Samenvatting: Het Romeinse Rijk

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Het Romeinse Rijk

• 1 Patrieciers en plebeejers

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat was de meest bevoorrechte groep?

  Die van de Rijken, de Patriciers.

• Waarom werden ze de 'vaders' genoemd?;wie waren de vaders?

  (patres=vader), en zij hadden het oude stamland in bezit. En de vaders waren de patriciers.

• 2 Regeling van het bestuur, inrichting van de Romeinse staat

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wanneer was de laatste koning verjaagd?

  500 voor Christus.

• Wat wilden de Romeinen absoluut niet meer?

  Alleenheerschappij.

• res publica, wat houdt dit in?

  Dat het een openbare zaak moest zijn in de regering, met meerdere mensen in het bestuur. Ook hier is ons woord Republiek van afgeleid.

• Waar kwam het hele volk bijeen? En welke taken had het hier?

  De volksvergadering, de taken waren het kiezen van de hoge ambtenaren (magistraten), die men nodig had voor het bestuur.
  En de tweede taak was over het beslissen over oorlog en vrede.

• Behalve de volksvergadering had men ook de senaat. Wat was dit?

  De Senaat was van oorsprong de raad die advies had gegeven aan de koningen. Er zaten 300 mannen in, die daarvoor ambtenaar waren geweest. De macht van deze Senaat was bijzonder groot:
  Alle besluiten van de volksvergadering en de magistraten goedkeuren of afkeuren.
  Leiding geven aan de buitenlandse politiek van Rome.

• 3 De Magistraten

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom waren er steeds 2 bestuurders, als je bijvoorbeeld kijkt naar consuls, praetors of censors?

  Ze konden elkaar in de gaten houden. Zo wist het volk dat ze geen alleenheerschappij meer kregen. De een mocht niks doen zonder toestemming van de ander.

• Hoe lang kon je Consul, Praetor of Censor zijn?

  Consul en Praetor kon je 1 jaar zijn, en Consor 5 jaar.

• Wat moesten de praetoren verzorgen?

  De rechtspraak moesten ze verzorgen.