Steuncellen - Adipocyten
6 belangrijke vragen over Steuncellen - Adipocyten
Hoe is multilocuair vetweefsel opgebouwd?
Ultrastructureel bevatten multiloculaire vetcellen enorme aantallen mitochondriën naast lipidevacuolen; dit correleert met hun functie van warmteopwekking door het mitochondriale metabolisme van vetzuren.
De hoge mitochondriale dichtheid is verantwoordelijk voor zowel de eosinofilie histologisch gezien als de bruine kleur macroscopisch gezien, waardoor dit weefsel de alternatieve naam ‘bruin vet’ krijgt. Multiloculair vetweefsel blijft gewoonlijk niet bestaan in het volwassen leven: het gaat verloren tijdens de kindertijd, hoewel er op bepaalde plaatsen kleine hoeveelheden achter kunnen blijven.
Hoe is uniloculair vetweefsel aangepast als een steunweefsel?
• Receptoren voor groeihormoon, insuline, glucocorticoïden, schildklierhormonen en noradrenaline (noradrenaline) die de opname en afgifte van vet moduleren
• Een rijke capillaire bloedtoevoer en innervatie door het autonome zenuwstelsel. Lokale afgifte van noradrenaline stimuleert de afgifte van opgeslagen vet in het bloed
• Organisatie in kussentjes door vellen fibrocollageneus weefsel op bepaalde plaatsen om te fungeren als vervormbare, schokabsorberende steunweefsels, vooral in de voetzolen, de billen, rond de nieren en in de baan rond het oog.
Wat is het verschil tussen univacuolair en multivacuolair vetweefsel?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
De vetcel in univacuolair vetweefsel ziet er uit als een smalle ring van cytoplasma rond een lege vacuole waarin het vet gezeten heeft. Geef hiervoor een verklaring.
Wat zijn structurele kenmerken van univacuolair en multivacuolair vetweefsel?
- Grote cellen
- Rond, veelhoekig
- Smal cytoplasma
- Centrale vetdruppel
- Perifere kern
- SER (energiefunctie =>lipiden transporteren)
- Mitochondriën
- Één vesikel
Multivacuolair:
- Grote cellen
- Veelhoekig
- Kleine druppels
- Ronde excentrische kern
- RER, SER, Golgi-apparaat
- Mitochondriën (hier meer, heel belangrijk voor warmteproductie)
- Pynocytosevesikels en lipide vacuolen
Wat veroorzaakt de microscopische eosinofilie en de macroscopisch zichtbare bruine kleur van multivacuolair vetweefsel?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden