O&M Organisatieverandering in de publieke sector
12 belangrijke vragen over O&M Organisatieverandering in de publieke sector
Waarom neemt in de studie van organisatie en management het onderwerp (management van) verandering een centrale plaats in?
Organisatieveranderingen in de publieke sector: business as usual
Publieke organisaties zouden bijna een eeuwig leven hebben.
Beide beweringen zijn onjuist.
Overigens kunnen mensen goede redenen hebben om tegen veranderingen te zijn.
Zoals we zullen zien zijn publieke organisaties sterk aan verandering onderhevig: het is bijna business as usual.
Die veranderingen kunnen spontaan of gepland zijn.
Waarom is het ook van belang om naar de spontane veranderingen te kijken?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waarover hebben we het in het bijzonder voor wat betreft natuurlijke veranderingen?
Over welke 3 fasen heeft Downs (1967) over verandering van publieke organisaties het?
2) Snelle expansie: innovatie benadrukken;
3) Afremming: meer regels, coördinatie, verantwoording.
Dit is de rigidity cycle.
In elk van de fasen is een bepaald type werknemers dominant:
2) De expansiefase wordt gedomineerd door climbers;
3) De fase van de afremming: conservers.
Kritiek op Downs. Welke kritiek is er op dit model?
o Gesteld wordt dat dit voor overheden moeilijker is vanwege het ontbreken van het winstoogmerk en de eerder besproken kenmerken van het publieke karakter.
o Maar hier kan ook structurele uitwerking en aanpassing plaatsvinden door middel van decentralisatie, verzelfstandigingen, NPM hervormingen e.d.
Welke redenen zijn er achter de fase van neergang en afsterven van publieke organisaties?
o Entropie van de omgeving (cf. populatie-ecologische benadering): zie ook bij minder steun van politiek, politiek en pressiegroepen kan een organisatie minder middelen krijgen en uiteindelijk verdwijnen (DG Visserij, wellicht in de toekomst ook provincies en waterschappen).
o Dit laatste geldt ook wanneer een bepaalde taak overbodig is geworden (zie bijvoorbeeld de naoorlogse voedseldistributie).
Welke reacties zijn er op neergang van publieke organisaties?
o Bij publieke en non profit organisaties is het de vraag van wie die innovaties afkomstig zijn: politiek of ambtenaren en werknemers (top en rank en file).
o Waar berust de nadruk? Zie bij dit laatste de bedrijfsvoeringinnovaties bij de rijksoverheid waar het initiatief bij de ambtenaren berust.
o We raken hier de vraag naar in hoeverre er sprake is van doelverschuiving en verzelfstandigd ambtelijk leiderschap.
Kunnen publieke organisaties ook 'sterven'?
Strategievorming en organisatieveranderingen hangen nauw met elkaar samen.
o In de strategische planning worden de lijnen uitgezet en door middel van organisatieverandering wordt daaraan uitvoering gegeven.
o In veel modellen van organisatie verandering is ook een strategie component te vinden.
Voordat we kijken naar wat het succes van organisatieveranderingen bepaalt, nu de vraag welke typen bestaan er:
o Administratieve veranderingen (onder andere structuur, bedrijfsvoering);
o Veranderingen in producten en diensten;
o HRM veranderingen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden