Samenvatting: Holland En Zeeland: De Voordelen Van De Achterstand | Steffelaar
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Holland en Zeeland: de voordelen van de achterstand | Steffelaar
-
1 Milieu en bevolking
-
In hoeverre was de geografisch gunstige ligging te zien als een bevorderende factor van hun rol in de handel op lange afstanden?
In het algemeen zijn waterwegen geschikt voor vervoer van massagoederen. Roodovervallen vormen langs de wegen een veel groter gevaar dan op zee. Grote bevolkingsconcentraties zijn daarom steeds gevormd langs goed bevaarbare rivieren en nabij zeehavens. -
Waarom bloeide Noord-Nederland dan pas op in het midden van de 14e eeuw?
In de voorafgaande eeuw hadden Friesland en de steden langs de IJssel en Zuiderzee een grotere commerciele betekenis dan de meeste Hollandse steden. De relaties tussen verschillende regio 's die met elkaar goederen en diensten uitwisselden droeg beslissend bij aan de ontwikkeling van een handelsstelsel in de samnehang van een interregionale markt. -
Wat was het resultaat van het ontwateren van drassige bodems, vooral in de Hollands-Utrechtse laagvlakte?
De gronden begonnen in te klinken. de daling van het grondoppervlak creerde een gevaarlijke situatie dat wanneer tijdens een hevige stormvloed het zeewater door de duinen brak, ineens een groot stuk land onderliep. Dijkenbouw was op steeds grotere schaal noodzakelijk. -
Wat bedacht men toen ook de dijkenbouw niet meer volstond?
Er werden windmolens gebouwd en omdat het in stand houden van het landbouwareaal stijgende lasten met zich meebracht werden ook waterschappen ingesteld. -
Welke problemen ontstonden nog meer door de inklinking van de bodem?
De kwaliteit van de grond verminderde en door de intensieve bebouwing leidde dit ook nog tot uitputting van de schrale veenbodem, zodat geen broodgranen, tarwe of rogge op konden worden verbouwd. Daardoor moeste veel akkers omgezet worden in weiland. het afgraven van het veen, wat als turf kon worden verkocht zorgden ervoor dat het bodempeil nog verder zakte. -
Welke veranderingen in de economische en sociale structuur ontstonden daardoor?
De werkgelegheid inde landbouwnam af, aangezien veeteelt minder arbeidsintensief is dan akkerbouw. Dit leidde tot uitstoting van een bevolkingssurplus naar de steden toe. -
Welk neveneffect trad op door het overaanbod van arbeidskrachten, naast de trek naar de steden?
Ze ontplooiden nieuwe activiteiten in de veeteelt, visserij op zee en op de binnenwateren, vrachtvaart, diverse ambachten en loonarbeid. Naast loonarbeid kwam ook de dienstverlening op gang. -
1.2 bevolking: een ongewone verhouding
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer werd voor he teerst een onderzoek gedaan naar hoeveel mensen er in elke gemeente woonde en hoe bemiddeld ze waren?
Dit dateert van 1514. De directe aanleiding was de watersnoodramp van 1510-1511 -
Hoe zag de bevolkingsdichtheid eruit in het graafschap Holland?
Geschat werd de totale bevolking op 254.000 mensen. Van hen leefde 44% in de steden en de dichtheid bedroeg 66 per vierkante kilometer. -
Hoe zag de verstedelijking eruit ten opzichte van de zuidelijke Nederlanden?
Vlaanderen en Brabant hadden omstreeks 1470 naar schatting 750.000 rn 400.000 duizend inwoners. In Vlaanderen was 33% van de inwoners stedeling, in Brabant 29%; in vergelijking daarmee is het percentage van 44 in Holland opvallend hoog.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden