Belasting- en premieplicht - De inhoudingsplichtige - Inhoudingsplicht loon derden

3 belangrijke vragen over Belasting- en premieplicht - De inhoudingsplichtige - Inhoudingsplicht loon derden

Wat wordt bedoeld met het bekendheidsvereiste bij loon van derden?

De Hoge Raad heeft in het verduisteringsarrest geoordeeld dat het niet aannemelijk is dat de wetgever zou hebben bedoeld ook tot het loon te rekenen voordelen waarover werkgever geen loonbelasting kan inhouden omdat hij met die voordelen niet bekend is. Voor fooien en dergelijke is dit bekendheidsvereiste uitgewerkt door middel van artikel 12 Wet LB en art. 3.6 URLB 2011.

Hoe wordt art. 33 lid 1 onderdeel e jo. Art. 4 UBLB uitgelegd?

De Hoge Raad heeft deze bepaling in het Kortings-arrest zo uitgelegd dat de werkgever alleen inhoudingsplichtige is voor het van derde afkomstig loon als:
  1. de werkgever met het voordeel rekening heeft gehouden bij vaststellen van het loon (12 Wet LB jo. Artikel 3.6 lid 1 URLB 2011);
  2. voor het bepalen van het loon forfaitaire regel bestaat (12 Wet LB jo. Artikel 3.6 lid 2 URLB 2011).


Voor zover fooi geen loon in de loonbelasting is dan is de werknemer verplicht het tot het loon (3.81 Wet IB 2001) in de inkomstenbelasting te rekenen.

Op welke rechtsgrond is het mogelijk om aan een derde de naheffingsaanslag op te leggen?

Dit gaat via de informatieplicht bij loon van derde (art. 9.6 URLB 2011). En vanwege het niet naleven van de bepaling door een ander de belastingplichtige / inhoudingsplichtige er te weinig belasting is geheven de naheffingsaanslag aan die derde kan worden opgelegd (art. 20 AWR).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo