Cogniti - piaget - Geheugen
29 belangrijke vragen over Cogniti - piaget - Geheugen
Hoe zag men in de begintijd van de cognitieve psychologie het geheugen?
Welke 3 fasen tussen input-output (mechanistische visie) worden onderscheiden. [geheugenprocessen]?
- sensorische geheugen: zintuigen, kort info vasthouden (zicht 6 sec. gehoor 11 sec.) => selectie
- het kortetermijn geheugen (KTG) 2 min. beperkte hoeveelheid info (ong. 7) =>bewerking
- het langetermijngeheugen (LTG) onbeperkte capaciteit. Opslag relevante info
gaat dus uit van bewuste controle
Tussen input (informatie) en output (gedrag) zitten 3 fases, welke?
2. Kortetermijngeheugen (KTG)
3. Langetermijngeheugen (LTG)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
In welke twee contexten werkt het Lange Termijn Geheugen?
- interne context: je herinnert je vooral dingen die met je huidige gevoel overeenkomen
Noem 3 recente inzichten over (langetermijn)geheugen:
- contextafhankelijkheid van het geheugen.
interne context: stemming en emotie
externe context: omgeving - verschillende soorten geheugen: semantisch geheugen en episodisch geheugen. Geurgeheugen en beeldgeheugen verschillen
- verschillende geheugenprocessen: impliciet en expliciet
Wat kun je kort vertellen over het geheugen?
- Bewuste verwerking en opslag van informatie staat centraal
- Niet los te zien van waarneming: waarneming wordt gestuurd door wat wij al weten en voedt het geheugen
- Het geheugenmodel van KTG en LTG gaat uit van een lineaire ordening en bewuste verwerking van informatie
- Dit geheugenmodel blijkt niet correct: niet alle geheugenprocessen verlopen lineair en bewust
Welke soorten lange termijn geheugens kennen we?
- Contextafhankelijkheid van het geheugen; herinneringen ophalen is mede afhankelijk van de context ten tijde van het opslaan van de info
- semantisch geheugen; opslag van algemene kennis zoals taal, aardrijkskunde, rekenen, autorijden, fietsen. (werkboek)
- episodisch geheugen; opslag autobiografische kennis (dagboek)
- expliciet geheugen; processen lopen bewust, je moet er over nadenken. (telefoon nummer)
- impliciete processen; iets opslaan zonder het te weten. (Fietsen)
Wat duidt men met het semantisch geheugen aan?
Hoe wordt het kortetermijngeheugen ook wel genoemd? Waarom?
Tussen input en output bevinden zich 3 soorten geheugen
2. Kortetetmijngeheugen (KTG) - hierin zit de info die je voor max 2 min vast kunt houden.
3. Langetermijngeheugen (LTG) - Het LTG heeft onbeperkte capaciteit, dit geheugen zit dus nooit vol. Hier wordt alle relevante informatie opgeslagen
info kan er ook weer uitgehaald worden.
Waar hebben mensen die lijden aan het Korsakovsyndroom last van?
Wat zijn de meest recente inzichten over het geheugen?
- Herinneringen zijn mede afhankelijk van de context ten tijde waarvan de informatie werd opgeslagen
- interne context
- externe context
- Verschillende soorten geheugen(processen)
- Onderscheid tussen semantisch geheugen (algemene kennis) en episodisch geheugen (autobiografische kennis)
- Onderscheid tussen impliciete (onbewuste) en expliciete (bewuste) geheugenprocessen
- Het geheugen is niet altijd betrouwbaar
Context afhankelijkheid van het geheugen
interne context = hiermee wordt de stemming/emotie bedoeld wanneer iemand iets leert
Hoe ziet het Korte Termijn Geheugen eruit?
Na het gebruik zijn er twee opties: vergeten of opslaan in het LTG
Wat is interne context?
Waar kan het langetermijngeheugen in worden onderverdeeld? (3)
- contextafhankelijkheid van het geheugen
- onderscheid tussen semantisch en episodisch geheugen
- onderscheid tussen impliciete en expliciete geheugenprocessen
Welke geheugen inhoud LTG?
--> Sematisch geheugen(feiten en kennis)
--> Episodisch geheugen(ervaringen)
2. Procedueel geheugen (info over hoe we dingen doen)
3. Expliciete en impliciete geheugenprocessen( contexafhankelijkheid van geheugen)
In welke twee contexten werkt het LTG?
- interne context: je bent blij, dus je denkt blij.
In welk geheugen kunnen gemiddeld 7 stukken informatie worden onthouden?
Kortetermijngeheugen (werkgeheugen)
Wat zijn drie hoofdkenmerken van PTSS?
- herbeleving van het ongeluk (expliciete geheugen)
- vermijding van situaties die doen denken aan het ongeluk (impliciete geheugen)
- angst gepaard gaande met lichamelijke reacties (impliciete geheugen)
Wat zijn expliciete/impliciete geheugenprocessen?
Impliciete geheugenprocessen verlopen onbewust
Voorbeeld: na een ongeluk zijn de levende herinneringen eraan het expliciet geheugen. Maar als dit beschadigd is, kunnen de herinneringen niet meer opgeroepen worden. Toch kan er wel angst/vermijding zijn, dit is het impliciet geheugen
Wat is externe context?
Wat wordt bedoeld met de contextafhankelijkheid van het geheugen?
- externe context: een boek bestuderen in een omgeving die lijkt op de omgeving waarin later het examen zal worden afgenomen
- interne context: de stemming en emotie die iemand heeft als hij iets leert
Wat impliceert onderzoek naar impliciet geheugen m.b.t. het mensbeeld?
Hoe vat men binnen de cognitieve psychologie dromen op?
Wat zijn expliciete geheugenprocessen?
Wat zijn impliciete geheugenprocessen?
Welk geheugen voor communicatie slijt eerder?
Welk geheugen blijft zeer lang intact?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden