Mondelinge bronnen: orale overlevering, orale geschiedenis - De sociale wetenschappen - De grote theorieën: Marx, Weber en Durkheim

14 belangrijke vragen over Mondelinge bronnen: orale overlevering, orale geschiedenis - De sociale wetenschappen - De grote theorieën: Marx, Weber en Durkheim

Wat was het doel van Weber?

Hij wou verklaren waarom historische processen zich hebben voorgedaan. Hij wil de causaliteit of oorzakelijkheid tussen fenomenen begrijpen en werkte daarvoor met ideaaltypen.

Wat zijn de ideaaltypen van Weber?

Het zijn abstracties van empirische waarnemingen, geen utopieën maar wel veralgemening.

Wat zijn de typologieën van Weber?

Ideaaltypen zijn hier de basis voor. Het zijn classificaties en taxonomieën (het indelen van individuen of objecten in groepen) op basis waarvan de samenlevingsvormen gegroepeerd kunnen worden. (vb.: patriarchale maatschappij, feodale standensamenleving, polis, stadstaat,...)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat gebruikte en ontwikkelde Henri Pirenne verder in zijn onderzoek over kapitalisten in de middeleeuwen?

Ideaaltypen en typologieën.

Het gebruik van ideaaltypen en typologieën bezorgen Pirenne twee heel grote risico's, welke zijn dat?

  • Ideaaltypen en typologieën zijn vaak anachronistisch
    • zou beter zijn om met begrippen te werken die de tijdgenoot zelf kende en hanteerde
  • ze leiden tot generalisaties
    • hebben de concepten over de historische werkelijkheid wel genoeg nuance

Wat zal uiteindelijk inspelen op die methodologische beperking en hoe doet het dat?

Het Duitse 'Begriffgeschichte' doet dit door aandacht te besteden aan de veranderde betekenis van concepten doorheen de tijd.

Wat bestudeert Durkheim?

Sociale feiten/ faits sociaux die de samenleving of maatschappij vormgeven. Ze staan los van het individu, maar bepalen wel de gedragingen van het individu.
(vb. Autorijden: wegen zijn morfologische/materiële sociale feiten, regels zijn ideële/ immateriële sociale feiten -> zij bepalen gedrag op de baan)

Durkheim verklaart dat sociale feiten empirisch waarneembaar zijn en door ze te observeren kan men (historische) verschijnselen verklaren en tegelijk voorspellingen doen. Wat is hier een goede toepassing van?

'Le Suicide' van Durkheim. Hierin onderzoekt hij de zelfmoordpatronen in het Frankrijk, Denemarken en Engeland van de 19de eeuw.

Wie bouwde verder op de aanname van Durkheim dat sociale feiten waarneembaar zijn en paste als een van de eerste de methode van de statistiek toe om regelmaat in het historisch onderzoek aan te tonen?

François Simiand

Wat deed Simiand met statistiek in zijn historisch onderzoek?

Hij probeerde complexe economische fluctuaties (veranderingen in de tijd) te vertalen in cijfers en deze in een grafiek te tonen om de langetermijnbewegingen te kunnen zien.

Hoe erken Joseph Schumpeter de relevantie van Simiands werk?

Hij zette in zijn werk verder in op economisch conjuncturen of golfbewegingen.

Welk model ontwikkelde Schumpeter?

Het model van de drie cycli:
  1. korte cycli (5 jaar): Kitchin
  2. tussencycli (10 jaar): Juglar
  3. langetermijncycli (50 jaar): Kondratieff

Het model van Schumpeter kwam duidelijk terug in het werk van Labrousse, wat deed hij?

Hij wilde vanuit de statistische benadering ook de sociaaleconomische realiteit van de Franse Revolutie aantonen. Dat is hem gelukt.

Wat toonde de benadering van Labrousse aan?

Dat de Franse Revolutie gedetermineerd was door economisch conjuncturen en niet enkel door politiek en ideologische motieven.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo