De geschiedenis als probleem
13 belangrijke vragen over De geschiedenis als probleem
In Zuidelijke Nederlanden (behorend bij Oostenrijk) werd in 1769 een Société littéraire opgericht in 1772 omgevormd tot Keizerlijke en Koninklijke Academie voor Wetenschappen en Letteren van Brussel, bedoeling was om het intellectuele leven, in bijzonder geschiedbeoefening, te stimuleren en organiseren. De historiografische activiteit van Academie lag op 2 vlakken, welke
- verhandelingen waarin de historici (leden die zitting hadden) verslag uitbrachten van hun eigen onderzoek
- uitschrijven van wetenschappelijke en historische prijsvragen waaraan buitenstaanders konden meedoen
Naast het houden van lezingen was het de taak van de leden van de Academie om de onderwerpen van de prijsvragen te bedenken, wat was de bedoeling van deze prijsvragen wat betreft de geschiedschrijving
De teksten die door academieleden en inzenders werden geschreven behandelden historische onderwerpen, maar op een andere manier dan gebruikelijk, wat was nieuw
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Ook voor deze tijd hadden historici met historische problemen bezig gehouden en daar in hun werk verslag uitgebracht, maar de teksten waren aanhangsels of secundaire onderdelen van de eigenlijke geschiedenissen. De Academie stelde de eis dat de geschiedenis een vloeiende ononderbroken tekst moest zijn, wat impliceert deze eis
Gevolg was dat de auteurs kleine artikelen schreven en verbanden vreemde elementen naar supplementen en dissertations, welke discussies
De manier waarop deze teksten waren opgevat en d functie die ze vervulden t.a.v. de historiografische context waarin ze ontstonden had consequenties voor de eisen en vorm van de teksten, waarvan hing de kwaliteit de teksten af
De criteria voor de traditionele geschiedschrijving waren: volledigheid, juistheid van de gegevens en onpartijdigheid van de auteur. Welke criteria werden aan de auteurs van de dissertatie gesteld
- tekst moest specifiek en beperkt zijn
- auteur moest zich aan het (opgegeven) onderwerp houden
- auteur moest zijn stellingen bewijzen en overtuigend maken
- kwaliteit van de tekst lag in de argumenten, bewijzen, overtuigingskracht, structuur en ontwikkeling van betoog, geldigheid van de conclusies
Op welke wijze uitte de nieuwe aanpak zich in de tekst
Waaraan ontleende een dissertatie haar betekenis en belang
Het statuut van historicus als auteur onderging een verschuiving, waar lag de nadruk van de traditionele historicus op
Waar lag de nadruk van de historicus van de dissertaties op
In hoeverre veranderde het statuut van de lezer
Waarom werd de verwijzingen naar literatuur en bronnen essentieel voor de actieve lezer
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden