Steuncellen - Extracellulaire matrix - Fibronectine

3 belangrijke vragen over Steuncellen - Extracellulaire matrix - Fibronectine

Welke niet-filamenteuze eiwitten zorgen voor interactie tussen cellen en de extracellulaire matrix?


Extracellulaire structurele glycoproteïnen verbinden cellen en extracellulaire matrix

Verschillende niet-filamenteuze eiwitten bemiddelen in de interactie tussen cellen en de extracellulaire matrix en interageren met specifieke receptoren op het celoppervlak. De best gekarakteriseerde van deze eiwitten zijn fibronectines, de laminines, perlecan en de nidogens. Een gespecialiseerde structuur die het basismembraan wordt genoemd, is in veel weefsels aanwezig, en deze bladachtige structuur wordt gevormd uit dergelijke gespecialiseerde extracellulaire eiwitten (hierover later meer). In andere weefsels wordt de adhesie van cellen aan de extracellulaire matrix niet gemedieerd door een gedefinieerde membraanstructuur.


Fibronectine bemiddelt de adhesie tussen een breed scala aan cellen en extracellulaire matrixcomponenten. Het is een multifunctioneel glycoproteïne en bestaat in drie hoofdvormen. Welke zijn dit?


• Een circulerend plasma-eiwit
• Een eiwit dat zich tijdelijk aan het oppervlak van veel cellen hecht
• Onoplosbare fibrillen die deel uitmaken van de extracellulaire matrix, wanneer fibronectinedimeren met elkaar verknopen via disulfidebindingen.

Wat is het functionele belang van fibronectine?

Het functionele belang van fibronectine komt voort uit het vermogen ervan om zich aan verschillende weefselcomponenten te hechten, omdat het plaatsen bezit die collageen en heparine binden, evenals celadhesiemoleculen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo