Samenvatting: Het Veiligheidscomplex Ontwikkelingen, Strategieën En Verantwoordelijkheden In De... | 9789089742803 | Jan Terpstra

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Het veiligheidscomplex ontwikkelingen, strategieën en verantwoordelijkheden in de veiligheidszorg | 9789089742803 | Jan Terpstra

• 1 veiligheidszorg en Laatmodernitiet

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• De 'laatmoderne' samenleving (maatschappelijke ontwikkeling) gaat vaak gepaard met:

  1. Het ontstaan van een relatief hoog niveau van criminaliteit
     
  2. Een sterk besef onder burgers van onveiligheid
  3. Aanzienlijke moeilijkheden voor burger/overheid om antwoorden te vinden op de problemen van criminaliteit en overlast

• De overgang naar de 'laatmoderne' samenleving is door Giddens geanalyseerd als resultaat van drie al langer lopende ontwikkelingen, te weten:

  1. Het proces van globalisering, waardoor activiteiten en gebeurtenissen die op grote afstand van elkaar plaatsvinden, directer met elkaar verbonden raken
     
  2. Sociale activiteiten worden steeds meer losgekoppeld van hun lokale context (disembedding) 
  3. De sociale reflexiviteit groeit, de noodzaak voor mensen om steeds meer te reflecteren op hun keuzes en handelingen 

• Wat speelt een grote rol bij het globaliseringsproces?

  De nieuwe mogelijkheden van de informatietechnologie

• De ontwikkelingen van de 'laatmoderne' samenleving hebben geleid naar:

  Een geleidelijk proces van individualisering. Mensen moeten nu keuzes maken uit de verschillende levensstijlen 'keuze dwang'

• Aan de hand van welke deelontwikkelingen is de ontwikkeling van het Nederlandse veiligheidsbeleid en de Nederlandse veiligheidszorg het beste te omschrijven?

  1. Verandering van organisatorische en beheersmatige arrangementen
     
  2. Verschuiving in de verhouding tussen overheid en andere partijen
  3. Transnationalisering van de politie en veiligheidszorg
  4. De veranderde positie van het strafrecht en de opkomst van nieuwe discoursen en strategieën
  5. Het toenemende gebruik van technologische middelen bij preventie, toezicht en opsporing
  6. De ontwikkeling naar een harder en strikter optredende overheid

• Wat wordt er bedoeld met de verandering van organisatorische en beheersmatige arrangementen?

  De verandering naar effectief en efficient werken, bedrijfsmatig denken.

• Wat wordt er bedoeld met de verschuiving in de verhouding tussen overheid en andere partijen?

  Van goverment naar governance.

• Wat wordt er bedoeld met transnationalisering van de politie en de veiligheidszorg?

  Het ontstaan van Interpol en Schengen informatie Systeem SIS. En het delen van politiestrategieën met andere landen, denk aan zero tolerance police.

• 3 Burgerparticipatie en veiligheid

• Carr noemt drie niveaus van controle op buurtniveau, welke zijn dat?

  1. Private niveau (familieverbanden en vriendengroepen)
     
  2. Parochiale niveau (bredere lokale netwerken en instituties, zoals verenigingen vrijwilligersorganisaties, scholen en kerken)
  3. Publieke niveau (gemeenten en politie) 

• Terpstra en Kouwenhoven maken onderscheid in vier basistypen van burgerbetrokkenheid in lokale netwerken, welke zijn dat?

  1. Ogen en oren (Burgernet) 
     
  2. Adviseurs of deelnemers aan besluitvorming (Bewoners bijeenkomst
  3. Zelfredzaamheid (Buurtwacht)
  4. Zelfbeheer (beveiliging bedrijventerrein)