Startpagina / Samenvattingen / Het literaire leven 33 / dichters-schouwburg-academie

De dichters

4 belangrijke vragen over De dichters

In het begin als een rederijkerskamer een bundel uitgaf was dat een collectieve uitgave. Op welke wijze onderscheidden de individuele schilders zich dan wel?

Ze hadden vaak wel een kernspreuk, een motto, waaronder ze binnen hun eigen kring bekend waren. Zo ondertekende Hooft zijn spelen met de spreuk 'Veranderen can 't 'en Bredero zijn spelen met ''t Kan verkeeren'. In beide spreuken herkennen we het Fortina-motief, een echt renaissancistisch motief, dat de wisselvalligheid van het menselijk lot uitdrukt.

Hoe emancipeerden de dichters zich van de rederijkerskamers en kwam het proces van individualisering op gang?

Na een ernstig literair verschil van mening in de Eglentier atapten een aantal gerenommeerde dichters uit de kamer. Ze richtten een Nederduytsche Academie op o.l.v. Coster. Daarna gingen de ontwikkelingen snel: het gebouw van de Academie werd afgebroken en op 2 januari 1638 werd de Amstrdamse schouwburg geopend met de opvoering van Vondels'Gysbreght van Aemstel. Vanaf dat moment was er geen plaats meer voor goedwillende amateurs.

Noem een 3 tal kringen waar dichters elkaar konden treffen.

1. Aan het huis van de dichter Roemer Visscher.Vondel: 't saligh Roemers huys 2. De Muiderkring. 's Zomers troffen op gezette tijden de dichters zich bij P.C. Hooft. 3. Het literaire genootschap Nil Volentibus Arduum. Ze hadden een grote vinger in de pap ten aanzien van repertoirekeus in de Amsterdamse schouwburg.

Een dichter schreef niet om den brode. Waarom niet en waaruit haalden ze dan wel hun inkomsten?

Dat paste niet bij de hoge status van de dichtkunst. Zij was immers een van de 'artes liberalis', de vrije kunsten, die men niet om gewin bedreef. Ze hadden hoge politieke functies, waren kooplieden, predikanten, enz.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Het literaire leven 33 | Steffelaar

Bekijk samenvatting