Het Koninkrijk der Nederlanden - De buitenlandse betrekkingen

5 belangrijke vragen over Het Koninkrijk der Nederlanden - De buitenlandse betrekkingen

Waar rust de verdragsluitende bevoegdheid?

Bij de regering, art. 90 en 91 GW. Ze behoeven goedkeuring van de SG.

Wie velt het oordeel over de grondwettigheid van totstandkoming en inhoud van verdragen?

Regering en SG. Art. 120 bevat op dit terrein een toetsingsverbod voor de rechter. De regels voor de totstandkoming van verdragen zijn overigens van overeenkomstige toepassing op de toetreding tot en de opzegging van verdragen.

Hoe werken verdragen binnen de nationale rechtsorde?

Nederland kent een monistisch uitgangspunt m.b.t. de verhouding tussen internationale verdragen en het nationale recht. Art. 94 GW kent bovendien aan 'een ieder verbindende bepalingen' van internationale verdragen seprematie (=oppermacht, oppergezag) toe boven de toepassing van alle nationale wettelijke voorschriften, zelfs de formele wet en de GW. Het beginsel van de onschendbaarheid van de wetten, vervat in art. 120 GW, wordt ten behoeve van de toepassing van internationale verdragen dus doorbroken.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarin heeft art. 94 GW met name toepassing gevonden op het terrein van staatsrecht?

Bij de toetsing van nationaal recht aan de internationale verdragen m.b.t. de grondrechten.

De HR houdt het in art. 94 vervatte toetsingsrecht beperkt tot 'een ieder verbindende bepalingen', leg uit.

Toetsing van nationale wetgeving aan andere verdragsbepalingen en aan ongeschreven internationaal recht is de rechter niet toegestaan.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo