Samenvatting: Hnh-20306
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van HNH-20306
-
C1 sociaal wetenschappelijke aspecten van voedingsgedrag
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 29/10/2019
Laat hier meer flashcards zien -
De sociologische stromingen kun je onderverdelen in twee groepen
Functionalisme- no-nonsense
- voedsel is functioneel, economisch
structuralisme- voedsel is meer dan nutriënten alleen --> voedsel heeft een sterke symbolische waarde
- 'je bent wat je eet'
-
Wat wordt bedoeld met no-nonsense? In de categorie functionalisme
--> voedsel taboes zoals in de bijbel geformuleerd waren economisch gezien rendabel
bv. varkensvlees taboe:- varken eet voedsel dat mensen ook eten
- varken hoort ecologisch niet thuis in het midden-oosten
- varken kan alleen maar voor vlees gebruikt worden
dus in geloof opgenomen geen varken -
Wat zegt Bourdieu/elias: ('distinction: a social critique of the judgement of taste')
- Sociale klassen en individuen proberen zich te onderscheiden t.o.v. Elkaar
- competitie tussen sociale klassen
- klassen en individuen kenmerken zich door economische en cultureel kapitaal
- Sociale klassen en individuen proberen zich te onderscheiden t.o.v. Elkaar
-
Taxonomie acceptatie en verwerping - Rozin
'psychological categories of acceptance and rejection (Fallon & Rozin, 1983)
er zijn een 4 tal eigenschappen waarmee mensen voedsel accepteren- smaak, sensorische eigenschappen
- anticipated consequences (potentiële gevolgen van inneming; als je weet dat iets positief op jou reageert ga je het meer accepteren als je er negatief op reageert ga je het minder accepteren
- gepastheid; cultuur (zand eten als kind, beschuit met muisjes, oliebollen)
- wanneer ideeën/eigenschappen overdraagbaar worden --> transvalued: walging / law of sympathetic magic / law of contagion: objecten nemen eigenschappen van elkaar over (' je bent wat je eet')
-
Kahneman: thinking fast and slow
Twee manieren van denken, reageren op de omgeving:
fast- onbewust
- frequent
- kost weinig energie
- emotioneel
- stereotypisch
slow- bewust
- infrequent/af en toe
- kost veel energie
- rationeel
- nadenkend
-
Bijdrage macronutrienen als functie van BNP - perusse
Bij een toename in BNP (bruto nationaal product, geld per hoofd)- omlaag in % koolhydraten, omhoog % suiker, omhoog & vet
- omhoog % dierlijk eiwit, omlaag % plantaardig eiwit, % totaal eiwit constant
- omhoog % dierlijke vetten, omlaag % plantaardige vetten
-
C2 aanleren van voedselvoorkeuren en eetgedrag bij kinderen
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 30/10/2019
Laat hier meer flashcards zien -
De resultaten van de studie basis tastes ( Schwartz et al, Brit J Nutr 2009)
- Voorkeuren voor zoet bij geboorte aanwezig, neemt eerst toe maar daalt bij 12 maand. (omgeving is veranderd)
- voorkeur voor zout afwezig bij geboorte, ontwikkelt bij 6 maanden en stijgt tot 12 maand
- voor bitter en zuur geen grote verschillen in inname bij 3,6,12 maand wel bij gelaatsuitdrukking
- voor umami geen grote verschillen in inname en geen reactie bij 3, 6 en 12
- Voorkeuren voor zoet bij geboorte aanwezig, neemt eerst toe maar daalt bij 12 maand. (omgeving is veranderd)
-
De studie van clara davis! Hoe? Wat? Etc
- 15 kinderen
- 6-12 maand oud
- studie duur: 6 maand tot 4.5 jaar
- voedselbeschikbaarheid over 3-4 maaltijden per dag
- vlees
- orgaan vlees
- vis
- (ontbijt) granen
- boon producten
- eieren
- melk producten
- fruit
- groenten
- zee zout
results:- alle kinderen deden het goed, en groeide ook goed
- duidelijke en snelle ontwikkeling van voorkeur
- de 9 meeste voorkeuren voor het eten
- bone marrow
- milk
- eggs
- banana's
- apples
- oranges
- corn
- wheat
- oat
- no preferences for vegetables, organ meat, fish, sea-salt, peaches and pineapple
conclusie- regulation appetite is good without interference
- fast development certain preferences
-
Het onderzoek van Coraline Barends. Hoe? Wat? Etc.
Doel:- vaststellen van het effect van herhaalde exclusieve blootstelling aan groente vs. Exclusieve blootstelling aan fruit tijdens de eerste 18 dagen op de latere acceptatie van groente en fruit
studie:- 5 dagen oefenen met pap eten
- interventie 19 dagen
- herhaalde blootstelling aan 'doel groente'
resultaten:- er werd meer groente en meer fruit gegeten
conclusie:- beginnen met groente bij introductie vast voedsel leidt tot een hogere inneming van groente direct na het spenen
- dit effect bestaat nog na 0.5 jaar, maar het is verdwenen na 1.5 jaar.
-
Wat is het effect van blootstelling van 'nieuw' eten/smaak
- 5- 10
blootstellingen voldoende om voorkeur op te bouwen - effect
blootstelling is al aanwezig voor de geboorte en tijdens borstvoeding - beneden 0.5-1 jaar
window ofopportunity om ook bitter en zure smaken aan te leren - exclusieve introductie groente leidt tot hogere
groente-acceptatie tot leeftijd van 1 jaar - variatie -->
reductie neofobie (tot en met 6 jaar?) - voorkeur voor zoet gemakkelijk omhoog?
- 5- 10
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Hnh-20306
-
C3 regulatie eetlust: verzadigende werking en overgewicht
-
C4 sensorische preferenties en eetgedrag bij obesitas & bij ouderen
-
C6 eetstoornissen
-
C7 de ontwikkeling van het Nederlandse voedingspatroon
-
C8/9 omgevingsfactoren die maken dat we meer eten dat we denken: verborgen verleiders & oplossingsperspectieven
-
C10 voedingsgedrag in de klinische setting