Startpagina / Samenvattingen / Histologie en genetica / erfelijkheidsgraad-dz-mz

Multifactoriële erfelijkheid - Nature vs nurture

4 belangrijke vragen over Multifactoriële erfelijkheid - Nature vs nurture

Hoe kan men studies doen naar nature vs nurture?

- Tweelingstudies
- Adoptiestudies

Bijgaande tabel geeft de erfelijkheidsgraad voor een aantal cognitieve functies bepaald op basis van 110 MZ en 130 DZ tweelingen van hetzelfde geslacht, allen ouder dan 80. Indien deze metingen uitgevoerd werden bij kinderen, zou je dan verwachten dat de erfelijkheidsgraad gelijk is of hoger of lager zou uitvallen dan voor de senioren?

Erfelijkheidsgraad is hoger bij jongeren, want de senioren zijn al meer blootgesteld aan omgevingsfactoren, bij jongeren heeft de omgeving minder tijd gehad om effecten uit te oefenen (= omgevingsvariantie is lager). Ze zijn dus veel meer beïnvloed door genen, dan door omgeving.

Concordantiewaarden voor schizofrenie zijn 0,65 bij MZ tweelingen, en 0,19 bij DZ tweelingen. Voor depressie is de concordantie 0,54 bij MZ tweelingen, en 0,24 bij DZ tweelingen. Welke aandoening heeft de grootste aangeboren component?

Zie afbeelding

Wat zijn factoren die de resultaten van adoptiestudies beïnvloeden?

- prenatale omgevingsinvloeden kunnen langdurige gevolgen hebben voor een adoptiekind.
- kinderen worden soms geadopteerd nadat ze enkele jaren oud zijn, waardoor wordt verzekerd dat sommige niet-genetische invloeden door de natuurlijke ouders zijn meegedeeld.
- adoptiebureaus proberen soms de adoptieouders te matchen met de natuurlijke ouders in termen van kenmerken zoals sociaal-economische status.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Histologie en genetica

Bekijk samenvatting