Samenvatting: Het Boek

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Het boek

• 1 Hst 10: rivieren

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.1 Indeling van rivieren

  Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn anostomerende rivieren?

  Een anastomoserende rivier bestaat uit een stabiel patroon van meerdere, onderling verbonden riviergeulen, gekenmerkt door een hoge sedimentatiesnelheid en een lage kronkelfactor, voorkomend in gebieden met bodemdaling en/of zeespiegelstijging.

• Wat zijn kenmerken van binnen- en buitenbochten?

  Buiten = steile, door de rivier onder gegraven oevers
  Binnen = lopen geleidelijk af naar de rivier en groeien aan door sedimentatie

• Hoe worden oeverwallen gevormd?

  Als zand accumuleert op oevers in tijden van overstroming, door verlies van snelheid.

• Hoe is de vegetatie op oeverwallen?

  Hardhout ooibos; es en eik. Als te nat een galerijbos, dunne strook.

• Waar ontstaan bekkens of kommen?

  Verder weg van de oeverwallen, loodrecht op de rivier.

• Wat heeft de overstromingsfrequentie voor gevolg in kommen?

  Frequent = veel zware klei
  Sporadisch = humeuze bovengrond in de klei, laklaag

• Wat gebeurt er met een laklaag die slecht afwaterd?

  Dan wordt de humeuze bovengrond een veenlaag. Alleen bij relatief geringe rivieractiviteit.

• Hoe wordt een crevasse gevormd?

  Als de oeverwal bij hoog water doorbreekt en het zand achter de wal uit waaiert en zich vertakt richting het centrale deel van de kom. Ze verzanden echter na enige tijd.

• Hoe zien grootschalige crevasses eruit en waarom zijn het longsystemen?

  Systeem van smalle geulen die stroomafwaarts nog verder versmallen. Het zijn longsystemen omdat ze uit pienteren en mariene afzettingen vormen. Doordat ze bijna niet zijdelings verplaatsen zijn ze bewaard gebleven.

• Wat zijn gefundeerde stroomruggen?

  Als de holocene afzettingen dunner zijn dan de diepte van de voormalige rivierloop.