Startpagina / Samenvattingen / HET BEGINSEL VAN DE MINSTE PIJN - Een inleiding tot de loonheffingen / minimaal-dienstbetrekking-privaatrechtelijke

Belasting- en premieplicht

11 belangrijke vragen over Belasting- en premieplicht

Wie zijn belastingplichtige voor de loonbelasting?

Een werknemer (in de meeste gevallen)
inhoudingsplichtige, artiesten, beroepssporters, buitenlandse gezelschappen en bij of krachtens de wet aan te wijzen personen als heffingssubjecten aangewezen.

Om aan een privaatrechtelijke / publiekrechtelijke dienstbetrekking (art. 2 lid 1 Wet LB) toe te komen is een minimale vereiste nodig.

Er moet minimaal sprake zijn van een bron van inkomen (dus geen vrijwilliger die een lagere onkostenvergoeding ontvangt).

Om aan een privaatrechtelijke / publiekrechtelijke dienstbetrekking (art. 2 lid 1 Wet LB) toe te komen is een minimale vereiste nodig.

Er moet minimaal sprake zijn van een bron van inkomen (dus geen vrijwilliger die een lagere onkostenvergoeding ontvangt).

Waar zijn de fictieve dienstbetrekkingen te vinden?

Deels in de wet (art. 3 Wet LB) en deels krachtens de wet in het uitvoeringsbesluit (art. 4 Wet LB jo. Art. 2 t/m 2h UBLB).

Kan DGA privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst (dienstbetrekking) hebben met de vennootschap waarvan zij grootaandeelhouder is?

Ja dit kan, DGA staat onder formeel gezag van de AvA. Fiscaal staat er niets in de weg aan een dienstbetrekking. Omdat DGA van loon kan afzien en dan civielrechtelijk geen sprake is van loon en dus ook fiscaal niet van een dienstbetrekking is voor deze situatie een fictieve dienstbetrekking in het leven geroepen (art. 4 onderdeel d Wet LB jo. Art. 2h UBLB). Deze is aangevuld met de fictie van gebruikelijk loon van 12a Wet LB).

Kan DGA op in arbeidsverhouding staan tot de holding die vervolgens op zijn beurt werkzaamheden verricht op aan de werkmaatschappij op basis van opdrachtovereenkomst?

Ja dit is in overeenstemming met doel en strekking van de fictieve dienstbetrekking. De arbeid wordt al belast en de fictie is als vangnet voor waar dat niet gebeurt.

Dus bij managementovereenkomst is de DGA hoe dan ook werkzaam bij de holding (echt of fictief) (gebruikelijk loon is dan van toepassing op niveau van de holding).

Wanneer mogen partijen er van uitgaan dat er geen loonheffingen worden ingehouden?

Als de modelovereenkomst door de belastingdienst is goedgekeurd; en
de feitelijke gang van zaken overeenkomt met wat daarin is afgesproken.

Dit is op basis van de beginselen van behoorlijk bestuur en meer specifiek het vertrouwensbeginsel voor alle loonheffingen.

Belastingdienst beoordeelt deze uitsluitend op het punt van civielrechtelijke en/of een fictieve dienstbetrekking die leidt tot een verplichting tot afdracht.

Geen arbeidsovereenkomst betekent geen inhoudingsplicht en dat op grond van art 45 Zvw de bijdrage Zvw van de opdrachtnemer geheven wordt.

Hoe verhoudt de concernregeling tot sgi en verbonden vennootschap?

Staat geheel los van elkaar en heeft niets met elkaar te maken. Concernregeling geldt bij de werkkostenregeling.

Wie is inhoudingspichtige ten aanzien van artiesten, beroepssporters of buitenlandse gezelschappen?

Diegene die opdracht geeft en de gage betaald
voor zover de gage van derde wordt ontvangen is de derde de inhoudingsplichtige (art. 8a lid 1 Wet LB).

Verlegging, onder voorbehoud van lid 4, mogelijk (art. 8a lid 4 jo. 2.5 URLB 2011).

Wie is premieplichtig voor de volksverzekeringen?

Premieplichtig voor de volksverzekeringen is de verzekerde (art. 6 lid Wfsv).
Alleen voor de AOW bestaat er op het punt van de kring van verzekerden een leeftijdsgrens (tot de AOW-gerechtigde leeftijd verzekeringsplichtig)(art. 6 lid 1 AOW) en de premieplicht stopt op de eerste dag van de maand waarin de pensioengerechtigde leeftijd wordt bereikt (art. 10 lid 2 Wfsw).

Voor de overige volksverzekeringen blijft verzekerde ongeacht leeftijd verzekerd.

Op welke manieren wordt de premie volksverzekeringen geheven?

De premie volksverzekeringen wordt zowel door middel van inhouding (art. 58 lid 2 Wfsv via inhoudingsplichtige als er sprake is van loon) als op aanslag (art. 58 lid 1 Wfsv) geheven.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

HET BEGINSEL VAN DE MINSTE PIJN - Een inleiding tot de loonheffingen | 9789493199972 | A L Mertens

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Belasting- en premieplicht

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Belasting- en premieplicht

11 belangrijke vragen over Belasting- en premieplicht

Wie zijn belastingplichtige voor de loonbelasting?

Om aan een privaatrechtelijke / publiekrechtelijke dienstbetrekking (art. 2 lid 1 Wet LB) toe te komen is een minimale vereiste nodig.

Om aan een privaatrechtelijke / publiekrechtelijke dienstbetrekking (art. 2 lid 1 Wet LB) toe te komen is een minimale vereiste nodig.

Waar zijn de fictieve dienstbetrekkingen te vinden?

Kan DGA privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst (dienstbetrekking) hebben met de vennootschap waarvan zij grootaandeelhouder is?

Kan DGA op in arbeidsverhouding staan tot de holding die vervolgens op zijn beurt werkzaamheden verricht op aan de werkmaatschappij op basis van opdrachtovereenkomst?

Wanneer mogen partijen er van uitgaan dat er geen loonheffingen worden ingehouden?

Hoe verhoudt de concernregeling tot sgi en verbonden vennootschap?

Wie is inhoudingspichtige ten aanzien van artiesten, beroepssporters of buitenlandse gezelschappen?

Wie is premieplichtig voor de volksverzekeringen?

Op welke manieren wordt de premie volksverzekeringen geheven?

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Belasting- en premieplicht