Samenvatting: Historische Contexten | 9789001903541 | Tom van den Geuten

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Historische contexten | 9789001903541 | Tom van den Geuten

• 1 Het Britse rijk (1585-1900)

  Dit is een preview. Er zijn 35 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.1.1 Engelse koloniën in Amerika

• Noem twee oorzaken van de Britse kolonisatie in Amerika

  1) Om een mogelijke uitvalsbasis te vinden om de vijandige Spanjaarden te bestrijden. 
  2) Om zich daar te vestigen.

• Wanneer en waar wordt de eerste Brits-Amerikaanse kolonie gesticht?

  In 1585 wordt de eerste Brits-Amerikaanse kolonie gesticht op het eiland Roanoke (North Carolina).

• Wanneer wordt de kolonie Virginia gesticht?

  De eerst blijvende kolonie, Virginia, wordt gesticht in 1607.

• Wanneer werd New England gesticht en door wie?

  De tweede Britse kolonie in Amerika, genaamd New England, werd gesticht door de Pilgrim Fathers in 1620.

• Wanneer en door wie werd Pennsylvania gesticht?

  Pennsylvania werd gesticht in 1681 door William Penn.

• Wie zijn de Pilgrim Fathers?

  Groep Engelse calvinisten die in 1620 een kolonie stichtten in Amerika

• Noem drie verschillen tussen noordelijke- en zuidelijke koloniën.

  1) Veel Europeanen in het noorden, minder in het zuiden.
  2) In het noorden werd er meer geleefd van landbouw, nijverheid en handel, terwijl er in het zuiden meer werd geleefd van plantageproducten, zoals tabak.
  3) Noordelijke staten (omstreeks 1850) waren tegen slavernij, terwijl zuidelijke staten er juist voorstanders van waren.

• Verklaar het meningsverschil over slaven tussen noordelijke en zuidelijke koloniën.

  Doordat de zuidelijke koloniën voornamelijk leefden van plantageproducten, bijvoorbeeld tabak, profiteerde zij meer van de slavenhandel en slavernij dan de noordelijke koloniën.

• 1.1.2 Het lot van de Indianen

• Noem een voorbeeld van vreedzaam contact tussen Indianen en Europeanen.

  Een voorbeeld van zulk vreedzaam contact is het ontstaan van een levendige handel, waarbij bijvoorbeeld voedsel werd geruild voor Europees handelswaar, zoals wapens.

• Noem twee gevolgen van het contact tussen Europeanen en Indianen.

  1) Er werden veel Indianen vermoord in opstanden, en
  2) Veel Indianen overleden aan epidemieën die Europeanen meebrachten.