Samenvatting: Het Bondige Gesprek Praktische Hulp Bij Advisering En Pastoraat | 9789085250043 | Timm H Lohse Geraldine Juursema
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Het bondige gesprek praktische hulp bij advisering en pastoraat | 9789085250043 | Timm H. Lohse. [Vertaling: Geraldine Juursema]
-
1 De interactieve elementen van het bondige gesprek
-
Wat is de voorwaarde voor het gebruik van de methodiek van het bondige gesprek?
Dat de hulpverlener bewust de beslissing neemt om in dit eenmalige gesprek een concreet en hanteerbaar doel na te streven. De hulpvrager moet aan het einde van het gesprek op eigen kracht een eerste stap in een nieuwe richting zetten, waarbij hij in staat is zelf weer de verantwoordelijkheid voor zijn leven te dragen. -
Op welke vijf interactieve elementen, die maken dat een kort gesprek bijzonder is, richt de analyse van de setting van een gesprek en de relaties daarbinnen zich?
- Het juiste moment;- Het relatiepatroon;- De conflictcaroussel;- Het element van de hoop;- 'Sesam, open u!' -
1.1 Het juiste moment
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het juiste moment voor een kort gesprek?
De toevallige ontmoeting is gunstiger (nuttiger, succesvoller) voor de hulpvraag of behandeling bij een conflict dan een afspraak om eens te komen praten met de als deskundig beschouwde persoon, of een serie gesprekken.Hulpvragers ervaren een eenmalig kort gesprek ook als een gunstige gelegenheid als er doelgericht een afspraak voor wordt gemaakt.In de loop van een gesprek dat over iets anders begon, doet de 'gunstige gelegenheid' zich voor zodra er plotseling geen verband meer is met war daarvoor is gezegd. -
Wat betekent het dat de toevallige ontmoeting het gevoel kan geven zich in een 'kairos' te bevinden?
Voor de hulpvrager lijkt:- Dit het juiste moment;- De hulpverlener de juiste persoon;- Een oplossing van het probleem nu mogelijk. -
Hoe beïnvloeden de reacties van de hulpverlener het gesprek, wanneer hij de gelegenheid als ongeschikt ervaart?
- Hoe meer kortaangebonden hij reageert, hoe meer de hulpvrager zal uitweiden.- Hoe praktischer de oplossingen die hij aandraagt, hoe theoretischer de bezwaren;- Hoe meer hij aandringt op een geschiktere plek en passender tijdstip, hoe feller de hulpvrager aanhoudt. -
1.2 Het relatiepatroon
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat wil het zeggen dat het basispatroon in relaties bij het korte gesprek asymmetrisch is?
- Wie iets vraagt, wil een antwoord dat hij zelf niet heeft.- De een stelt de vraag, de ander heeft de macht positief of negatief te antwoorden.- Er is vertrouwen dat de hulpverlener in staat is om te helpen. -
Hoe moet de hulpverlener reageren op de asymmetrie in het korte gesprek?
Hij moet de asymmetrische as pogen op te vatten in een complementair patroon:- Zonder richting - richtinggevend;- Niet in staat tot - alvermogend;- Hulpzoekend - oplossend;- Slachtoffer - redder;- 'up'- 'down'.Omkering van de asymmetrie verschaft de hulpverlener lucht:- Niet ik, maar jij bent de redder;- Niet ik, maar jij biedt een oplossing;- Niet ik, maar jij kunt alles;- Niet ik, maar jij wijst de weg. -
Welke tweede asymmetrie speelt een belangrijke rol in het korte gesprek?
De hulpvrager zit midden in het conflict, terwijl de hulpverlener eerst contact moet krijgen met de hulpvrager en zien uit te vinden wat diens conflict inhoudt.Deze tegengestelde asymmetrie zorgt samen met de eerstgenoemde voor een polariserende dynamiek, die onbedoeld kan uitmonden in een machtsstrijd: wie ligt boven ('up') en wie onder ('down')? Wie heeft er verstand van en wie weet niet waar het over gaat? -
Hoe kan objectief worden vastgesteld hoe dicht hulpvrager en hulpverlener de symmetrisch-solidaire as genaderd zijn?
- De hulpvrager is zich ervan bewust hoe hij zelf een eerste stap uit de doodlopende straat kan zetten, op weg naar een realistisch en voor hem aantrekkelijk doel;- De hulpvrager ziet duidelijk onder ogen wat het probleem is waarvoor een concrete oplossing moet worden bedacht;- De hulpverlener maakt weloverwogen en doelgericht van zijn interactieve competenties gebruik om de hulpvrager in een 'up-positie' te brengen.- De hulpverlener aanvaardt in het hier en nu het duidelijk omschreven hulpverzoek van de hulpvrager en probeert hem te helpen. -
1.3 De conflictcaroussel
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de kern van het conflict van de hulpvrager?
De motor van de conflictcaroussel loopt op een mengsel van ijdelheid en het gevoel beledigd te zijn, van gelijk willen hebben en het idee dat jou onrecht is aangedaan. Deze patronen van waarnemen, ervaren en het daaruit voortvloeiende gedrag zijn vertrouwd en houden de motor van de conflictcaroussel gaande.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden