressief zijn of een imposant uiterlijk hebben en in vrouwtjes die kieskeurig zijn. Bij natuurlijke selectie gaat het om overleven en zullen de eigenschappen resulteren in het op zoek gaan naar voedsel.

Wat betekent het woord 'fit' in 'survival of the fittest'?

'Fit' betekent 'geschikt' of 'aangepast' aan de omgeving.

Wat is 'seksueel dimorfisme'? En wat is de verklaring hiervoor?

Seksuele selectie heeft meer invloed op het uiterlijk en gedrag van mannetjes dan op dat van vrouwtjes.
Dit verschil wordt seksueel dimorfisme genoemd.
Het houdt verband met de hoeveelheid tijd en energie die een mannetje of vrouwtje in het nageslacht stoppen. De sekse die een lagere reproductieve snelheid heeft (het vrouwtje), investeert meer in het nageslacht. De sekse die snel reproduceert heeft te maken met een sterkere druk van seksuele selectie dan de sekse die langzaam reproduceert.

'Cumulatieve cultuur' en 'shared intentionality' zouden uniek zijn voor mensen. Wat betekenen deze termen?

Cumulatieve cultuur = overnemen van dingen, bijvoorbeeld ideeën en het aanbrengen van verbeteringen.

Shared intentionality = samenwerken en een gezamenlijk doel behalen.

Welke functies hebben de gliacellen en neuronen zoal?

Gliacellen hebben een ondersteunende werking, ze zorgen voor structuur/stevigheid, aanvoervoedingsstoffen, opruimen afval, isolatie axonen (myeline), wegwijzen, vorming bloed-hersenbarriere en hebben een bufferfunctie. Neuronen zorgen voor de overdracht van zintuigelijke, motorische en interneuronale informatie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo