Start > Onderzoeksstragieën

57 belangrijke vragen over Start > Onderzoeksstragieën

Welke kernbeslissingen moeten worden genomen alvorens een strategie kan worden gekozen?

1. Wil men diepgang of gaat men voor een brede opzet?
2. Wil me zelf in het veld om onderzoeksgegevens te verzamelen of maakt het gebruik van bestaande literatuur?
3. Streeft men naar kwantificering of kwalificering?

Welke kernbeslissingen moeten er bij het kiezen van een strategie worden genomen?

  1. diepte of breedte van het onderzoek
  2. kwantitatief of kwalitatief onderzoek
  3. empirisch of bureau onderzoek 

Wat wordt er bedoelt bij de eerste kernbeslissing diepte/breedte van het onderzoek?

breedte: grootschalige aanpak  die generalisatie mogelijk maakt, beperking mbt diepgang en detaillering van resultaten 

diepte: kleinschalige aanpak waardoor lastiger generaliseerbaar maar wel meer diepgang en detaillering van resultaten 
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat wordt er bedoelt met de tweede kernbeslissing kwalitatief/kwantitatief onderzoek?

kwantitatief: bevindingen vastleggen in cijfers, tabellen, grafieken en berekeningen

kwalitatief: bevinding in de trant van beschouwingen en interpretaties.

Wat wordt er bedoelt met de derde kernbeslissing empirisch of bureau onderzoek?

empirisch: gaat de onderzoeker zelf het veld in om waar te nemen

bureau: maakt de onderzoeker gebruik van bestaand materiaal.

Welke 5 kenmerken/voorwaarden worden er door V&D omschreven bij experiment?

  1. formeer 2 groepen: experimentele en controlerende groep
  2. willekeurige toedeling van de groepen(randomisatie of matching)
  3. de onderzoeker bepaald welke groep er wel en niet wordt blootgesteld aan de interventie 
  4. onderzoeker zorgt voor zo min mogelijke omgevingsinvloeden
  5. naast een nameting is er bij voorkeur ook een nulmeting voordat de interventie wordt gepleegd.

Welke (hoofd) varianten zijn bij de experiment-strategie?

  1. laboratorium experiment (zuivere vorm, aan alle eisen voldaan)
  2. quasi experiment(net als of, niet aan alle voorwaarde voldaan)
  3. nabootsing (er wordt niet gewerkt met groepen)

Welke deel varianten vallen er onder het laboratorium experiment?

experiment zonder nulmetingvoordeel: geen last testeffecten

nadeel: aantasting causale bewijsvoering

2. solomon four group design:
drie controle groepen, waardoor ontdekken testeffecten en interactie nulmeting en interventie


Nulmeting
Interventie
Groep 1
Ja
Geen
Groep 2
Geen
Ja
Groep 3
Geen
Geen
Groep 4 (= experimentele groep)
Ja
Ja


3. factorieel ontwerp: men wilt weten welke combinatie het gunstigste is
voorbeeld niet roken campagne: medium: tv/krant en soort boodschap: feit/waarschuwing

Wanneer is het handig om een panelonderzoek uit te voeren?

Als er veranderingen in onderzoekseenheden gemeten moeten worden

Welke deelvarianten vallen er onder het Quasi experiment?(2)

1. gebruik maken van bestaande groepen, klassen, teams
2. veldexperiment onderzoeker maakt gebruik van bestaande verschillen en kan alleen maar bepalen wie er niet wordt blootgesteld aan de interventie.

Welke deelvarianten vallen er onder het Nabootsing?

1. computersimulatie: goedkoop, makkelijk aan te passen
2. spelsimulatie/gaming: nabootsen van bepaalde situatie( rampen oefening)
3 schaalmodellen: situatie is een kleiner en goedkoper model nabootsen  

Wat zijn de voordelen van een survey-onderzoek?

1. het grote bereik en daarmee kunnen correlaties gelegd worden. 
2. Veel boeken waarin de methode staat beschreven. 
3. Het type is gestandaardiseerd en controleerbaar

Wat zijn de voor- en nadelen van een survey onderzoek?

Voordelen:
- groot bereik
- hoge externe validiteit
- zeer geschikt voor in kaart brengen van opvattingen en meningen
- gestandaardiseerde methode
- efficiënt

Nadelen:
- oppervlakkige onderzoeksmethode (weinig diepgang)
- vatbaar voor sociaal wenselijke antwoorden
- non-respons (=niet representatief)
- kernbegrippen en operationalisaties moet zeer helder zijn

Wat zijn de voor-(6) en nadelen(5) van de experiment-strategie?

voordelen: 
  1. hoge interne geldigheid
  2. directe effecten, causaliteit
  3. generaliseerbaar
  4. controleerbaar (betrouwbaar)
  5. toepasbaarheid bij toetsing (deductief onderzoek)
  6. kan real world onderzoek vervangen

nadelen: 
  1. externe geldigheid, mensen verkeren in ongewone situatie
  2. ethische dilemma's
  3. weinig realistisch door gecontroleerde omgeving
  4. bij veldexperiment is causaliteit lastig aan te tonen  
  5. vatbaar voor meeteffecten

Wat zijn de nadelen van een survey-onderzoek?

1. Geringe diepgang en aspectmatige karakter van de kennis.
2. je moet van tevoren veel van het onderwerp weten. 
3. In snel veranderde situaties is een survey lastig toepasbaar.

Welke varianten case studies bestaan er?

- Single case study (beschrijven van 1 geval)
- Multiple case study (beschrijven van 1 geval met meerdere subcases)
- Vergelijkende case study (vergelijken van case studie
  • subvariant: sequentiële methode (case vergelijken met de resultaten van de voorgaande case)

Welke methoden worden er gebruikt bij de experiment-strategie? (VISO)

Vragenlijst
Interview
Statistische analyse
Observatie

Waar staat TAP voor?

Topic, Applicability en Perspective

Wat zijn de vier meetniveaus volgens van Thiel?

  • Nominaal (verschillen)
  • Ordinaal (wel oplopende waarden maar niet in getallen uit te drukken)
  • Interval (schaal zonder nulpunt, geen verhouding bijv: 2 keer zoveel)
  • Ratio (schaal met vast nulpunt)

Omschrijf de Survey/Enquête strategie?

Stelt de onderzoeker in staat om een breed beeld te krijgen van een fenomeen. Door een systematische wijze vragen te stellen aan een grote hoeveelheid mensen.

Welke kenmerken horen er bij de Survey/Enquête strategie? (7)

  1. Ruim Domein dat bestaat een grote hoeveelheid mensen
  2. arbeidsextensieve datagenerering
  3. meer breedte dan diepte
  4. a-selectie steekproef (=willekeurige selectie)
  5. reductonisch van aard: de werkelijkheid terugbrengen tot een aantal variabelen met bepaalde waarden. 
  6. Er is vooraf vastgestelde procedure  voor datagenerering
  7. kwantitatieve gegevens en dito analyse

Wat is het verschil tussen feitelijke informatie en subjectieve informatie?

Feitelijke informatie zijn vragen naar gedrag, ervaringen en atrributen oftewel achtergrond vragen en subjectieve informatie zijn vragen naar attitudes of houdingen, opinies of meningen, intenties en evaluaties. Dus bij feitelijke vragen is er sprake van een waar antwoord en bij subjectieve vragen is er geen waar of niet waar. 

Welke varianten zijn er van survey/enquête?


Een of meer tijdstippen
Een of meer groepen
Cross-sectioneel onderzoek
Eén tijdstip
Eén groep
Panelonderzoek
Meerdere tijdstippen
Eén groep
Tijdreeksonderzoek
Meerdere tijdstippen
Meer groepen
-    

Welke varianten experimenten zijn er? 

  • Quasi experiment (voldoet niet (of niet geheel) aan voorwaarden van een experiment)
  • laboratorium experiment
  • Nabootsing (simulatie)

Wat zijn bipolaire antwoordschalen?

Dat zijn schalen die twee tegenovergestelde alternatieven weergeven met een duidelijk middelpunt. 

Wat zijn de voor-(5) en nadelen(4) van de Survey/Enquête strategie?

voordelen:
  1. groot bereik
  2. gestandaardiseerde/veelgebruikte methode en strategie(geijkt)
  3. grote generaliseerdbaarheid
  4. informatierijk
  5. geschikt voor meningen en opvattingen

nadelen:
  1. non-response --> representativiteit
  2. oppervlakkige meting met weinig diepgang
  3. vooraf goed weten hoe en wat je operationaliseert, veel voorwerk
  4. vatbaar voor sociaal wenselijkheid.

Wat zijn de kenmerken van een experiment?

  • Onderzoeker bepaalt wat er gebeurt
  • Zo weinig mogelijk invloed van buitenaf
  • Zowel nul- als nameting
  • Experiment groep en controlegroep 
  • Zoeken naar causaliteit
  • Randomisatie (willekeur)

Wat zijn uni-polaire antwoordschalen?

Dat zijn schalen die geen neutraal middelpunt hebben, maar wel een nulpunt heeft aan één uiteinde

Welke methode moet men gebruiken bij het opstellen van een vragenlijst bij de enquête/survey strategie?

T=topic
A=applicability: toepasbaarheid
P=perspective: interpretatiekader van respondent

Wat wordt verstaan onder een quasi experiment?

Er wordt niet voldaan aan de voorwaarden van een zuiver experiment zoals randomisatie, de nul- en nameting of dat de onderzoeker de interventie bepaalt.

Benoem de vijf kenmerken van een experiment

1. Formering van twee groepen, een experimentele groep en een controlegroep. 
2. Rondomisatie, willekeurige indeling van proefpersonen en controlepersonen.
3. De onderzoeker bepaalt de indeling en wat er binnen de groepen gebeurt
4. Zo min mogelijk invloeden van buitenaf
5. Er sprake van een nul- en nameting.

Wat is er belangrijk bij het T(opic) van het opstellen van een vragenlijst?

- eenduidige betekenis
- houdt rekening met doelgroep (kennis en begrip van het onderwerp)
-korte zinnen/vragen
- test de vragenlijst!

Wat is retrospectief en propspectief?

  • Prospectief: Zelf kennis produceren
  • Retrospectief: Kennis vergaren uit bestaande bronnen

Wat is er belangrijk bij de A(pplicability) van het opstellen van een vragenlijst?

- pas op met veronderstellingen
-filter de vragen op toepasbaarheid (tweetrapsvragen)
- test de vragenlijst

Wat wordt bedoelt met coderen en welke varianten zijn er?

Coderen is het herleiden van bepaalde begrippen uit fragmenten van de resultaten van het onderzoek.

open coderen: het labelen van fragmenten uit de resultaten aan kernbegrippen ("ik heb het zwaar op het werk" kan bijv. iets zeggen over 'motivatie', 'tevredenheid' en 'relatie manager'.gesloten coderen: Het labelen van fragmenten aan theoretische constructenBack & forth: het verfijnen van coderingen

Wat is er belangrijk bij de P(erspective) van het opstellen van een vragenlijst?

- referentiekader bepaalt door verwoording van vraag
- antwoord-categorieën zijn van invloed op referentiekader. 

Wat zijn de voor- en nadelen van een case study

Voordelen:
  • Laagdrempelige onderzoeksmethode (studenten kunnen het ook)
  • Hoge interne validiteit
  • Integrale beeldvorming van onderzoeksobject
  • Zowel theorievorming als -toetsing
  • Weinig onderzoeksontwerp vanwege 'klein' onderzoek (en dus flexibel)

Nadelen:
  • Lage externe validiteit
  • Lastige afbakening

Wat zijn de kenmerken van een casestudy?

  • Beschrijving van één geval
  • Triangulatie (gebruik van meerdere bronnen/methoden)
  • Selectieve steekproef
  • Arbeidsintensief
  • Het beweerde is het geheel
  • Kwalitatieve gegevens

Wat wordt verstaan onder topic, applicability en perspective m.b.t. vragenlijsten?

  • Topic: Gaat over de definitie van de vraagstelling. Is de vraag goed gesteld qua stijl en inhoud? (bevat het dubbele ontkenningen, niet te lange zinnen)
  • Applicability: Gaat over het feit of de, in de vraag beschreven situatie, van toepassing is op de respondent. Daarom filtervragen!
  • Perspective: Het referentiekader van de vraag. Dus vermijd waarden en waaredoordelen ("Ik heb veel vertrouwen in mijn baas", veel is hier een waarde)

Welke voordelen heeft een quasi-experiment t.o.v. een laboratoriumexperiment? 

1. Het is meestal levensechter, dus meer externe validiteit
2. Het is beter toepasbaar

Wat zijn de voor- en nadelen van een experiment?

Voordelen:
  • Causale relaties vastleggen
  • Intern valide
  • extern valide (quasi en nabootsing)
  • Betrouwbaar (controleerbaar en repliceerbaar)

Nadelen:
  • Niet realistisch
  • Ethische dilemma's
  • Vatbaar voor meeteffecten (storingsbronnen)
  • Lage generaliseerbaarheid

Welke schaal wordt voornamelijk gebruikt in bestuurskundige wetenschappen?

Ordinale schaal

Wat wordt verstaan onder secundair onderzoek van deskresearch?

Het opnieuw ordenen en analyseren van bestaande bronnen zodat deze toepasbaar zijn voor eigen onderzoek

Wat is het nadeel van een experiment?

1. het is moeilijke te generaliseren
2. Ethische problemen
3. Niet alle interventies zijn uitvoerbaar
4. Er kunnen andere invloeden waardoor de doelvariabelen wordt beïnvloed. 

Wat zijn de hoofdkenmerken van de gefundeerde theoriebenadering?

  • Onderzoeker heeft een open en zoekende houding
  • Consequente toepassing van juiste procedures en technieken
  •  Voortdurend vergelijken van empirische gegevens en theoretische constructen

Welke varianten van de gefundeerde theoriebenadering zijn er?

  • Primaire empirische vergelijking (empirisch verschijnsel vergelijken met fenomeen)
  • Secundaire empirische  [...] (empirisch verschijnsel vergelijken met verschijnsel gevonden door andere onderzoekers
  • Primaire theoretische [...] (empirisch verschijnsel vergelijken met theorie)
  • Secundaire theoretische [...] (empirisch verschijnsel vergelijken met theorie van andere onderzoekers
  • Theorievergelijking 
  • Deductieve [...] (verschijnsel afleiden uit theorie, op zoek naar vergelijkbare kenmerken)
  • Inductieve [...] (kenmerken van verschijnsel vaststellen en in theorie op zoek naar verklaring)

Wat is kenmerkend voor een holistische werkwijze?

Open wijze en niet voorgestructureerde wijze van dataverzameling. 

Voordelen van de gefundeerde theoriebenadering?

  • De ontwikkelde theorie kan zeer herkenbaar zijn voor de persoon in kwestie
  • De benadering is bruikbaar voor ontwikkeling van theorieën op nieuwe terreinen

Welke twee methodes bestaan er voor de vergelijkende casestudy?

1. Hierarchische methode: onderzoek vindt plaats in twee fases. 
2. Sequentiele methode: begint met één case en op grond daarvan kiest de onderzoeker een tweede case die in vergelijking met de andere case wordt bestudeerd. 

Wat zijn de voordelen van een casestudy?

1. Geeft een integraal beeld van het onderzoeksobject.
2. Veel minder voorstructurering nodig daardoor is het wendbaar
3. Onderzoeksresultaten worden dikwijls meer door professionals geaccepteerd, daardoor een grote valorisatie. 

Wat zijn de nadelen van een casestudy?

1. Externe validiteit staat onder druk

Wat zijn de voordelen van een casestudy voor een beginnend onderzoeker?

1. Het is gemakkelijker om het onderzoek binnen de gangbare proporties te houden. 
2. Met weinig kennis over de methodologie kunnen er best zinnige dingen gezegd worden bij een casestudy. 
3. Het is in vrijwel elke situatie toe te passen. 

Welke typen materialen zijn er te onderscheiden m.b.t. bureauonderzoek?

1. Literatuur
2. Secundaire data
3. Ambtelijk statistisch materiaal

Wat is het verschil tussen literatuur onderzoek en secundair onderzoek

Bij literatuuronderzoek maakt men gebruik van door andere geproduceerde kennis, bij secundair onderzoek maakt men gebruik van door andere geproduceerde empirische databronnen. 

Wat zijn de voor- en nadelen van bureauonderzoek?

Voordelen
1. De onderzoeker kan snel over onderzoeksgegevens beschikken

Nadelen
1. Het materiaal is vaak met andere doeleinden verzameld, waardoor men eenzijdig naar een verschijnsel kijkt. 
2. Als men nog geen materiaal heeft geproduceerd, moet de doel- en vraagstelling worden aangepast. 

Wat is het doel van het onderzoektechnisch ontwerp?

Het ontwerpen van van wat er allemaal gedaan moet worden om op de vragen een valide en betrouwbare antwoorden te krijgen. Binnen redelijke tijd en haalbare inspanningen.
De uivoering dus.

Welke vijf onderzoeksstrategieën zijn er?

  1. Survey
  2. Experiment
  3. Casestudy
  4. Gefundeerde theoriebenadering
  5. Bureauonderzoek

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo