Samenvatting: Het Hormoonstelsel
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Het Hormoonstelsel
-
1 Het hormonale systeem
-
1.2 Inleiding
-
Hoe vindt de samenwerking plaats tussen de orgaanstelsels in het en waar is dat op gericht?
1. Door het hormoonstelsel
2. Door het zenuwstelsel
3. Erop gericht om het interne milieu zoveel mogelijk constant te houden en te reageren op het externe milieu. -
1.3 hormonen algemeen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe wordt de homeostase gehandhaafd?
Door de communicatie tussen de weefsels en organen in het zenuwstelsel of door chemische stimulatie. De hypothalamus registreert of de homeostase uit balans is, daarna vindt de chemische stimulatie plaats. -
Hoe vindt de chemische stimulatie plaats? En waarbij helpt dit?
1. Door transmitters via het bloed namelijk de hormonen
2. Neurotransmitters via het zenuwstelsel
Dit helpt om de zuurgraad, het zuurstofgehalte, de bloeddruk, de suikerspiegel en de osmoregulatie (hoeveelheid opgeloste stoffen) te reguleren. -
1.4 Hormoonklieren
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Welke endocriene klieren zijn er en wat is de ligging?
- De hypofyse of
pituitarygland; onderzijde van de hersenen - de
bijschildklier; achterzijde schildklier - de schildklier; voorzijde van de hals bij overgang strottenhoofd en luchtpijp
- de eilandjes van lagerhans; alvleesklier
- de bijnieren; als kapje op de nieren
- de pijnappelklier of epifyse; tegen de achterwand van het derde ventrikel, onder de achterrand van de hersenbalk en is met een steeltje verbonden aan de kleine hersenen.
- de eierstok of ovarium
- de zaadbal of de testis
- De hypofyse of
-
1.5 het werkterrein bij de mens
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
Laat hier meer flashcards zien -
Welke twee type hormoonklieren zijn er? En wat is het doel?
- stofwisseling
- hormonen van de bijnier, o.a. Adrenaline en cortisol bevorderen de omzetting van eiwitten/glycogeen in glucose
- hormonen van de eilandjes van lagerhans, o.a. Insuline; stimuleren de glycogeenopslag in de spieren
2. Voortplanting
- hormonen van het ovarium; oestrogeen; veroorzaken het ontstaan van de secundaire geslachtskenmerken en bevorderen de groei van het baarmoederslijmvlies
- hormonen van de testis, o.a. Testosteron; stimuleren de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken en bevorderen de rijping van de zaadcellen -
Wat doet de hypofyse en wat bepaald de hypofyse en waar?
- Hormonen van de hypofyse beïnvloeden bepaalde stofwisseling en voortplantingsverschijnselen
- de werking van de hormoonklieren is sterk afhankelijk van de werking van de hypofyse
- de hormonen, de boodschapperstoffen vinden aansluiting bij het doelorgaan doordat de receptor past op het type hormoon -
1.6 zenuwstelsel en het hormoonstelsel
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.6
Laat hier meer flashcards zien -
Wat doet de hypothalamus en wat doet de hypofyse en hoe werken zij samen?
De hypothalamus staat direct in contact met de hersenen (zoals de amygdala, hippocampus en thalamus) De hypothalamus kan snel anticiperen op informatie uit de buitenwereld waarbij direct actie vereist is, zoals het zien van gevaar.
de hypofyse controleert vooral de hormonale balans en krijgt ook signalen van de hypothalamus die leidend zijn wanneer er snel actie ondernomen moet worden. De hypofyse werkt de actie van de hypothalamus niet tegen. -
1.7 de regeling van de hormoonproductie
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.7
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het feedbacksysteem/ het proces van terugkoppeling
Het systeem dat de afgifte van hormonen van stimuleren en afremmen. Dit wordt geregeld door de concentraties hormonen
in het bloed.
De streefhoeveelheid is afhankelijk van de signalen van het het zenuwstelsel -
2 Herkennen van hormonale problemen
-
2.3.2 symptomen te snelle schildklier
-
Symptomen te snelle schildklier;
- Gejaagdheid
- hartkloppingen en hoge hartslag
- huid warm en vaak vochtig
- bolle uitpuilende ogen
- struma (komt du voor bij snelle en trage schildklier)
- tremoren
- vermagering
- Gejaagdheid
-
2.4 symptomen bijnierproblemen
-
Wat zijn de symptomen van een hoge cortisolaanmaak?
- Bloeddruk hoog/vasocontrictie door (nor)adrenaline en aldosteron
- ontstekingsreacties te sterk onderdrukt
- spiermassaverlies (bolle buik en dunne armen, geen kont bij mannen) Cortisol zet spiereiwit om in glucose.
- Bloeddruk hoog/vasocontrictie door (nor)adrenaline en aldosteron
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden