Samenvatting: Het Personen - En Familierecht

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Het personen - en familierecht

• 4 onbekwamen en onder bewind gestelden

• 4.1 waarover gaat het?

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1
  Laat hier meer flashcards zien

• welke instanties komen er in onze rechtsgemeenschap voor?

  Mensen (NP) en de entiteiten die zij hebben gecreëerd (RP)

• Waarom is de rechtspersoonlijkheid van iedere persoon niet identiek?

  Iemand bundel rechten en plichten wordt bepaald door zijn rechtstoestand
  

  • rechtstoestand = staat en zijn vermogen
  • iemand staat in de natie of nationaliteit bepaalt dat dus

• Op welke twee elementen van het subjectief recht ligt er nadruk?

  • Het recht om de burgerlijk rechten uit te oefenen waarvan men genot heeft, is onafhankelijk van de hoedanigheid van staatsburger
    
  • MAAR op het recht om het genot van burgerlijke rechten te hebben (dus drager zijn) zijn uitzonderingen mogelijk
  • vooral ten nadele van vreemdelingen

• Hoe kan een persoon de mogelijkheid hebben om van een bepaald recht het genot te hebben?

  Rechtsbekwaamheid
  

  • dwz dat je genot kan hebben of drager kan zijn van rechten
  • dwnz dat je als persoon ook bekwaam bent om die rechten zélf uit te oefenen
  • sommige personen zijn daarvoor handelingsonbekwaam

  
  
  dus personen die handelingsonbekwaam zijn, zijn rechtsonbekwaam om de rechten waarvan zij drager zijn, uit te oefenen!!

• 4.2 onbekwaamheid

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe omschrijft Van Dale het begrip onbekwaamheid?

  Het gemis van het vereiste om een rechtshandeling te verrichten
  

  • juridische gemis wel hé
  • houdt in dat de betrokken persoon een verbod opgelegd krijgt om van een recht het genot te hebben dan wel om over een recht waarvan hij genot heeft zelf of zelfstandig rechtshandelingen te stellen en daardoor geldig deel te nemen aan de rechtsgemeenschap

• Wat houdt het achtervoegsel -heid in?

  -heid wijst erop dat dit een hoedanigheid is
  

  • dwz dat ze voortvloeit uit de (burgerlijke) staat van de persoon

• Wie zit er in de statuten van onbekwaamheid?

  De minderjarige en de beschermde meerderjarige door hun onbekwaamheid en het bewind dat er het gevolg van is, zitten zij omvat in de statuten van onbekwaamheid

• Wat is de wettelijke grondslag voor onbekwaamheid?

  
  onbekwaamheid = UITZONDERING

  • Iedereen mag rechtshandelingen stellen als hij hiertoe door de wet niet onbekwaam is verklaard
    
  • en onbekwaamheid bestaat ook enkel door of krachtens de wet
  • standaard:
  • minderjarige: wel onbk
  • meerderjarige; niet onbk

• Wat zijn de doelstellingen van de onbekwaamheid?

  Normaal gezien zijn rechtshandelingen het communicatiemiddel bij uitstek in de rechtsgemeenschap
  

  • men legt afdwingbare rechten en plichten mee af

  
  
  MAAR voor sommige is dit niet aangewezen, dat ze zelf over hun rechtstoestand juridisch communiceren of dat ze dat zelf en zelfstandig doen 
  

  • uitzonderlijk w dit hun dan verboden door een onbekwaamheid (handel/rechts; beide)

• Wat bedoelt men met het feit dat onbekwaamheden enkel voor rechtshandelingen geldt?

  Onbekwaamheid is het gemis van enig vereiste om een rechtshandeling te verrichten
  

  • het heeft geen invloed op materiële handelingen
  • onrechtmatige daad bv
  • wél kan de onbekwaamheid voor rechtshandelingen worden verrekend bij het oordeel of een materiële handeling toerekenbaar is aan schuld van een persoon