De staat in opmars (15e - 17e eeuw)

21 belangrijke vragen over De staat in opmars (15e - 17e eeuw)

wat viel er te vergeven via patronage?

geld, natura, grond, pensioen, ambt, bescherming, vrijstelling belasting, tolrecht, stapelrecht, tiendrecht, monopolies, introductie aan hof, voorspraak juridische kwesties, adellijke titels en grond, bemiddeling huwelijk, studiebeurs, plaatsing in hofjes, contract levering dienst/goederen

Volgens Prak zijn er een aantal kanttekeningen te maken bij de rol en betekenis van de new monarchies. Welke?

- het standaard verhaal is een rechtlijnig succesverhaal, toegespitst op de grotere staten (Engeland, Spanje en Frankrijk);
- geen oog voor de rol van de kleinere landen
- sterk gericht op de binnenlandse verhoudingen
- in recent onderzoek is meer aandacht voor de rol van kleinere landen, alternatieve trajecten, en de rol van de internationale betrekkingen.

De vorst en de burgerij profiteerden het meest van het moderniseringsproces. De vorst vanwege toegenomen macht. De burgerij vanwege een staand leger dat onderlinge oorlogen van de adel beslechtte. uniformering van wetgeving en rechtspraak bevorderde economische activiteiten.
juist of onjuist?

juist
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

waarom zijn historici in patronage geinteresseerd geraakt?

onderzoek staatsvorming
nieuwe bronnen

De adel ging er het meest op achteruit in de centralisering.
juist of onjuist

gedeeltelijk onjuist. In het westen ging de adel erop achteruit, omdat via het patronage systeem meer vanuit de burgerij voor hoge ambten werd gerekruteerd.
In het oosten echter, wist de adel haar positie daar te versterken (tweede feodaliteit).

rol patronage bij versterking staatsgezag/staatsvormingsproces?

opbouw ambtenarenapparaat
vorsten kregen meer macht
patronage was goedkoper dan neutrale bureaucratie

Wat gebeurde er met de positie van de geestelijkheid in de centralisering?

Meestal betekende dat een verzwakking van de traditionele band tussen kerk en staat. Door de Reformatie verkeerden de kerken met elkaar in concurrentie.

was patronage voor elke laag van de bevolking van even groot belang?

ja

waaruit bestonden wederdiensten?

politieke steun
militaire steun
financiele steun
vleierij
seks
hand- en spandiensten
respect betonen
loyaliteit betonen
eer reputatie

waartoe diende patronage voor een vorst?

de vorst had maar beperkte financiele middelen (geen belasting)
was afhankelijk van zijn machtigste edelen
kon alleen zo een groot gebied besturen (via lokale regeerders)
moest een leger via de adel regelen (er was geen staand leger)

waar was de patronage nuttig?

in oostenrijk. de vorst nam goederen in beslag van de protestantse rebellen en had zo veel te verdelen onder de katholieke adel. zo stopte hij de opgang van het protestantisme en bond de katholieke adel aan zich.

wat is absolutisme?
wat is verlicht absolutisme?

bestuursstijl/hofcultuur van lodewijk en frederik: karakteriseer en vergelijk
plaats/betekenis van frederik ii in de geschiedenis van pruisen?
is het verlicht absolutisme een specifieke fase in de geschiedenis van de staatsvorming?

na 1688 trad voor de zonnekoning de zonsondergang op. wat wordt hiermee bedoeld?

financiele problemen door constant oorlogvoeren
nederlagen in de oorlog
politieke problemen
persoonlijke problemen
kritiek uit binnen/buitenland
gebrek aan goede ministers
gebrek aan goede kunstenaars die de lofzang op lodewijk xiv konden zingen

verschillen/overeenkomsten tussen frederik ii en zijn voorgangers frederik willem, frederik i en frederik willem i

verschil:
verlicht vorst, bekommert zich om zijn volk, geen goddelijke legitimatie, correspondeert met dichters en denkers, hervorming rechtspraak, bureaucratie, positie lijfeigenen
overeenkomst:
hij zette eigenlijk het beleid voort van zijn voorgangers: belastingheffing, ambtenarenkorps, disciplinering burgers/soldaten, nadruk op economie hadden zijn voorgangers al opgezet

lodewijk = 1638-1715, koning van: 1643/1661-1715
frederik ii = 1712-1786, koning van: 1740-1786

voordeel regering frederik ii boven die van lodewijk?

frederik ii wist met zijn verlichtingsideeen de intelligentsia aan hem te binden en daarmee voorkwam hij de revolutie die frankfrijk wel overkwam

waardoor kon het traditionele, dynastieke denken veranderen in een verlicht sociaal contract?

doordat leerlingen van Wolff, een hoogleraar, die boodschap onder meer dan 50 universiteiten en hogescholen verspreidden

samenhang politieke theorie en praktijk
opkomst moderne staat en ontwikkeling soevereiniteitsbegrip
betekenis natuurrecht en verdragsleer voor de politieke theorievorming

wat zijn de 2 hoofdstromen in de 18e eeuw?

constitutionalisme van Montesquieu
radicale soevereiniteitsleer van Rousseau

waarom gaat Worst in op terminologisch probleem?

omdat een begrip in de loop der tijd kan veranderen, zoals 'polis'

waarom is rousseau, met zijn volkssoevereiniteitsleer, ook een voorbeeld voor de totalitaire staat?

omdat rousseau vond dat iedereen die niet vóór zijn leer was, ertegen was en een koppie kleiner gemaakt moest worden

motieven deelnemers revolutie
Op welke revolutie is Griewanks definitie van toepassing?

op de franse: breuk met het verleden
de overige wilden juist het verleden in ere herstellen

wat vind je in de amerikaanse grondwet?

ideeeen van locke
ideeen van rousseau
ideeen van montesquieu
engelse en amerikaanse revolutie zijn loten van dezelfde revolutiestam


De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo