Samenvatting: Historici En Hun Métier: Een Inleiding Tot De Historische Kritiek

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Historici en hun métier: Een inleiding tot de historische kritiek

• 1 De Bron

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn audiovisuele bronnen?

  Getuigenissen die in theorie bewust opgemaakt zijn om te informeren (unwitting testimony), ze zijn mondeling of geschreven als verhaal of beschrijving van, of commentaar op een gebeurtenis.

• Wat is een unwitting testimony?

  Bewijs dat onbedoeld is vastgelegd van een historische gebeurtenis.

• 1.1 De notie bron

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Niet alle bronnen zijn bewuste creaties, geef hier een voorbeeld van.

  Abraham Zapruder wil in Dallas zijn nieuwe camera testen wanneer J.F. Kennedy voorbij zal komen. Zo legt hij onbewust de moord op Kennedy vast op beeld. Dit fragment is dus een 'unwitting testimony'.

• 1.1.2 De vormeigenschappen: geschreven en ongeschreven bronnen

• Welke bronnen zijn er over het leven van Jan Van Eyck?

  • Geschreven bronnen
    
  • Schilderijen

• Wat zijn de Griots uit West-Afrika en 'heer Halewijn'?

  Ze doen aan orale tradities, ze vertellen mondelinge verhalen in combinatie met muziek.

• 1.4.3.2 De impact van de communicatiemedia: naar een collectief geheugen en de verleiding van de manipulatie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4.3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe is het historisch geheugen ontstaan?

  Door de identieke communicatie bij een grote massa, gaat die massa bepaalde gebeurtenissen collectief als belangrijk in het geheugen opslaan.

• Waarom is Lenin een belangrijk voorbeeld in de fotomanipulatie?

  Op een foto waarin Lenin een menigte toespreekt zijn nog twee andere sovjetleiders te zien, deze twee werden later weggeretoucheerd. Photoshop avant la lettre.

• 1.4.4 Kortsluitingen in de informatiestroom

• Waar moet de onderzoeker attent voor zijn?

  Kortsluitingen in de informatiestroom en voor de verminking van informatie die van hand tot hand of oor tot oor gaan.

• Wat is het verschil in graad van voorspelbaarheid tussen redundantie en entropie?

  • Entropie: informatiegraad is het hoogst want boodschap weinig voorspelbaar
    
  • Redundantie: boodschappen zijn hier het talrijkst, makkelijk te decoderen en dus een hoge voorspelbaarheid

• 1.5.1 Waarom bronnen bewaren?

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom hebben de meeste landen best bewaarde collecties met bronnen uit de fiscaliteit en rechtspraak?

  Het bewaarmotief en het belang voor de staat waren hier het grootst.