Het verhaal van het kind: de ontwikkelingsgebieden - Identiteit
8 belangrijke vragen over Het verhaal van het kind: de ontwikkelingsgebieden - Identiteit
Uit welke twee componenten is het zelfbeeld opgebouwd volgens Jung (1982)?
Omschrijf in het kort de twee componenten van het zelfbeeld
Zelf --> het deel waarvan je jezelf niet altijd bewust bent en waar naar je op zoek moet gaan dit proces heet zelfwording
Hoe ontwikkelt het IK zich volgens Jung? en welke 2 fases heb je hierin?
Primaire bewustzijn gekoppeld aan zintuiglijke ervaring (1e fase)
Zelf(reflectief)bewustzijn (2e fase) persoon denkt na over zichzelf.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waar hangt de ontwikkeling van de eigen identiteit mee samen?
Het vermogen om zich in een ander te kunnen verplaatsen is een voorwaarde om tot een eigen identiteit te komen.
Alleen als aan de basisbehoefte is voldaan, kan de ontwikkeling van de identiteit plaatsvinden. Wat zijn deze basis behoeftes van kinderen 0-3 en kinderen 3-15 jaar?
3-15 : relatie, competentie, autonomie
Hoe komen zij dan uiteindelijk tot de ontwikkeling van hun identiteit?
voor zichzelf bij de ander
0-3 : veilig zijn verzorging
hechting beschikbaar zijn
ondersteuning
Dan leidt dit tot...
vertrouwen in zichzelf vertrouwen in de ander
Dat leidt uiteindelijk tot :
exploratie exploratie
Als het kind ervaart:
voor zichelf bij de ander
3-15: autonomie socialisatie
zelfredzaamheid relatie met ouders
zelfstandigheid relatie met leerkracht
relatie met leeftijdsgenoten
Dan leidt dit tot..
zelfverantwoordelijkheid vriendschappen
Dat leidt uiteindelijk tot:
identiteit identiteit
Om kennis te krijgen van het zelf hanteert het kind diverse informatiebronnen. Dit gebeurt zowel bewust als onbewust, welke bronnen zijn dit?
* sociale vergelijking : wat doe ik en wat doet de ander?
* observatie : hoe reageert een ander op mij ?
Welke vormen van zelf onderscheiden we in de ontwikkeling naar identiteit?
-positieve verhouding tussen het voor zichzelf opkomen en zichzelf aanpassen aan de omgeving.
- kinderen zijn gemotiveerd
- actief en exploratief.
* kinderen met een (te) weinig zelf
- niet assertief en tonen weinig initiatief.
- volgzaam en aanhankelijk naar vertrouwde volwassenen
- weinig verkennend, leerervaringen hebben weinig of geen betekenis.
* kinderen met (te) veel zelf
- ze passen zich niet aan de omgeving
- eigen "ik" steeds op de voorgrond
- koppig
- overschatten zichzelf
* kinderen met een diffuus zelf
- minst opvallende kinderen.
- ontwikkelen nauwelijks eigenheid.
- weten niet wat ze met zichzelf aan moeten --> angst onzekerheidsgevoelens.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden